‘Dan resumeer ik even,’ zei ze kordaat. ‘Provoost verwacht in de loop van de avond het bezoek van een vrouw. Hij tut zich op, trekt zijn mooiste pyjama aan, doet een sjaal om en wacht in de slaapkamer tot zijn afspraakje aanbelt. Hij laat haar binnen. De vrouw overmeestert hem, slaat hem in de boeien en vermoordt hem een paar uur later.’
Van In knikte. Hij vond haar analyse briljant.
‘De helft van zijn collectie videobanden gaat over SM. Dat Provoost in deze context geboeid kon worden, lijkt me dus niet verwonderlijk. De tijd die de moordenaar daarvoor nodig had, zit me wel dwars.’
‘Waarom? Als ik mij niet vergis kunnen die SM-spelletjes uren in beslag nemen,’ zei Hannelore verbaasd. Ze begreep niet waarom hij daarmee verveeld zat.
‘Omdat ik denk dat de moord op Provoost met de moord op Herbert in verband staat. Als Provoost bezweken is aan een uit de hand gelopen seksspelletje, gaat het hier om een ongelukje, en dat geloof ik niet. Volgens mij is Provoost in koelen bloede omgebracht en in dat geval hoefde de moordenaar de executie geen uren te rekken.’
‘Een merkwaardige hypothese,’ zei Hannelore. ‘Ik vraag me af of we ooit achter de waarheid zullen komen.’
‘Die moeten we in de schoot van de vzw zoeken,’ zei Van In vastberaden. ‘Als jij voor een huiszoekingsbevel zorgt, heeft Versavel de kans om alle computerbestanden te kraken.’
‘Je weet dat ik dat niet zomaar kan,’ steigerde ze. ‘Geen enkele onderzoeksrechter zal op grond van een paar vage vermoedens een dergelijke actie goedkeuren. Stel je voor dat ooit uitlekt dat Versavel zich al wederrechtelijk toegang heeft verschaft tot hun computer.’
Als Hannelore in gerechtelijk jargon verviel, wist Van In dat hij niet verder moest aandringen.
‘Dan zit er niets anders op dan te infiltreren in de vzw,’ zei hij mat.
Het plan om een undercoveragent in de vzw te droppen had hij vannacht bedacht.
‘Kan je werkelijk geen legale methode bedenken?’ Hannelore verhief haar stem.
‘Ik sta open voor ieder bruikbaar voorstel,’ zei Van In gedwee.
Hij wist dat er geen alternatief was en dat besefte Hannelore eveneens. De lijst met namen die Van In uit Linda Aerts had gesleurd, was waardeloos. De mannen die erop figureerden hadden de wet niet overtreden. William Aerts, die wellicht nuttige informatie over de werking van de Love kon verstrekken, was spoorloos en het verband tussen de moorden en de vzw Eigen Hulp berustte op schamele vermoedens. Het was een publiek geheim dat het imperium van Lodewijk Vandaele op malafide praktijken gegrondvest was, maar tot nu toe had niemand de man iets ten laste kunnen leggen.
‘Aan wie had je gedacht?’ polste ze voorzichtig.
‘Het moet in ieder geval een vrouw zijn,’ zei Van In. ‘En liefst een knappe.’
Hannelore glimlachte. Subtiel was hij niet, maar wat kon haar dat schelen. Een compliment bleef een compliment.
‘Oké, Pieter. Maar voor je eraan begint, wil ik eerst de zaak met de procureur bespreken. Als hij zijn zegen geeft, wil ik het gerust doen.’
Van In besefte dat hij een onvergeeflijke blunder had gemaakt.
‘Met knap bedoelde ik eigenlijk iets anders,’ grijnsde hij schaapachtig.
‘Iemand anders zeker.’
‘Begrijp me niet verkeerd, Hanne. Jij bent zwanger. Bovendien is dit een specifieke politietaak.’
‘Is ze jonger dan vijfendertig?’
Het had geen zin haar nog langer voor de gek te houden.
‘Carine Neels is drieëntwintig en ze is speciaal getraind voor dat soort van opdrachten,’ loog Van In.
Alleen haar leeftijd klopte. Carine Neels had twee jaar politieschool achter de rug. De zwaarste criminelen met wie ze het tot nu toe aan de stok had gekregen, waren foutparkeerders en gepensioneerden die hun hondenbelasting niet betaalden.
‘En je bent er zeker van dat Carine niet zwanger is,’ hoonde Hannelore.
‘Carine is lesbisch,’ loog Van In opnieuw.
‘Mogen die dan niet zwanger worden?’ Hannelore keek hem strijdlustig aan. Wat was hij toch lief, dacht ze. Straks beweerde hij nog dat Carine een baard en een snor had.
De ironische manier waarop Hannelore die vraag stelde, was Van In niet ontgaan.
‘Carine Neels lijdt bovendien aan vaginisme,’ sprak hij zacht. ‘Dat heb ik eergisteren persoonlijk kunnen vaststellen.’
Hannelore zweeg. Het was niet haar bedoeling hem op stang te jagen.
Jos Brouwers vouwde de kaart van Zuid-Europa open. Dominique Verhelst had hem zo-even teruggebeld. De zestien miljoen stond nog altijd op de rekening van Aerts in Rome. Brouwers probeerde in de huid van zijn prooi te kruipen. Aerts was een listig heerschap, had Vandaele gezegd. Er moest bijgevolg een verband bestaan tussen de stad Rome en de schuilplaats van de voortvluchtige. De ex-rijkswachter trok bedachtzaam het cellofaanpapier van een pakje kauwgom met pepermuntsmaak los. Hij scheurde de wikkel open en stopte een plakje kauwgom in zijn mond.
De meeste onderzoekers maken steevast dezelfde fout. Ze denken dat de oplossing van een probleem recht evenredig is met de complexiteit ervan. Niets is minder waar. Complexiteit is niets anders dan een verzameling van eenvoudige elementen. Jos Brouwers wist dat een correcte analyse van een probleem meestal de helft van de oplossing ervan vormde. Dat dankte hij aan de wiskundeknobbel die hij van zijn vader had geërfd. Brouwers senior had zijn hele loopbaan als lagere bediende voor een bank gewerkt. Niemand had hem ooit een rekenmachine zien gebruiken. Zijn ultieme droom was dat zijn zoon ooit burgerlijk ingenieur zou worden. Met dat doel voor ogen had hij zich dag en nacht uitgesloofd. Maar het noodlot is grillig en plannen blijven altijd mensenwerk. Toen Jos Brouwers in de eerste kandidatuur een grote onderscheiding behaalde, bezweek zijn vader aan een hartaanval. In die tijd waren sociale voorzieningen nog ontoereikend. Jos Brouwers zag zich genoodzaakt zijn studies te onderbreken. Hij solliciteerde bij de rijkswacht, onderging de harde opleiding en onderwierp zich aan de vernederingen en de willekeur van zijn oversten. Gedurende meer dan tien jaar had hij zijn loon afgestaan aan zijn moeder. Zijn broers en zusters studeerden in zijn plaats. Toen ze eenmaal hun diploma op zak hadden, lieten ze hem links liggen. Ze waren beschaamd dat hun oudste broer slechts rijkswachter was geworden. Maar ieder drama heeft zijn keerpunt. De Grieken noemen het de catharsis. Brouwers zelf prefereerde het moderner klinkende woord turning point. Zes jaar geleden had hij beslist zijn leven opnieuw in eigen handen te nemen. Hij nam ontslag bij de rijkswacht en zwoer weerwraak te nemen op zijn bekakte familie. De enige manier om dat doel te bereiken, was rijker te worden dan zijn broer Jacob, de oogarts, meer prestige te verwerven dan Bert, de soapacteur, meer vrijheid te veroveren dan Christa, de beeldhouwster en meer invloed te verwerven dan Kathy, het provincieraadslid. Voor de onderdelen rijkdom en vrijheid was hij cum laude geslaagd. Prestige en invloed genoot hij in welbepaalde kringen, en daar nam hij genoegen mee.
Brouwers nam een passer, ging na wat de schaal was van de kaart en trok een cirkel met een straal van vijfhonderd kilometer om Rome.
Versavel keek zenuwachtig op zijn polshorloge en streek vluchtig over zijn snor. Van In had zoals gewoonlijk zijn semafoon laten liggen. Hij was weer eens bewust onbereikbaar. Hoofdcommissaris De Kee belde om het halfuur. Hij eiste dat Van In zich onmiddellijk zou melden zodra hij kwam opdagen. Versavel deed zijn best. Hij had iedereen gebeld. Juffrouw Calmeyn verzekerde hem dat de commissaris en mevrouw de procureur al meer dan een uur geleden waren vertrokken. Leo Vanmaele verwees hem door naar l’Estaminet en op de rechtbank kreeg hij van een griffier te horen dat mevrouw Martens tijdelijk afwezig was.
Versavel belde alle nummers nog een keer voor hij De Kee inlichtte. De kleine hoofdcommissaris was furieus. Versavel slikte gelaten de verwensingen en beloofde dat hij Van In voor morgen zou contacteren. De hoofdcommissaris mocht op zijn beide oren slapen. Versavel had een boodschap achtergelaten op de telefoonbeantwoorder van Van In.