Выбрать главу

Alex Waardenburg nam zwierig zijn cape af en liet zich op de stoel zakken.

'Het is de nieuwsgierigheid die mij tot u voert.' Hij sprak luid, op, gedragen toon. 'Ik lees niets meer in de kranten. Heeft u de moordenaar al in het vizier?'

De Cock schudde zijn hoofd. Op zijn gezicht lag een droeve trek.

'Het onderzoek verloopt niet zoals ik mij dat had voorgesteld,' sprak hij spijtig. 'Dat betekent echter geenszins dat ik de moed heb opgegeven.'

'U heeft aanwijzingen?'

De Cock schonk de muziekpedagoog een moede glimlach.

'Nauwelijks. In feite zit ik op dood spoor en dat is mij in mijn lange carrière nog niet vaak overkomen.'

Alex Waardenburg keek de rechercheur onderzoekend aan.

'U ziet er ook vermoeid uit,' sprak hij bezorgd. 'U dient wat verstrooiing… afleiding…' Hij tastte in de binnenzak van zijn colbert.'Ik wilde u en uw collega uitnodigen voor een concert. 'Mijn zoon Kiliaan zal, begeleid door ons Stedelijk Symfonie Orkest, op de vleugel enige eigen composities ten gehore brengen.'

'Waar?'

In de ogen van Alex Waardenburg vonkte een blik van triomf.

'Hier in Amsterdam. In ons eigen Concertgebouw. De enige muziektempel met een voortreffelijke akoestiek. We hadden via onze impresario al tal van aanbiedingen van kleinere muziekzalen, maar die hebben we alle categorisch afgewezen. Eerst toen het Concertgebouw zich aandiende, hebben wij onmiddellijk geaccepteerd.'

De Cock reageerde niet onmiddellijk. Hij monsterde het bolle, vlezige gezicht, de roodgeaderde wangen boven een volle donkere snor.

'Wie,' vroeg hij zacht, 'is uw impresario?'

Alex Waardenburg keek hem achterdochtig en waakzaam aan.

'Willy… Willy Haareveld.'

18

Vledder keek hoofdschuddend naar de twee toegangskaarten die Alex Waardenburg op het bureau van De Cock had achtergelaten.

'Ik begrijp er niets meer van,' verzuchte hij. ' Alex Waardenburg en zijn zoon kennen Willy Haareveld als een man van slechte reputatie… als een bedrieger… en toch laten ze hem hun belangen behartigen.' Hij zweeg even. 'Wist jij iets van een relatie tussen de Waardenburgen en die Willy Haareveld?'

'Nee.'

Vledder huiverde zichtbaar.

'Iedereen kent iedereen en alles grijpt in elkaar. Het is een benauwd eng wereldje waarin wij verzeild zijn geraakt.' Hij keek naar De Cock op. 'Zouden de Waardenburgen in het distributienet van de impresario zijn opgenomen?'

'Je bedoelt drugs?'

Vledder knikte.

'Het idee is helemaal niet gek. Alex Waardenburg zou onder zijn over het algemeen rijke muziekleerlingen een aardig afzetgebied kunnen opbouwen.'

De Cock reageerde niet. Hij nam de toegangskaarten op en bekeek de datum.

'Kort dag,' sprak hij peinzend. 'Het is al over een week.'

'Wat?'

'Dat concert.'

'Ben je van plan om erheen te gaan?'

De Cock schoof zijn onderlip naar voren. Zijn gezicht stond ernstig.

'Alex Waardenburg,' sprak hij, 'kwam niet uit nieuwsgierigheid. Hij weet drommels goed dat wij met ons onderzoek nog geen steek verder zijn gekomen.' Hij tikte met zijn nagels op de toegangskaarten. 'Dit is ook geen daad van naastenliefde… om twèe moegestreden rechercheurs wat ontspanning te bezorgen. Het bezoek van Alex Waardenburg had maar een doel… hij wil van ons, dat wij dat concert bijwonen. Meer niet.'

Vledder keek hem niet begrijpend aan.

'Waarom?'

Commissaris Buitendam kwam drukdoenerig de recherchekamer binnenstappen. Bij De Cock bleef hij staan en wierp een notitie op zijn bureau.

'Ik heb net mr. Van Mechelen aan de telefoon gehad. Hij gaat met jouw voorstel akkoord. Je kunt Ramón Baveling verhoren. Over drie uur verwacht hij je op dat adres.'

De Cock pakte de notitie op.

'Winterswijk,' riep hij verrast. 'Dat is pal bij de Duitse grens.'

Commissaris Buitendam knikte.

'Mr. Van Mechelen heeft alles georganiseerd. Over drie uur is Ramón daar ook ergens in de buurt.' Hij wuifde naar de notitie in De Cocks hand. 'Dat is niet de plaats van het verhoor. Je ontmoet daar alleen mr. Van Mechelen. Hij zal je vandaar verder leiden.'

De commissaris keek de bedaagde rechercheur onderzoekend aan.

'Het heeft dus geen zin om de plaatselijke politie te charteren.'

De Cock grijnsde.

'Mr. Van Mechelen… hij denkt ook aan alles.'

Omdat de advocaat van de familie Baveling niet toestond, dat iemand de rechercheur vergezelde, had de Cock de voorkeur aan het spoor gegeven. Met de intercity reed hij naar Apeldoorn en stapte daar op een stoptrein, die hem in nog geen uur langs zes stations voerde voor hij eindelijk Winterswijk bereikte.

Hij liet zich de weg wijzen naar het moderne gemeentehuis, waar hij bij het gedenkteken voor de gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog de imposante gestalte van mr. Van Mechelen ontwaarde.

De Cock liep op hem toe en schudde hem de hand.

'Waar is Ramón?'

Mr. Van Mechelen glimlachte.

'U zult nog even geduld moeten oefenen.' Voortdurend om zich heenkijkend, voerde hij De Cock langs straten en lanen naar een grote zwarte limousine met chauffeur. De advocaat verzocht hem achterin plaats te nemen. De corpulente Van Mechelen perste zich achter hem naar binnen. Onmiddellijk zette de wagen zich in beweging.

Plotseling ontdekte De Cock, dat de ramen rondom waren geblindeerd. De oude rechercheur keek de advocaat spottend aan. 'Wat is dit? Gaat u mij ontvoeren?'

Mr. Van Mechelen schudde zijn hoofd.

'Ik doe alles,' sprak hij ernstig, 'om mijn cliënt te beschermen. Ik breng u langs enige omwegen naar een wat verlaten plek in het bos. U zult dan niet weten of u zich op Nederlands of op Duits grondge bied bevindt.' Op zijn vet gezicht verscheen een grijns. 'Met andere woorden… u tast volkomen in het onzekere of u, zoals de wet van u verlangt, wel in de rechtmatige uitoefening van uw bediening bent. Op Duits grondgebied heeft u geen opsporingsbevoegdheden en kunt u geen arrestaties verrichten.'

De Cock keek hem van terzijde aan.

'De afspraak was, dat ik Ramón Baveling in Nederland zou ontmoeten.'

Mr. Van Mechelen glimlachte fijntjes.

'En u weet niet of ik mij aan die afspraak houd.'

De Cock knikte begrijpend, schikte zich in zijn lot en zweeg.

Na ruim een half uur rijden stopte de wagen en mr. Van Mechelen verzocht De Cock om uit te stappen. Ze bevonden zich op een vrij brede zandweg omzoomd met bomen. De Cock zocht naar aanwijzingen omtrent de plek waar hij zich bevond. Die waren er niet. De corpulente advocaat sjokte voor hem uit naar een zijweg, die leidde naar een open plek in het bos. Het was een soort picknickplaats met een paar ruwhouten banken en tafels. Aan een van die tafels zat een jongeman. De Cock liep op hem toe en onderscheidde de gelaatstrekken van de oude Baveling.

De jongeman stond op en boog vormelijk.

'Rechercheur De Cock.'

De grijze speurder knikte.

'Met ceeooceekaa,' reageerde hij haast automatisch. 'Ik heb een lange reis moeten maken om u te ontmoeten.'

De jongeman glimlachte.

'Het arrangement is van mr. Van Mechelen. Hij is altijd erg bezorgd.'

Ze namen tegenover elkaar plaats. De Cock tastte de gelaatstrekken van de jongeman af. Hij was bijna het evenbeeld van zijn vader. Een verjongde uitgave in een sportieve dracht.

Ramón Baveling friemelde wat nerveus aan de ritssluiting van het jack dat hij droeg.

'Ik ben onschuldig.'

Het klonk hartstochtelijk.

De Cock reageerde scherp.

'Waarom ben je dan gevlucht?'

De jongeman weifelde even.

'Ik ben bang, dat mijn antwoord u niet zal bevallen. Maar ik wil openhartig zijn. Ik heb weinig vertrouwen in de Nederlandse justitie, met name haar vestiging in Amsterdam. Ik heb een paar jaar rechten gestudeerd en weet ongeveer waarover ik het heb.' Hij zweeg even; zocht naar een formulering. 'Vroeger sprak men van klasse-justitie, dat was een woord om aan te duiden dat de justitie de aanzienlijken en welgestelden uit onze samenleving bevoordeelde… hen mild bejegende… maar de volle zwaarte van de wet wel liet neerkomen op de armen en bezitlozen. De tijden zijn veranderd. We hebben nu een klasseloze justitie. Wanneer ik asociaal was, een crimineel of een rovende junkie, dan had ik van Vrouwe justitia niets te vrezen… ik kon op haar mildheid rekenen. Maar ik ben niet asociaal, ik heb geen crimineel verleden en ik gebruik geen verdovende middelen. Ik ben een normaal functionerende burger met als bijzondere handicap een welgestelde vader. De volle zwaarte van de wet zou op mij neerkomen, als ik ook maar enigszins werd verdacht. Toen Kiliaan Waardenburg mij waarschuwde, dat u bepaalde verdenkingen tegen mij koesterde, ben ik dan ook gevlucht.'