Выбрать главу

‘Eerste punt voor sergeant Bothari,’ riep Kodelka. ‘Gaan we voor twee uit drie, meneer?’

Sergeant Bothari ging met een glimlachje staan en Vorkosigan bleef even op de mat zitten om weer op adem te komen. ‘In elk geval nog één. Ik moet revanche nemen. Niet in vorm.’

‘Dat zei ik toch,’ mompelde Bothari.

Ze draaiden weer om elkaar heen. Ze kwamen samen, weken uiteen, kwamen weer samen, en plotseling maakte Bothari een spectaculaire radslag, terwijl Vorkosigan onder hem rolde om zijn arm zodanig vast te grijpen dat zijn schouder bijna uit de kom schoot in zijn gedraaide val. Bothari verzette zich even tegen de greep en gaf toen op. Deze keer was het Bothari die een tijdje op de mat bleef zitten voordat hij opstond.

‘Verbazingwekkend,’ zei Droesjnakovi met een enthousiaste blik in de ogen. ‘Vooral als je in aanmerking neemt hoeveel kleiner hij is.’

‘Klein maar venijnig,’ stemde Cordelia in, gefascineerd. ‘Vergeet dat niet.’

De derde ronde was kort. Een wirwar van geworstel en slagen en een slordige gezamenlijke val resulteerde plotseling in een armoverstrekking, waarin Bothari de baas was. Vorkosigan was zo onverstandig om te proberen los te breken, en Bothari liet volkomen uitdrukkingsloos met een hoorbare knal zijn elleboog uit de kom schieten. Vorkosigan schreeuwde en gaf op. Opnieuw sloeg Kodelka een toevloed van ongevraagde hulp af.

‘Duw hem terug, sergeant,’ kreunde Vorkosigan zittend op de grond, en Bothari zette zich met een voet schrap tegen zijn voormalige gezagvoerder en gaf een nauwkeurig rechte ruk aan de arm. ‘Ik moet erom denken,’ bracht Vorkosigan hijgend uit, ‘dat ik dat niet meer doe.’

‘Hij heeft hem deze keer tenminste niet gebroken,’ sprak Kodelka bemoedigend, en hij hielp hem samen met Bothari overeind. Vorkosigan strompelde terug naar de sofa en ging heel voorzichtig aan Cordelia’s voeten zitten. Ook Bothari bewoog een stuk langzamer en strammer.

‘En zo,’ zei Vorkosigan, nog steeds buiten adem, ‘speelden we het spel… aan boord van de oude Generaal Vorkraft. ‘’

‘Al die moeite,’ merkte Cordelia op, ‘en hoe vaak ben je nu ooit echt in een man-tot-mangevecht verwikkeld geraakt?’

‘Zeer, zeer zelden. Maar als het gebeurde, wonnen we ook.’

Het gezelschap viel uiteen; de andere spelers mompelden zacht commentaar onder elkaar. Cordelia ging met Aral mee om te helpen met het verzorgen van zijn elleboog en mond, en om hem een warm bad, een massage en een schoon stel kleren te geven. Tijdens de massage sneed ze het probleem aan dat steeds vaker haar aandacht vroeg.

‘Denk je dat je iets tegen Ko zou kunnen zeggen over de manier waarop hij Droe behandelt? Zo is hij anders helemaal niet. Ze gaat zowat op haar kop staan om aardig voor hem te zijn. En hij is niet half zo wellevend tegen haar als hij tegen een van zijn manschappen zou zijn. Ze is praktisch een medeofficier. En als ik het niet helemaal bij het verkeerde eind heb, waanzinnig verliefd op hem. Waarom ziet hij dat niet?’

‘Waarom denk je dat hij dat niet ziet?’ vroeg Aral langzaam. ‘Vanwege zijn gedrag, natuurlijk. Het is zo jammer. Ze zouden een fantastisch stel zijn. Vind je niet dat ze knap is?’

‘Bijzonder. Maar ik val dan ook op grote amazones,’ zei hij terwijl hij over zijn schouder naar haar grijnsde, ‘zoals iedereen weet. Niet elke man houdt daarvan. Maar als dat een vonk van koppelingswoede is die ik in je oog zie… denk je trouwens dat het de moederlijke hormonen zijn?’

‘Zal ik je andere elleboog ook uit de kom draaien?’

‘Oef. Nee, bedankt. Ik was vergeten hoe pijnlijk een training met Bothari kan zijn. Ah, dat is beter. Een beetje lager…’

‘Je zult daar morgen een paar gigantische blauwe plekken hebben.’

‘Vertel mij wat. Maar voordat je je laat meeslepen door Droe’s liefdesleven… Heb je weleens goed nagedacht over Kodelka’s verwondingen?’

‘O.’ Cordelia was met stomheid geslagen. ‘Ik nam aan… dat zijn geslachtsorganen net zo goed gerepareerd waren als de rest van hem.’

‘Of net zo slecht. Het is een zeer delicate operatie.’ Cordelia tuitte haar lippen. ‘Weet je dit zeker?’

‘Nee, dat niet. Ik weet alleen dat het onderwerp in al onze gesprekken nooit ter sprake is gekomen. Niet eenmaal.’

‘Hm. Ik wou dat ik wist hoe ik dat moest interpreteren. Het klinkt een beetje onheilspellend. Denk je dat je hem zou kunnen vragen… ?’

‘Goeie god, Cordelia, natuurlijk niet! Wat een vraag om die man te stellen. Vooral als het antwoord nee is. Ik moet met hem werken, weet je nog.’

‘Nou, ik moet met Droe werken. Ik heb niets aan haar als ze wegkwijnt en sterft aan een gebroken hart. Hij heeft haar meer dan eens aan het huilen gemaakt. Dan gaat ze in een hoekje zitten waar ze denkt dat niemand haar ziet.’

‘Heus waar? Dat is moeilijk voor te stellen.’

‘Je kunt moeilijk van me verwachten dat ik haar vertel dat hij het alles bij elkaar niet waard is. Maar heeft hij echt een hekel aan haar? Of is het alleen zelfverdediging?’

‘Goede vraag… Voor wat het waard is, mijn chauffeur maakte laatst een grapje over haar — niet eens een erg grof grapje — en Ko deed plotseling erg koel tegen hem. Ik geloof niet dat hij een hekel aan haar heeft. Maar ik denk wel dat hij jaloers op haar is.’ Cordelia liet het onderwerp aldus onbeslist rusten. Ze wilde het koppel graag helpen, maar had geen antwoord op hun dilemma. Zelf had ze er geen moeite mee om creatieve oplossingen te bedenken voor de praktische problemen die zich ten gevolge van de verwondingen van de luitenant konden voordoen op het gebied van de fysieke intimiteit, maar ze schrok terug voor de inbreuk die ze zou moeten maken op hun verlegen terughoudendheid om hun die mede te delen. Ze had het wrange vermoeden dat ze hen alleen zou choqueren. Sextherapie leek hier volkomen onbekend te zijn.

Als echte Bètaanse had ze een dubbele moraal op het gebied van seksueel gedrag altijd als logischerwijze onmogelijk gezien. Maar nu ze in het kielzog van Vorkosigan wat ronddobberde aan de randen van de Barrayaraanse hogere kringen, begon ze eindelijk in te zien hoe je die kon hebben. Het leek allemaal neer te komen op het belemmeren van de vrije toevoer van informatie naar bepaalde personen, die vooraf geselecteerd waren door middel van een onuitgesproken code die op een of andere manier bij alle aanwezigen behalve haarzelf bekend was en waar allen het over eens waren. Je kon niet over sex praten tegen of in aanwezigheid van ongetrouwde vrouwen of kinderen. Jonge mannen waren blijkbaar van alle regels uitgesloten als ze onder elkaar waren, maar niet als er een vrouw van willekeurig welke leeftijd of sociale klasse aanwezig was. De regels veranderden ook, zeer verwarrend, naarmate de sociale status van de aanwezigen varieerde. En groepjes getrouwde vrouwen, buiten gehoorsafstand van mannen, ondergingen soms de verbazingwekkendste transformaties en bleken dan over heel andere gegevens te beschikken dan ze had gedacht. Over sommige onderwerpen kon je grapjes maken maar niet serieus praten. En sommige variaties mochten helemaal niet genoemd worden. Ze had meer dan één conversatie definitief om zeep geholpen door wat haar een volkomen voor de hand liggende en achteloze opmerking had geleken, en was dan door Aral apart genomen voor snelle instructies. Ze probeerde een lijst te maken van de regels die ze dacht ontdekt te hebben, maar vond ze zo onlogisch en tegenstrijdig, vooral op het gebied van wat bepaalde mensen zouden moeten voorwenden niet te weten in aanwezigheid van bepaalde andere mensen, dat ze de poging staakte. Ze liet de lijst wel aan Aral zien, die hem op een avond in bed las en bijna dubbelsloeg van het lachen.

‘Is dat echt de indruk die we bij jou wekken? Ik vind je Regel Zeven schitterend. Moet ik in gedachten houden… Ik wou dat ik dat had geweten toen ik jong was. Had ik al die afschuwelijke instructievideo’s uit dienst over kunnen slaan.’