Arals blik ontmoette de hare, over de hoofden van de mannen heen, en de zwaarmoedige uitdrukking op zijn gezicht werd even wat lichter. Hij knikte haar nauwelijks merkbaar toe: ik ben in orde. In reactie trok ze haar lippen strak: dat is je geraden ook… Ko zei met trillende stem: ‘… een waanzinnig gat in de straat! Daar had je een interplanetair vrachtschip in kwijt gekund. Die chauffeur heeft een fantastisch reactievermogen… Wat?’ Hij schudde zijn hoofd naar de vragensteller. ‘Sorry, mijn oren tuiten… Wat zei je?’ Hij stond met zijn mond open, alsof hij geluid oraal in zich kon opnemen, raakte zijn gezicht aan en keek verrast naar de rode vlekken op zijn hand. ‘Je bent doof van de klap, Ko,’ zei Vorkosigan. Zijn stem was kalm, maar veel te hard. ‘Morgenochtend hoor je weer normaal.’ Alleen Cordelia besefte dat de luide toon niet voor Kodelka was bedoeld; Vorkosigan kon zichzelf ook niet horen. Zijn blik schoot te snel heen en weer, het enige teken dat hij probeerde te liplezen. Op bijna hetzelfde ogenblik arriveerden Simon Illyan en een dokter. Vorkosigan en Kodelka werden meegenomen naar een rustige zitkamer aan de achterkant en lieten alle volgens Cordelia nogal overbodige bewakers achter. Cordelia en Droesjnakovi volgden hen. De dokter ging onmiddellijk aan het werk en begon, op Vorkosigans bevel, met het onderzoeken van de bebloede Kodelka. ‘Eén schot?’ vroeg Illyan.
‘Eén maar,’ bevestigde Vorkosigan, die naar zijn gezicht keek. ‘Als ze waren gebleven voor een tweede poging, hadden ze me misschien te pakken gehad.’
‘Als hij was gebleven, hadden wij hém misschien te pakken gehad. Er is nu een forensisch team op de piekwaar het schot is gelost. De moordenaar is natuurlijk allang weg. Een slimme plek, hij had een stuk of tien ontsnappingsroutes.’
‘We nemen elke dag een andere route,’ zei luitenant Kodelka, die het gesprek met moeite volgde, van achter de handdoek die hij tegen zijn gezicht drukte. ‘Hoe wist hij waar hij zijn hinderlaag moest leggen?’
‘Ingelicht door ingewijden?’ Illyan haalde zijn schouders op en keek grimmig bij de gedachte.
‘Dat hoeft niet,’ zei Vorkosigan. ‘Er is maar een beperkt aantal routes, zo dicht bij huis. Hij kan al dagenlang klaar hebben gestaan.’
‘Precies aan de rand van het gebied dat we doorlopend nauwkeurig doorzoeken?’ zei Illyan. ‘Het bevalt me niets.’
‘Het zit me meer dwars dat hij heeft gemist,’ zei Vorkosigan. ‘Waarom? Kan het een of ander waarschuwingsschot zijn geweest? Geen aanslag op mijn leven, maar op mijn geestelijk evenwicht?’
‘Het was oud legermateriaal,’ zei Illyan. ‘Er kan iets mis zijn geweest met de zoeker. Niemand heeft het lasersignaal van een afstandsmeter opgevangen.’ Hij zweeg even en keek naar Cordelia’s bleke gezicht. ‘Het was vast een solitair opererende krankzinnige, mevrouw. Het was in elk geval maar één man.’
‘Hoe komt een eenzame maniak aan legerwapens?’ informeerde ze bits. Illyan leek niet op zijn gemak. ‘Dat zullen we onderzoeken. Het was beslist een oud exemplaar.’
‘Worden verouderde voorraden dan niet vernietigd?’
‘Er is zoveel van…’
Cordelia keek hem dreigend aan na deze volkomen onlogische opmerking. ‘Hij had maar één schot nodig. Als hij erin was geslaagd de mobiel goed te raken, zou Aral geëmulgeerd zijn. Dan zou dat forensische team van jou nu bezig zijn uit te zoeken welke moleculen van hem waren en welke van Ko.’
Droesjnakovi werd een beetje groen; Vorkosigans zwaarmoedige uitdrukking was helemaal terug.
‘Wil je dat ik je een nauwkeurige berekening geef van de amplitude van de resonantiereflectie van die afgesloten passagierscabine, Simon?’ vervolgde Cordelia fel. ‘Degene die dat wapen heeft gekozen, was een deskundige op het gebied van militaire techniek, ook al was het dan gelukkig een slechte schutter.’ Ze slikte de rest van haar woorden in omdat ze, misschien wel als enige, besefte dat de onderdrukte hysterie het tempo van haar spraak steeds verder opvoerde. ‘Mijn verontschuldigingen. Kapitein Naismith.’ Illyans toon werd afgebetener. ‘U hebt volkomen gelijk.’ Zijn knikje was een tikje eerbiediger.
Aral volgde deze interactie met een gezicht dat voor het eerst oplichtte met verholen plezier.
Illyan vertrok, ongetwijfeld met een hoofd vol samenzweringstheorieën. De dokter bevestigde de diagnose die Aral met zijn krijgservaring al had gesteld, dat hun gehoor verdoofd was, gaf hun sterke pillen tegen hoofdpijn — Aral stak de zijne zorgvuldig bij zich — en maakte een afspraak om de twee mannen de volgende ochtend weer na te komen kijken.
Toen Illyan ’s avonds laat weer bij Huize Vorkosigan langskwam om met de commandant van zijn bewaking te overleggen, kon Cordelia zich er maar ternauwernood van weerhouden hem bij zijn jasje te grijpen en tegen de dichtstbijzijnde muur te drukken, om hem alles te ontfutselen wat hij wist. Ze beperkte zich ertoe te vragen: ‘Wie heeft er geprobeerd Aral te vermoorden? Wie wil Aral vermoorden? Wat denken ze ermee op te schieten?’
Illyan zuchtte. ‘Wilt u de korte lijst of de lange, mevrouw?’
‘Hoe lang is de korte lijst?’ vroeg ze met een morbide fascinatie. ‘Tè lang. Maar ik kan de bovenste laag van kandidaten voor u opnoemen, als u wilt.’ Hij telde ze af op zijn vingers. ‘De Cetagandanen, altijd. Ze hadden gerekend op politieke chaos hier, na de dood van Ezar. Ze zijn er niet te beroerd voor om die een beetje te stimuleren. Een moord is een goedkope ingreep, in vergelijking met een invasiemacht. De Komarranen, vanwege een oude wrok of een nieuwe revolte. Sommigen daar noemen de admiraal nog steeds de Slachter van Komarr…’ Cordelia, die het hele verhaal achter die gehate bijnaam kende, huiverde.
‘De anti-Vor, omdat de regent te conservatief is naar hun smaak. De rechtste militairen, die vrezen dat hij te progressief is naar de hunne. Overgebleven leden van de oude oorlogspartij van prins Serg en Vorrutyer. Voormalige medewerkers van het nu opgeheven ministerie van politieke vorming, hoewel ik betwijfel of een van hen gemist zou hebben. Ze werden altijd getraind door de afdeling van Negri. Een of andere ontevreden Vor die vindt dat hij te kort is gedaan bij de recente machtswisseling. Elke gek die aan wapens kan komen en snelle roem wil vergaren als jager op groot wild… Zal ik verder gaan?’
‘Alsjeblieft niet. Maar hoe zit het met vandaag? Als de vraag naar een mogelijk motief te veel verdachten oplevert, hoe zit het dan met de methode en de gelegenheid?’
‘Op dat gebied hebben we wel iets om mee aan de slag te gaan, hoewel te veel ervan negatief bewijs is. Zoals ik al zei, het was een zeer gestroomlijnde aanslag. Degene die hem gepland heeft, moet over een bepaalde kennis hebben beschikt. Vanuit die invalshoek zullen we aan het werk gaan.’