Alys wees haar de weg naar de dames-wc, een voorwerp van uurlijkse interesse voor hen, met hun door zwangerschap overbelaste blazen, en stelde haar op de terugweg voor aan nog een paar vrouwen uit haar selecte sociale kring. Toen raakte Alys in geanimeerd gesprek gewikkeld met een oude vriendin over een aanstaand feestje voor de dochter van de vrouw, en Cordelia kwam langzamerhand aan de rand van het groepje terecht.
Ze stapte stilletjes naar achteren en maakte zich los (ze probeerde niet te denken:van de kudde) voor een ogenblik van rustige bezinning. Wat was Barrayar toch een vreemde mengeling, het ene ogenblik huiselijk en bekend, het volgende beangstigend en vreemd… Maar ze maakten er een goede show van… Aha! Dat was wat ze miste, besefte Cordelia. Op Kolonie Bèta zou een evenement van dit kaliber live en over de hele planeet op holovideo te volgen zijn. Elke beweging zou een zorgvuldig gechoreografeerde dans zijn ten behoeve van de camera’s en de planning van de commentatoren, in die mate dat de gebeurtenis die werd opgenomen er bijna door teniet werd gedaan. Hier was geen holovideocamera te bekennen. De enige opnamen die werden gemaakt waren die van de KeiVei, voor hun eigen doeleinden, en daar kwam geen choreografie bij kijken. De mensen in deze zaal dansten alleen voor elkaar, hun hele, schitterende opvoering werd onbekommerd weggegooid in de stroom van de tijd die haar voor altijd meevoerde; morgen zou het evenement alleen nog in hun herinnering bestaan. ‘Vrouwe Vorkosigan?’
Cordelia schrok op uit haar overpeinzingen door de wellevende stem naast haar. Ze draaide zich om en zag commodore graaf Vordarian. Uit het feit dat hij rood en blauw droeg, in plaats van de livrei van zijn eigen Huis, viel op te maken dat hij in actieve dienst was, waarschijnlijk als vertegenwoordiger van het Keizerlijke Hoofdkwartier. Voor welke afdeling ook weer? Ja, de campagneleiding, had Aral gezegd. Hij had een glas in zijn hand en glimlachte vriendelijk. ‘Graaf Vordarian,’ reageerde ze, eveneens met een glimlach. Ze hadden elkaar tamelijk vaak in het voorbijgaan gezien en Cordelia besloot te doen alsof ze aan elkaar waren voorgesteld. Dat regentschap zou toch niet verdwijnen, hoezeer ze dat misschien ook zou wensen; het was hoog tijd voor haar om eigen kennissen te gaan maken en op te houden Aral bij elke nieuwe stap lastig te vallen om advies. ‘Geniet u van het feest?’ vroeg hij.
‘O, ja.’ Ze probeerde nog iets te bedenken om te zeggen. ‘Het is allemaal heel mooi.’
‘Net als u, mevrouw.’ Hij tilde zijn glas naar haar op in het gebaar van een toast en nam een slokje.
Haar hart sloeg over, maar ze herkende de reden daarvoor voordat haar ogen meer dan een fractie groter werden. De laatste Barrayaraanse officier die een toast op haar had uitgebracht was wijlen admiraal Vorrutyer geweest, onder nogal verschillende sociale omstandigheden. Vordarian had zijn gebaar toevallig precies nagedaan. Dit was niet het tijdstip voor kwellende terugblikken. Cordelia knipperde met haar ogen. ‘Vrouwe Vorpatril heeft me erg geholpen. Ze is heel vriendelijk.’
Vordarian knikte tactvol naar haar romp. ‘Ik heb begrepen dat u ook gelukgewenst moet worden. Is het een jongetje of een meisje?’
‘Eh? O. Ja, een jongetje, dank u. Hij zal Pjotr Miles genoemd worden, heb ik gehoord.’
‘Dat verbaast me. Ik had gedacht dat de heer regent liever eerst een dochter zou hebben gehad.’
Cordelia hield haar hoofd schuin, in de war gebracht door zijn ironische toon. ‘We zijn hieraan begonnen voordat Axal regent werd.’
‘Maar u wist toch zeker wel dat hij die benoeming zou krijgen?’
‘Ik niet. Maar ik dacht dat alle Barrayaraanse militairen gek waren op zonen. Waarom dacht u dat hij een dochter wilde?’ Ik wil een dochter… ‘Ik nam natuurlijk aan dat heer Vorkosigan wel zou denken aan zijn, eh, aanstelling op de lange termijn. Wat zou er voor betere manier kunnen zijn om zijn macht te continueren nadat het regentschap voorbij is, dan door naadloos de positie in te nemen van schoonvader van de keizer?’
Cordelia schrok terug. ‘Denkt u dat hij de continuïteit van de regering van een planeet zou laten afhangen van de kans dat twee tieners verliefd op elkaar worden, over een jaar of vijftien?’
‘Verliefd?’ Nu keek hij verbijsterd.
‘Jullie Barrayaranen zijn…’ Ze slikte het woord ‘gek’ nog net in. Dat zou onbeleefd zijn. ‘Daar is Aral te… praktisch voor.’ Hoewel ze moeilijk kon beweren dat hij niet romantisch was.
‘Dat is bijzonder interessant,’ fluisterde hij. Zijn blik schoot heen en weer naar haar buik. ‘Denkt u dat hij iets directers van plan is?’ Haar geest ging op een of andere manier rakelings langs zijn kronkelige gedachtegang heen. ‘Pardon?’ Hij glimlachte en haalde zijn schouders op.
Cordelia fronste haar wenkbrauwen. ‘Bedoelt u dat als we een meisje zouden krijgen, iedereen dat zou denken?’
‘Ongetwijfeld.’
Ze ademde hard uit. ‘God. Dat is… Ik kan me niet voorstellen dat iemand die ook maar enigszins bij zijn verstand is, in de buurt wil komen van het Barrayaraanse keizerschap. Je wordt alleen het doelwit voor elke maniak met een wrok, voor zover ik kan zien.’ Het beeld van luitenant Kodelka, doof en met bloed aan zijn gezicht, flitste door haar gedachten. ‘Ook akelig voor de arme ziel die de pech heeft om naast je te staan.’
Zijn aandacht werd intenser. ‘O, ja, dat ongelukkige incident van een paar dagen geleden. Weet u of het onderzoek al iets heeft opgeleverd?’
‘Niet dat ik heb gehoord. Negri en Illyan denken vooral aan Cetagandanen. Maar de kerel die de granaat heeft afgevuurd, is spoorloos verdwenen.’
‘Vervelend.’ Hij leegde zijn glas en verruilde het voor een gevuld exemplaar dat hem onmiddellijk werd aangeboden door een passerende bediende in de Vorbarra-livrei. Cordelia keek verlangend naar de wijnglazen. Maar ze zou voorlopig geen gif toelaten tot haar stofwisseling. Weer een voordeel van de Bètaanse manier van rijping van de vrucht, in een baarmoederreplicator: je werd niet gedwongen droog te staan. Thuis had ze zichzelf vrijelijk kunnen vergiftigen en in gevaar kunnen brengen, terwijl haar kind groeide, vierentwintig uur per dag in de gaten gehouden door nuchtere technici, veilig en beschermd in de kunstmatige baarmoeder. Stel je voor dat zij die sonische granaat op zich had gekregen… Ze hunkerde naar een drankje.
Maar ze had de verdovende roes van ethanol niet nodig, conversatie met Barrayaranen had zo ook al een duizelig makend effect op haar. Haar blik zocht Aral in de menigte… Daar was hij, met Ko naast zich, in gesprek met graaf Pjotr en nog twee grijze oude mannen in grafelijk uniform. Zoals Aral had voorspeld, was zijn gehoor binnen een paar dagen weer normaal geworden. Toch gingen zijn ogen nog steeds van gezicht naar gezicht en nam hij gebaren en gelaatsuitdrukkingen als aanwijzingen in zich op, terwijl zijn glas slechts een ongebruikt rekwisiet in zijn hand was. Hij was in functie, daar was geen twijfel aan. Was hij dat ooit nog weleens niet, tegenwoordig? ‘Was hij erg geschokt door de aanslag?’ vroeg Vordarian, die haar blik naar Aral volgde.
‘Zou u dat niet zijn?’ vroeg Cordelia. ‘Ik weet het niet… Hij heeft zoveel geweld gezien in zijn leven, bijna meer dan ik me kan voorstellen. Misschien is het bijna een soort… achtergrondgeruis. Dat weg gefilterd wordt.’ Ik wou dat ik het kon wegfilteren. ‘U kent hem natuurlijk nog niet zo heel lang. Pas sinds Escobar.’
‘We hadden elkaar voor de oorlog al eens ontmoet. Kort.’