Выбрать главу

‘Nee, maar dat insinueer je wel.’

‘En toch zijn er in Amerika wetenschappers die…’

‘In Amerika zijn er wetenschappers die beweren dat Elvis nog leeft.’

Van In maakte een afwerend gebaar. Het had geen zin haar nog langer op stang te jagen. Er viel een geforceerde stilte.

‘Toch vind ik dat we de activiteiten van de vzw onder de loep moeten nemen,’ geeuwde Van In even later.

Hij voelde de loomheid toeslaan als een man die hem met een rubberen hamer een vriendelijke tik gaf. Zijn gedachten werden wazig, als aquarelverf op een vel grofvezelig papier.

‘Ik denk dat ik nu maar eerst voor ons avondmaal zorg,’ zei hij. Hannelore drong niet verder aan. Ze hadden beiden een zware dag achter de rug. Morgen had ze een afspraak met haar gynaecoloog voor de vruchtwaterpunctie. Het had geen zin hem daar nu mee lastig te vallen.

‘Over tien minuten spelen ze Metropolis op Arte. Zin om te kijken?’

Hannelore wist dat ze hem met een klassieker altijd kon bekoren. Van In reageerde dan ook enthousiast op het voorstel. Hij sprong op en liep naar de keuken.

‘Dan serveer ik het souper in de salon, mevrouw.’

De ingekleurde, verkorte versie van Fritz Langs meestermerk kon hen niet boeien.

‘Zo zie je maar,’ zei Hannelore. ‘Als Hollywood zich met kunst bemoeit, blijft er niets van over.

Ze kloof het karkas van haar laatste kwartel af.

‘Morgen zenden ze The Birds uit,’ zei Van In. ‘Die film zal ons niet ontgoochelen. Met Hitchcock weet je immers altijd waar je aan toe bent.’

Van In zapte naar de BBC. Hannelore nestelde zich tegen zijn schouder. Ze belandden midden in een documentaire. David Attenborough voorzag de paring van twee miereneters van deskundig commentaar.

‘Ook als je de beesten niet zag, zou je nu zelf wel zin krijgen,’ zei Hannelore voldaan.

Van In schoof zijn bord opzij en schakelde de televisie uit.

‘Dat is dan geregeld,’ zei hij gretig.

Jos Brouwers was op korte tijd relatief rijk geworden. De ex-rijkswachter was zes jaar geleden voor zichzelf begonnen en hij verdiende nu tienmaal zoveel als vroeger. In rechtse kringen genoot zijn detectivebureau een stevige reputatie. Tot zijn trouwste klanten behoorde Lodewijk Vandaele. Brouwers kende de oude aannemer als een man die altijd kreeg wat hij wilde en daarvoor geen enkel middel schuwde.

Hij parkeerde zijn roestige Renault langs een zijweg van de Damse Vaart en legde de laatste driehonderd meter te voet af. Vandaele betaalde fors, maar in ruil daarvoor eiste hij absolute discretie.

Precies om negen uur belde Brouwers aan. Nog voor het geklingel was uitgestorven, maakte Virginie, de pensioengerechtigde huishoudster van Vandaele, de deur open. Dat was geen geringe prestatie voor een besje dat kromliep van de reuma. Ze verwelkomde de late gast met een tandeloze glimlach en zei dat mijnheer hem in de veranda verwachtte.

Vandaele begroette Brouwers met een weids gebaar, dat meer van autoriteit dan van gastvrijheid getuigde.

‘Ga zitten, Jos. Fijn dat je gekomen bent. Sigaar?’

Brouwers sloeg het aanbod niet af. Vandaele rookte uitsluitend Davidoffs en die waren zelfs voor de bemiddelde ex-rijkswachter een bijna onbetaalbare luxe.

‘Koffie?’

‘Graag.’

Brouwers nam een sigaar, bediende zich van een reepje cederhout, stak het in brand met een lucifer en rolde het uiteinde van de sigaar boven de gele, reukloze vlam.

‘Hoe gaat het met Greta?’

‘Die is op reis,’ antwoordde Brouwers droog. ‘Naar Martinique, alsof het hier niet goed genoeg is.’

‘Vrouwen,’ zuchtte Vandaele veelbetekenend.

De mannen badineerden tot Virginie de koffie had geserveerd. Brouwers genoot van het aroma van versgemalen Columbiaanse bonen. Virginie slofte naar de keuken en kwam terug met een schaal petitfours, een lekkernij waar Brouwers verzot op was. Hij tastte ongevraagd toe.

‘Van Nicolas?’

‘Natuurlijk,’ zei Vandaele minzaam.

Nicolas stond bekend om zijn verfijnde patisserie.

‘Bedankt, Virginie.’

Uit de mond van Vandaele klonk zelfs een dankwoord nog als een bevel. Het mensje trok zich geruisloos terug.

‘Ik zoek iemand,’ zei Vandaele toen Virginie de deuren van de veranda had dichtgeschoven.

Brouwers knikte, slikte een half gebakje door en haalde een blocnote boven.

‘Geen notities, Jos. Ik vrees dat dit een nat karwei wordt.’

De ex-rijkswachter borg zijn schrijfgerei weer op en nam een tweede gebakje. In het jargon betekende een nat karwei dat hij iemand uit de weg moest ruimen.

‘Tegen het gebruikelijke tarief?’

Vandaele schonk de kopjes vol. Zelf nam hij een toefje slagroom. Brouwers deed dat niet. Op zijn zesenveertigste beschikte hij over de conditie en het lichaam van een dertiger en dat wilde hij graag zo houden. Alleen gebakjes van Nicolas en een goed glas bier vond hij een zonde waard.

‘Dat spreekt voor zich, Jos. En ik garandeer je een bonus van vijfhonderdduizend als je de klus binnen de week klaart.’

Brouwers trok zijn wenkbrauwen op. Een premie van een half miljoen, dat klonk bijzonder aantrekkelijk.

‘De man die ik zoek, is een buitengewoon listig heerschap, Jos. Hij is enkele dagen geleden spoorloos verdwenen en het zou me niet verbazen als hij naar het buitenland is uitgeweken.’

‘Geen probleem, mijnheer Vandaele. De wereld is klein. Als de man wil overleven, moet hij sporen achterlaten.’

Vandaele glimlachte. Brouwers was een professional. Het was niet de eerste keer dat hij een haast onmogelijke opdracht tot een goed einde kon brengen.

‘Wordt onze man door de politie gezocht?’

‘Hoogstwaarschijnlijk wel. Precies daarom bied ik je een bonus aan. Voor mij is het van vitaal belang dat je hem eerder vindt dan de flikken. Op onkosten hoef je niet te kijken. Ik vergoed alles.’

Brouwers wilde vragen wat Vandaele bedoelde met alles, maar de oude was hem voor.

‘Als je een Concorde moet nemen om hem op te sporen, geneer je dan niet. Als het ding te traag vliegt, stap dan gerust naar de gezagvoerder en vraag hem hoeveel hij wil om wat meer gas te geven. Begrijp je wat ik bedoel, Jos?’

Brouwers nam een trekje van zijn sigaar. Een vlucht met een Concorde trok hem wel aan.

‘Laten we hopen dat het slachtoffer voor een verre bestemming heeft gekozen,’ grinnikte hij.

‘Ik mag dus aannemen dat je de opdracht aanvaardt.’

Vandaele stond op. Hij liep naar een mahoniehouten serveerboy. Het was tijd om hun contract met een borrel te bezegelen. Voor een keer sloeg Brouwers de borrel niet af.

‘Ik heb natuurlijk nog wat informatie nodig,’ zei hij. ‘Hoe meer ik over de man weet, hoe vlugger ik hem vind.’

‘Aan informatie geen gebrek, Jos. Ik ken William Aerts van toen hij nog een dreumes was.’

Jos Brouwers was lichtjes aangeschoten toen hij tegen middernacht afscheid nam van zijn opdrachtgever. De lucht boven de polder was uitzonderlijk helder. Triljoenen sterren verlichtten zijn pad. Maar Brouwers voelde de kilte niet. Hij slenterde voldaan naar zijn wagen. Jammer dat Greta er niet zou zijn, wanneer hij straks thuiskwam.

In het huis aan de Vette Vispoort kuste Van In Hannelore goedenacht. Tot een uur geleden had hij zich niet kunnen voorstellen dat een documentaire over parende miereneters zo opwindend kon eindigen.

8

De volgende morgen verscheen Van In vroeg op kantoor. De zon scheen krachteloos door de vuile ramen van het politiecommissariaat. De bezuinigingen die het stadsbestuur vorig jaar had doorgevoerd, eisten ook hier hun tol. Het onderhoud van het gebouw was tot een minimum herleid. Alleen de lokalen waar het publiek over de vloer kwam, werden nog regelmatig schoongemaakt. Niet dat het Van In wat kon schelen. Persoonlijk vond hij dat de vuile waas op de ruiten hun kantoor een zekere privacy verleende. Van buitenaf was het zo immers niet meer te zien of hier gewerkt werd of niet.