Выбрать главу

‘Waar is het misgegaan, denk je?’ vroeg Serancha zacht. De vrouwen zwegen. Geen van hen wilde er ronduit voor uitkomen dat het plan was mislukt. Adelorna ging met over elkaar geslagen armen achteroverzitten, broeierig, maar niet langer smijtend met beschuldigingen.

‘Het was Elaida,’ zei Ferane. ‘Zij is nooit... erg logisch geweest.’

‘Ze was een verdomde ramp, dat was ze,’ mompelde Adelorna. ‘Het was meer dan dat,’ gaf Jesse toe. ‘Het rechtstreeks kiezen van beïnvloedbare Gezetenen om de vrouwen te vervangen die naar de opstandelingen waren gestuurd, was een goed besluit, maar misschien te voor de hand liggend. De leden van onze eigen Ajahs kregen argwaan; ik heb meerdere opmerkingen gehoord van vrouwen in de Bruine. We zijn lang niet zo onoplettend als anderen graag denken.’

Serancha knikte. ‘Het rook naar een samenzwering,’ zei ze. ‘Dat maakte de vrouwen achterdochtig. En dan waren de opstandelingen er nog. Veel lastiger te beheersen dan we hadden gedacht.’ De vrouwen knikten. Zij, net als Jesse, hadden aangenomen dat met de juiste sturing de opstandelingen wel naar de Toren zouden terugkomen en om vergiffenis zouden vragen. De verdeling had moeten aflopen met niet meer schade dan wat gekwetste trots hier en daar. Maar ze hadden er niet op gerekend hoe weerbarstig, of doeltreffend, de opstandelingen zouden zijn. Een volledig leger dat midden in een sneeuwstorm op de oevers van Tar Valon was verschenen? Geleid door een van de grootste militaire geesten van de Eeuw? Met een nieuwe Amyrlin en een frustrerend werkzaam beleg? Wie had dat nu zien aankomen? En sommige Gezetenen die ze hadden gestuurd, waren zich bij de opstandelingen in plaats van de Witte Toren gaan scharen!

We hadden Elaida nooit de vrijheid mogen geven om de Blauwe Ajah te ontmantelen, dacht Jesse. De Blauwe zusters zouden misschien bereid zijn geweest terug te komen als dat niet was gebeurd. Maar het was zo’n oneer dat ze zich hadden ingegraven. Het Licht alleen wist hoe gevaarlijk dat was; de geschiedenissen waren vol verslagen over hoe hardnekkig de Blauwen konden zijn als ze hun zin niet krijgen, vooral wanneer ze in een hoek werden gedrukt. ‘Ik denk dat het tijd wordt om toe te geven dat er geen hoop meer is om onze plannen nog te redden,’ zei Suana. ‘Zijn we dat eens?’

‘Ja,’ zei Adelorna.

Een voor een knikten de zusters, en ook Jesse zelf. Zelfs in deze kamer was het moeilijk om hun falen toe te geven. Maar het werd tijd om hun verliezen te nemen en te beginnen met de wederopbouw. ‘Dit levert zijn eigen problemen op,’ zei Serancha, nu op kalmere toon. De andere vrouwen keken ook geruster. Ze vertrouwden elkaar niet, deze vijf, maar ze kwamen er dichterbij dan enige andere groep zonder gezag in de Zaal.

‘We moeten voorzichtig zijn,’ voegde Ferane eraan toe. ‘De splitsing moet ongedaan worden gemaakt.’

‘De opstand was gericht tegen Elaida,’ zei Adelorna. ‘Als zij niet langer Amyrlin is, waar moeten ze dan nog tegen in opstand komen?’

‘Dus we laten haar in de steek?’ vroeg Jesse.

‘Ze verdient het,’ antwoordde Adelorna. ‘Ze heeft steeds opnieuw gezegd dat de Seanchanen geen dreiging waren. Nou, nu boet ze uit eerste hand voor die dwaasheid.’

‘Elaida is niet meer te redden,’ vulde Ferane aan. ‘De Zaal heeft dit al besproken. De Amyrlin zit ergens tussen een massa gevangenen, en we hebben niet de middelen of de inlichtingen om haar te gaan redden.’

Niet te vergeten een totaal gebrek aan wil, voegde Jesse er in gedachten aan toe. Veel van de Gezetenen die deze punten bij de Zaal hadden aangekaart, waren vrouwen die door Elaida tot boetedoening waren veroordeeld. Jesse hoorde daar niet bij, maar ze vond wel dat Elaida haar beloning had verdiend, al was het maar om hoe ze de Ajahs tegen elkaar had opgezet.

‘Dan hebben we een vervangster nodig,’ zei Serancha. ‘Maar wie?’

‘Het moet een sterk iemand zijn,’ zei Suana. ‘Maar wel voorzichtig, in tegenstelling tot Elaida. Iemand om wie de zusters zich kunnen scharen.’

‘Wat vinden jullie van Saerin Asnobar?’ vroeg Jesse. ‘Ze legt de laatste tijd ongelooflijk veel wijsheid aan de dag, en iedereen mag haar.’

‘Natuurlijk zou jij een Bruine kiezen,’ schamperde Adelorna. ‘En waarom niet?’ vroeg Jesse ontdaan ‘Jullie hebben neem ik aan allemaal gehoord hoe goed ze het bevel op zich nam tijdens de aanval gisteravond?’

‘Seaine Herimon heeft haar eigen verdedigingsgroep aangevoerd,’ zei Ferane. ‘Ik zou denken dat dit een tijd is waarin een vrouw die niet zo gevoelig is de leiding moet krijgen. Iemand die rationeel begeleiding kan bieden.’

‘Onzin,’ weersprak Suana. ‘Witten zijn te gevoelloos; we willen geen zusters van elkaar vervreemden, we willen ze samenbrengen. Ze Helen! Een Gele daarentegen...’

‘Jullie vergeten allemaal iets,’ onderbrak Serancha hen. ‘Wat is er nu nodig? Een verzoening. De Grijze Ajah is degene die al eeuwen de kunst van het onderhandelen oefent. Wie kan er beter omgaan met een verdeelde toren en met de Herrezen Draak?’

Adelorna greep de armleuningen van haar stoel vast en rechtte haar rug. De anderen werden ook gespannen. Toen Adelorna haar mond opendeed om iets te zeggen, was Jesse haar voor. ‘Genoeg!’ riep ze. ‘Gaan we alleen maar ruziën, zoals de Zaal al de hele ochtend doet? Elke Ajah biedt haar eigen leden aan, die dan meteen van de hand worden gewezen door de anderen?’ Het werd weer stil in de kamer. Het was waar; het overleg in de Zaal duurde al uren en was pas net voor korte tijd opgeschort. Niet één Ajah had al bijlange na genoeg steun voor een van haar kandidaten. De Gezetenen wilden niemand aanvaarden die niet van hun eigen Ajah was, want er was te veel onmin tussen hen. Licht, wat een puinhoop! ‘In het gunstigste geval zou het een van ons vijf moeten zijn,’ zei Ferane. ‘Dat is logisch.’

De vijf keken elkaar aan, en Jesse kon hun antwoord al in hun ogen lezen. Zij waren de oversten van de Ajahs, de machtigste vrouwen ter wereld. Op dit ogenblik was er een machtsevenwicht, en hoewel ze elkaar meer vertrouwden dan de meeste anderen, was het uitgesloten dat een van hen een andere overste zou verheffen tot Amyrlin Zetel. Het zou die vrouw veel te veel macht geven. Sinds het falen van hun plan was het vertrouwen heel dun gezaaid. ‘Als we niet snel besluiten,’ merkte Suana op, ‘dan neemt de Zaal ons de beslissing misschien uit handen.’

‘Bah.’ Adelorna maakte een handgebaar. ‘Die zijn zo verdeeld dat ze het niet eens kunnen worden over de kleur van de hemel. De Gezetenen hebben geen flauw benul wat ze doen.’

‘Sommigen van ons hebben in ieder geval geen Gezetenen gekozen die jaren te jong waren om in de Zaal te zitten,’ zei Ferane. ‘O?’ vroeg Adelorna. ‘Dus dat heb je dan nu maar ingehaald, Ferane? Door jezelf te kiezen als Gezetene?’

Feranes ogen werden groot van woede. Het was nooit verstandig om die vrouw boos te maken.

‘We hebben allemaal fouten gemaakt,’ zei Jesse snel. ‘We hebben bij meerdere zusters die we naar voren hebben geschoven de verkeerde keus gemaakt. We wilden vrouwen die zouden doen wat wij zeiden, maar in plaats daarvan hebben we een groep ruziënde blagen met te veel eigendunk gekregen, zo onvolwassen dat gematigder geesten ze niet kunnen beïnvloeden.’

Adelorna en Ferane keken elkaar nadrukkelijk niet aan. ‘We blijven met een probleem zitten,’ zei Suana. ‘We hebben een Amyrlin nodig. De genezing moet snel beginnen, ongeacht de prijs.’ Serancha schudde haar hoofd. ‘Ik kan echt geen enkele vrouw bedenken die door een voldoende aantal Gezetenen zou worden gesteund.’

‘Ik wel,’ zei Adelorna zacht. ‘Ze is vandaag een paar keer genoemd in de Zaal. Jullie weten over wie ik het heb. Ze is jong, en haar omstandigheden zijn ongebruikelijk, maar dat geldt op het ogenblik eigenlijk voor alles.’

‘Ik weet niet,’ zei Suana fronsend. ‘Ze is genoemd, ja, maar door vrouwen wier motieven ik niet vertrouw.’

‘Saerin schijnt nogal met haar ingenomen te zijn,’ gaf Jesse toe. ‘Ze is te jong,’ zei Serancha. ‘Berispten we elkaar niet net nog omdat we Gezetenen hadden gekozen die de nodige ervaring misten?’