Выбрать главу

‘Goed werk, Droe!’ zei Cordelia toen Droesjnakovi bij hen terugkeerde. ‘Maar je moet echt agressiever zijn. Laat je moordenaarsinstincten de vrije loop.’

‘Dat vind ik ook,’ zei Vorkosigan onverwachts. ‘Die kleine aarzeling die je hebt, kan dodelijk zijn… en niet alleen voor jezelf.’ Hij keek haar strak aan. ‘Je oefent hier voor het echte werk, hoezeer we ook allemaal hopen dat zo’n situatie zich nooit zal voordoen. De volledige inzet die je dan nodig hebt, moet volkomen automatisch komen.’

‘Ja, meneer. Ik zal het proberen, meneer.’

In de volgende ronde kwam sergeant Bothari uit, die zijn tegenstander tweemaal snel na elkaar tegen de grond drukte. De verslagene kroop het strijdperk uit. Er werden nog een paar ronden gespeeld en toen was het weer Droesjnakovi’s beurt, deze keer tegen een van III-yans mannen.

Ze pakten elkaar vast, en in de worsteling porde hij haar doeltreffend tussen de billen, wat het publiek een fluitconcert ontlokte. Doordat ze kwaad en afgeleid was, kon hij haar uit haar evenwicht trekken en fatsoenlijk ten val brengen.

‘Zag je dat?’ riep Cordelia tegen Aral. ‘Dat was een smerige truc!’

‘Hm. Maar het was niet een van de acht verboden stoten. Je zou hem er niet om kunnen diskwalificeren. Niettemin…’ Hij gebaarde naar Kodelka voor een onderbreking en riep Droesjnakovi bij zich voor een onderonsje.

‘We hebben die por gezien,’ mompelde hij. Haar mond was strak en haar gezicht rood. ‘Aangezien je voor mevrouw uitkomt, is een belediging van jou tot op zekere hoogte een belediging van haar. En een heel slecht precedent. Ik wil dat je tegenstander buiten bewustzijn is als hij de ring verlaat. Hoe je dat doet, is jouw probleem. Je mag dit als een bevel beschouwen, als je wilt. En maak je ook maar geen onnodige zorgen over gebroken botten,’ voegde hij er onbekommerd aan toe.

Droesjnakovi liep terug naar het strijdperk met een glimlachje op haar gezicht en met half dichtgeknepen, fonkelende ogen. Ze liet een schijnbeweging volgen door een bliksemsnelle trap tegen de kaak van haar tegenstander, een stomp in zijn buik en een lage slag tegen zijn knieën, waardoor hij met een bons op de mat terechtkwam. Hij stond niet meer op. Er volgde een enigszins geschokte stilte. ‘Je had gelijk,’ zei Vorkosigan. ‘Ze hield zich inderdaad in.’ Cordelia glimlachte zelfvoldaan en installeerde zich wat gemakkelijker. ‘Dat dacht ik al.’

De volgende ronde voor Droesjnakovi was de halve finale, en het lot besliste dat haar tegenstander sergeant Bothari was. ‘Hm,’ mompelde Cordelia tegen Vorkosigan. ‘Ik ben niet zeker van de psychodynamiek hiervan. Is het veilig? Voor allebei, bedoel ik, niet alleen voor haar. En niet alleen lichamelijk.’

‘Ik denk het wel,’ antwoordde hij net zo zacht. ‘Het leven in dienst van de graaf is een aangename, rustige routine geweest voor Bothari. Hij heeft zijn medicatie steeds genomen. Ik denk dat hij in vrij goede vorm is op het ogenblik. En de sfeer van de oefenring is veilig en bekend voor hem. Er is meer spanning voor nodig dan Droe kan leveren om hem door het lint te laten gaan.’

Cordelia knikte gerustgesteld en ging eens goed zitten om de slachtpartij te aanschouwen. Droesjnakovi leek nerveus. Het begin was langzaam; Droesjnakovi concentreerde zich erop om buiten het bereik van Bothari te blijven. Terwijl hij om het strijdperk liep om alles goed te kunnen zien, drukte luitenant Kodelka per ongeluk op de knop van zijn degenstok en de schede schoot de bosjes in. Bothari werd een ogenblik afgeleid en Droe sloeg toe, laag en snel. Bothari kwam met een flinke klap neer, maar hij liet zich zonder noemenswaardige pauze direct weer op zijn voeten rollen. ‘Goeie mep!’ schreeuwde Cordelia opgetogen. Droe keek net zo verbaasd als alle anderen. ‘Beslis, Ko!’

Luitenant Kodelka fronste zijn wenkbrauwen. ‘Het was geen eerlijke slag, mevrouw.’ Een van de mannen van de graaf bracht de schede terug en Kodelka schoof hem weer om het wapen. ‘Het was mijn schuld. Oneerlijke afleiding.’

‘Daarnet noemde je het anders geen oneerlijke afleiding,’ wierp Cordelia tegen.

‘Hou erover op, Cordelia,’ zei Vorkosigan zacht. ‘Maar hij boort haar een punt door de neus!’ fluisterde ze woedend terug. ‘En wat voor een punt! Bothari heeft tot nu toe alles gewonnen.’

‘Ja. Het heeft Kodelka op de oude Generaal Vorkraft een halfjaar oefenen gekost voordat hij hem één keer kon vloeren.’

‘O. Hm.’ Hier moest ze even over nadenken. ‘Jaloezie?’

‘Heb je dat niet gemerkt? Zij heeft alles wat hij kwijt is.’

‘Ik heb gemerkt dat hij af en toe verdomde lomp tegen haar is. Dat is jammer. Ze is duidelijk…’

Vorkosigan stak bezwerend een vinger op. ‘Praat er later over. Niet hier.’

Ze zweeg even en knikte toen instemmend. ‘Oké.’

De ronde werd voortgezet, en sergeant Bothari gooide Droesjnakovi tweemaal snel achter elkaar bijna door de mat heen, voordat hij met bijna net zoveel gemak met zijn laatste tegenstander afrekende.

Vanuit een samenscholing van deelnemers aan de andere kant van de tuin kwam Kodelka aangehinkt als boodschapper.

‘Meneer? We vroegen ons af of u een demonstratieronde zou willen geven. Met sergeant Bothari. Geen van de jongens hier heeft dat ooit gezien.’

Vorkosigan wuifde het idee weg, maar niet erg overtuigend. ‘Ik ben niet in vorm, luitenant. Trouwens, hoe weten ze daarvan? Heb je verhalen verteld?’

Kodelka grinnikte. ‘Een paar. Ik denk dat ze er iets van zouden opsteken. Over wat voor spel dit werkelijk kan zijn.’

‘Een slecht voorbeeld, vrees ik.’

‘Ik heb dat nooit gezien,’ mompelde Cordelia. ‘Is het inderdaad zo’n goede show?’

‘Ik weet het niet. Heb ik je de laatste tijd ontstemd? Zou het een catharsis voor je zijn om te zien hoe Bothari me de grond in stampt?’

‘Ik denk dat het dat voor jou zou zijn,’ zei Cordelia, hem bijvallend in zijn overduidelijke verlangen om zich te laten overhalen. ‘Ik denk dat je dit soort dingen hebt gemist, in dat leidinggevende leven dat je de laatste tijd leidt.’

‘Ja…’ Hij stond op, wat tot enig applaus leidde, trok zijn uniformjasje en schoenen uit en verwijderde ringen en de inhoud van zijn zakken, waarna hij het strijdperk betrad om wat rek- en opwarmingsoefeningen te doen.

‘Je kunt maar beter als scheidsrechter optreden, Ko,’ riep hij achterom. ‘Al is het maar om onnodige schrik te voorkomen.’

‘Ja, meneer.’ Kodelka wendde zich tot Cordelia voordat hij terug hinkte naar de arena. ‘Eh. Vergeet niet, mevrouw, dat ze elkaar in de vier jaar dat ze dit hebben gedaan nog nooit hebben vermoord.’

‘Waarom vind ik die mededeling eerder onheilspellend dan geruststellend? Maar Bothari heeft vanochtend al zes rondes gevochten. Misschien begint hij moe te worden.’

De twee mannen stonden tegenover elkaar in het strijdperk en bogen formeel. Kodelka deinsde haastig achteruit, uit de weg. De uitgelaten, vrolijke stemming onder de toeschouwers stierf weg toen de ijzige, geconcentreerde roerloosheid van de twee spelers ieders blik vasthield. Ze begonnen lichtvoetig om elkaar heen te draaien en troffen elkaar in een onduidelijke vlek. Cordelia zag niet precies wat er gebeurde, maar toen ze uit elkaar weken, spoog Vorkosigan bloed uit een gescheurde lip en stond Bothari dubbelgeklapt over zijn buik. Bij de volgende confrontatie gaf Bothari Vorkosigan een trap in zijn rug die echode tegen de tuinmuren en hem helemaal het strijdperk uit lanceerde; hij maakte een koprol en rende terug, ondanks zijn hortende ademhaling. De mannen die verantwoordelijk waren voor het beschermen van het leven van de regent begonnen elkaar zorgelijk aan te kijken. Bij de volgende worsteling viel Vorkosigan hard op de mat, waarna Bothari onmiddellijk boven op hem neerkwam om hem in een verstikkende greep te nemen. Cordelia dacht dat ze zijn ribben zag doorbuigen onder de knieën op zijn borst. Een paar bewakers wilden naar voren komen, maar Kodelka wuifde hen weg en Vorkosigan, met een rood aangelopen gezicht, gaf op.