Выбрать главу

‘Dat bewijst nog niet dat Elaida kan Reizen,’ merkte Romanda binnen in de tent op. ‘Die Rode zuster kan ook op een andere manier naar Kandor zijn gekomen.’

Ashmanaille schudde haar hoofd. ‘Ze hebben gezien hoe er een Poort werd gemaakt. De hoofdklerk ontdekte een boekhoudkundige fout en stuurde een klerk achter Elaida’s afvaardiging aan om hun een paar munten meer uit te betalen. De man beschreef uitstekend wat hij zag. De paarden reden door een zwart gat in de lucht. Hij was zo stomverbaasd dat hij om de wacht riep, maar toen waren Elaida’s mensen al weg. Ik heb hem zelf verhoord.’

‘Ik vertrouw liever niet op het woord van één man,’ zei Moria, die voor aan de groep zat.

‘De hoofdklerk gaf een heel uitgebreide beschrijving van de vrouw die het geld van hem aanpakte,’ zei Ashmanaille. ‘Ik ben er vrij zeker van dat het Nesita was. Misschien kunnen we achterhalen of zij in de Toren is? Dat zou aanvullend bewijs zijn.’

Anderen kwamen met tegenwerpingen, maar Siuan luisterde al niet meer. Misschien was dit een heel sluwe list met de bedoeling om hen af te leiden, maar die gok konden ze niet nemen. Licht! Was zij dan de enige met een hoofd op haar schouders?

Ze greep de dichtstbijzijnde Novice vast, een muizig meisje dat waarschijnlijk ouder was dan ze eruitzag; dat moest wel, want ze leek hooguit negen.

‘Ik heb een boodschapper nodig,’ liet Siuan haar weten. ‘Haal een van de boodschappers die heer Brin in het kamp heeft achtergelaten om nieuws aan hem over te brengen. Snel.’ Het meisje slaakte een gilletje en draafde weg. ‘Wat was dat nou weer?’ vroeg Sheriam.

‘Ik red ons het leven,’ zei Siuan, loerend naar de Novices om hen heen. ‘Zo!’ gromde ze. ‘Genoeg gegaapt! Als jullie lessen zijn uitgesteld vanwege dit fiasco, zoek dan iets anders nuttigs te doen. Elke Novice die over tien tellen nog op dit looppad staat, mag boete doen tot ze niet meer fatsoenlijk tot tien kan tellen!’ Dat zette een massale uittocht van witte gewaden in gang, doordat de families van vrouwen zich met gehaaste voetstappen verwijderden. Even later was alleen de kleine groep Aanvaarden nog over, samen met Sheriam en Siuan. De Aanvaarden krompen ineen toen Siuan naar hen keek, maar ze zei niets. Een van de voorrechten van Aanvaarde zijn was meer vrijheid. Bovendien was Siuan tevreden zolang ze zich kon bewegen zonder tegen iemand aan te botsen. ‘Waarom is deze bijeenkomst niet meteen Verzegeld tot de Vlam?’ vroeg ze aan Sheriam.

‘Weet ik niet,’ gaf Sheriam toe, kijkend in de grote tent. ‘Het is angstaanjagend nieuws, als het waar is.’

‘Dit moest een keer gebeuren,’ zei Siuan, hoewel ze vanbinnen bij lange na niet zo rustig was. ‘Het nieuws over het Reizen verspreidt zich.’

Wat is er gebeurd? dacht ze. Ze hebben Egwene toch niet gebroken? Hopelijk is het niet zij of Leane geweest die is gedwongen om dat geheim prijs te geven. Beonin. Zij moest het zijn. Het Licht verschroeie dit alles!

Ze schudde haar hoofd. ‘Het Licht geve dat we het Reizen geheim kunnen houden voor de Seanchanen. Als ze de Witte Toren inderdaad aanvallen, zullen we in ieder geval dat voordeel nodig hebben.’

Sheriam keek haar aan, en haar scepsis was duidelijk. De meeste zusters geloofden niet in Egwenes Droom over de aanval. Dwazen! Ze wilden de vis wel vangen, maar die niet schoonmaken. Je kon een vrouw niet verheffen tot Amyrlin en vervolgens haar waarschuwingen in de wind slaan.

Siuan wachtte ongeduldig, tikkend met haar voet en luisterend naar het gesprek in de tent. Net toen ze zich begon af te vragen of ze nog een Novice op pad moest sturen, kwam een van Brins boodschappers op een paard naar de tent toe draven. Het nukkige beest dat hij bereed was nachtzwart, met wit boven de hoeven, en het snoof naar Siuan toen de ruiter vlak bij haar tot stilstand kwam, gekleed in een net uniform en met kortgeknipt bruin haar. Moest hij dat beest nu echt zo dichtbij brengen?

‘Aes Sedai?’ vroeg de man, die vanuit het zadel een buiging maakte. ‘U hebt een boodschap voor heer Brin?’

‘Ja,’ antwoordde Siuan. ‘En zorg dat die met alle haast wordt afgeleverd. Is dat begrepen? Het leven van iedereen hier hangt er mogelijk van af.’

De soldaat knikte ferm.

‘Zeg tegen heer Brin...’ begon Siuan. ‘Zeg hem dat hij op zijn flanken moet letten. Onze vijand heeft de beschikking over dezelfde methode die wij hebben gebruikt om hier te komen.’

‘Ik zal het doorgeven.’

‘Herhaal mijn boodschap,’ beval Siuan.

‘Natuurlijk, Aes Sedai,’ zei de slanke man, die nogmaals boog. ‘Maar ik moet u zeggen, ik ben al meer dan tien jaar boodschapper voor de generaal. Mijn geheugen...’

‘Stop,’ viel Siuan hem in de rede. ‘Het kan me niet schelen hoe lang je dit al doet. Het kan me niet schelen hoe goed je geheugen is. Het kan me niet schelen of je, door een of andere speling van het lot, diezelfde boodschap al duizend keer eerder hebt overgebracht. Herhaal mijn boodschap.’

‘Eh, ja, Aes Sedai. Ik moet tegen de generaal zeggen dat hij op zijn flanken moet letten. Onze vijand heeft de beschikking over dezelfde methode die wij hebben gebruikt om hier te komen.’

‘Goed. Ga nu.’

De man knikte.

‘Nu!’

Hij liet dat akelige paard steigeren en galoppeerde met wapperende mantel het kamp uit. ‘Waarom deed je dat nou?’ vroeg Sheriam, wegkijkend van de vergadering in de Zaal.

‘Om te zorgen dat we niet wakker worden met Elaida’s leger om ons heen,’ zei Siuan. ‘Ik durf te wedden dat ik de enige ben die eraan dacht om onze generaal te waarschuwen dat de vijand misschien ons grootste tactische voordeel teniet heeft gedaan. Daar gaat het beleg.’ Sheriam fronste haar voorhoofd, alsof ze daar niet bij had stilgestaan. Ze zou niet de enige zijn. O, sommigen zouden wel aan Brin denken en zich voornemen om uiteindelijk een keer een boodschap aan de generaal door te geven. Maar voor velen was de ramp hier niet het feit dat Elaida haar legers nu dat van hen kon laten flankeren, of dat Brins belegering nu geen zin meer had. De ramp zou voor hen veel persoonlijker zijn: de wetenschap dat wat zij met zoveel moeite hadden geprobeerd geheim te houden, in andermans handen was gevallen. Reizen was van hen, en nu had Elaida er de beschikking over! Typisch Aes Sedai. Eerst verontwaardiging, dan beschuldiging.

Of misschien was Siuan gewoon verbitterd. Iemand in de tent kwam eindelijk op de gedachte om de vergadering te laten Verzegelen tot de Vlam, en dus trok Siuan zich terug. Ze stapte het looppad af en liep over de hard aangestampte aarde. Novices schuifelden overal heen, met hun hoofd gebogen om haar blik te ontwijken, hoewel ze snel kniksen maakten. Ik heb me vandaag niet bepaald zwak voorgedaan, dacht Siuan met een grimas.

De Witte Toren stortte ineen. De Ajahs verzwakten elkaar door kinderachtig onderling te ruziën. Zelfs hier in Egwenes kamp werd meer tijd besteed aan politiek dan aan voorbereidingen op de komende storm.

En Siuan was deels verantwoordelijk voor dat falen. Elaida en haar Ajah droegen natuurlijk het leeuwenvissendeel van de schuld. Maar zou de Toren ooit gespleten zijn als Siuan had aangedrongen op samenwerking tussen de Ajahs? Elaida had nog niet veel tijd gehad. Elke scheuring die in de Toren verscheen, kon waarschijnlijk worden teruggevoerd op kleine haarscheurtjes uit Siuans termijn als Amyrlin. Als ze zich meer had opgesteld als tussenpersoon tussen de groeperingen in de Witte Toren, had ze die vrouwen dan wat kracht in hun botten kunnen stampen? Had ze kunnen voorkomen dat ze zich op elkaar stortten als bloeddorstige vlijmvissen? De Herrezen Draak was belangrijk, maar hij was slechts één figuur in het weefsel van deze laatste dagen. Dat was te gemakkelijk te vergeten; het was te gemakkelijk om de dramatische man uit de legende te zien en alle anderen te vergeten.