Выбрать главу

‘Het is in ieder geval een spoor dat we niet mogen verwaarlozen. Het zou de eerste keer niet zijn dat een zogenaamde caritatieve instelling misbruikt wordt om het hogere doel te dienen.’

‘Vandaele heeft zijn rechtse sympathieën nooit onder stoelen of banken gestoken,’ zei Versavel. ‘En ook Provoost kan je moeilijk een fan van Marx noemen.’

Van In stond op. Hij ijsbeerde door de kamer. Het verleidelijke aan een hypothese is dat de onderzoeker in een bepaalde richting begint te denken en alleen de elementen weerhoudt die zijn vooropgestelde theorie kunnen ondersteunen.

‘Wat doe je dan met Brys?’

De minister van Buitenlandse Zaken was een socialist. Die kan je natuurlijk heel wat verwijten, maar een geheime alliantie met extreem-rechts leek zelfs voor Versavel te gortig.

‘Die weet misschien nergens van. Je weet hoe socialisten zijn. Als het begint te smeulen, lijden ze aan collectief geheugenverlies.’

De brigadier was een apolitiek wezen. Hij scheerde alle bewindslieden over dezelfde kam.

Van In probeerde de feiten te ordenen. Een: de moord op Herbert. Twee: het verband tussen de moord en de cliënten van de Love. Drie: de eventuele financiering van het VLOK door de vzw Eigen Hulp. Veel parameters en nog meer onbekenden.

‘Als we nu eens de boekhouding van de vzw lieten controleren,’ zei hij plotseling.

‘Dat vergt tijd, Pieter. Voor je daarvoor toestemming krijgt, hebben ze de hele zwik netjes aangepast. De meeste van die organisaties werken met een dubbele boekhouding. Bovendien hebben ze voor iedere transactie een sluitende verklaring.’

‘Andere voorstellen?’

‘Een onaangekondigd bezoek kan soms wonderen doen,’ zei Versavel. ‘Je zei toch dat de vzw een opvangtehuis voor daklozen runde.’

‘Nu je het zegt, Guido. Hoe noemde Vervoort dat tehuis ook weer?’

‘De Zorghe, Pieter. Ik heb het adres gisteren in de Gouden Gids gevonden.’

‘Vooruit dan maar. Verwittig jij Baert of doe ik dat?’

Versavel haalde de schouders op. ‘Hij heeft zich vanmorgen ziek gemeld.’

‘Is het ernstig?’

‘Volgens zijn vrouw moet hij een paar dagen rusten. De stumperd sukkelt met zijn rug. Te lang getelefoneerd, denk ik.’

‘En daarvoor krijgt hij maar twee dagen ziekteverlof.’

‘Zijn huisarts is er eentje van de nieuwe lichting, die zijn steentje wil bijdragen aan de sanering van de sociale zekerheid. Zijn patiënten moeten halfdood zijn voor hij ze een week ziekteverlof voorschrijft.’

‘Jammer.’

‘Hoe bedoel je?’

‘Dat Baert zich geen ouderwetse dokter kan permitteren.’

Versavel lachte. ‘Zal ik een wagen vorderen?’

‘Nee,’ zei Van In. ‘Een politiewagen valt te veel op. Heeft Devos dienst?’

‘Ik geloof het wel,’ zei Versavel. ‘Hij zit bij de receptie.’

‘Fijn. Dan moet ik hem eerst nog iets vragen.’

Van In liep naar de deur, maar draaide zich halverwege om.

‘Contacteer jij ondertussen Carine Neels? Vraag haar of ze een paar dagen voor ons wil werken. Ik wil dat ze alle plastische chirurgen belt.’

Versavel keek verbaasd.

‘Herbert heeft zich door een van die mooisnijders laten opkalefateren. Daar is Hannelore gisteren achtergekomen. Sorry, maar in al die drukte ben ik vergeten je dat te vertellen.’

Van In trok de deur open.

‘Pieter.’

‘Ja, Guido.’

‘Ik vraag me af hoe jij weet dat Carine Neels vandaag dienst heeft en waarom je bij mij informeert naar een eventuele aanwezigheid van Devos.’

Van In had de deurkruk in zijn hand. De vraag die Versavel hem stelde, maakte hem bijzonder vrolijk.

‘Omdat ík weet waar de mooie meiden uithangen, Guido.’

In tegenstelling tot de Love was de Zorghe een keurig gerenoveerde hoeve met een overvloed aan goed onderhouden groen. Wie hier op bezoek kwam, kon de vzw Eigen Hulp niet van amateurisme beschuldigen. De boerderij leek op een dure beautyfarm waar uitgezakte middenstandsvrouwen om de zes maanden hun vel strakker laten aanspannen. Maar schijn bedriegt. De kleine paviljoenen die kriskras over het terrein verspreid stonden, boden onderdak aan een tiental families, die door allerlei omstandigheden in de marginaliteit verzeild waren geraakt.

Ilse, de vlotte maatschappelijk werkster die hier blijkbaar de plak zwaaide, leidde Van In en Versavel rond op het domein.

‘De vzw bekommert zich voornamelijk om het lot van gezinnen,’ zei ze met een glimlach waarop ieder reclamebureau dat zichzelf respecteerde meteen een bod had uitgebracht. ‘In eerste instantie proberen we de mensen wat rust te bieden. Na twee weken gaan we pas echt aan de slag. Een team van specialisten licht de problemen door en stelt passende oplossingen voor. Die worden voorgelegd aan onze cliënten. Na een grondige evaluatie wordt daaruit een strategie gedistilleerd die de reïntegratie van onze cliënten waarborgt. Onze slaagkansen liggen ver boven het landelijke gemiddelde.’

Van In luisterde allang niet meer. Ilse had een stel prachtige benen en aan haar fleurige, linnen zomerjurk zag hij dat de directrice van de Zorghe haar ondergoed niet in de plaatselijke supermarkt kocht.

Versavel werd gelukkig niet afgeleid door dat soort van details. Hij maakte voortdurend notities.

‘Dat was een bijzonder interessante rondleiding, mevrouw…’

‘Vanquathem, dokter,’ zei ze. ‘Maar u mag ook Ilse zeggen.’

Versavel probeerde zijn gezicht in de plooi te houden. Dat doktersgedoe was een idee van Van In. Het was een beproefde tactiek. De adepten van Hippocrates dwongen nog altijd respect af. Ilse Vanquathem was ervan overtuigd dat dokter Vansande en dokter Praat in de buurt van Turnhout een soortgelijk project wilden opzetten. Zelfs het geforceerde Antwerpse accent dat Van In voor de gelegenheid produceerde, maakte haar niet wantrouwig.

‘Het zou misschien nuttig zijn om ook even met een paar cliënten van gedachten te kunnen wisselen.’

De stralende glimlach om haar lippen bevroor.

‘Ik vrees dat we in dit soort delicate aangelegenheden niet mogen improviseren, dokter. Dergelijke confrontaties vereisen een degelijke voorbereiding. Ik zal uw voorstel zeker aankaarten op onze stafvergadering.’

‘Dat is fijn, Ilse. Je moet begrijpen dat wij alle informatie over dit schitterende project kunnen gebruiken.’

Hij overhandigde haar zijn kaartje.

Ilse wierp een vluchtige blik op de sierlijke letters: professor dokter Pieter Vansande, psychiater. Versavel had ook vijftig van die kaartjes op zak. Die hadden ze in het station laten printen. Daar stond een automaat en voor tweehonderd frank kon je het ding alles laten drukken. In een overmoedig gebaar haalde hij op zijn beurt zijn geloofsbrieven boven.

‘Dank u, dokter Praat,’ zei Ilse met een zekere bewondering. Ze had een zwak voor oudere, goedgevormde academici. ‘Kan ik u misschien een kop koffie aanbieden?’

Ilse loodste haar gasten naar het hoofdgebouw en gaf een van de cliënten opdracht koffie te zetten. Toen Versavel dringend naar het toilet moest, stak Van In uitgebreid de loftrompet van de vzw Eigen Hulp. Dat deed hij zo overtuigend dat het Ilse niet opviel dat Versavel meer dan een kwartier wegbleef.

Toen ze bij de voordeur afscheid namen van hun gastvrouw, botste Van In op een spichtige man in een overal. Even kruisten hun blikken elkaar. De koele ogen van de arbeider bezorgden Van In een onbehaaglijk gevoel. Met zijn heggenschaar leek de man sprekend op Freddy Krüger uit Nightmare on Elmstreet.

‘Hoe laat is het nu?’ vroeg Van In toen ze voor een verkeerslicht aan de expresweg stonden aan te schuiven.

‘Halfvijf,’ zei Versavel.

‘Prima. Devos hoeft zich niet ongerust te maken.’

André Devos was een collega die zijn hart aan dure wagens had verpand. Hoewel hij maar een gewone agent was, reed hij met een indrukwekkende Alfa Romeo. Die had Van In voor een paar uur geleend, met de bedoeling bij het bezoek aan de Zorghe een beetje geloofwaardig over te komen.

Van In liet de koppeling langzaam los en gaf slordig gas. De nerveuze Italiaan reageerde navenant. De Alfa liet zijn concurrenten ver achter zich.