Выбрать главу

‘Die opmerking die je maakte waar Ko bij was, was volledig over de schreef.’

‘Wat! Ik kom binnen en vind mijn vrouw… knuffelend met een van mijn officieren, en jij verwacht van me dat ik een beleefd gesprekje over het weer begin?’ beet hij terug. ‘Je weet best dat het zoiets niet was.’

‘Goed. En als ik het nu eens niet was geweest? Als het een van de dienstdoende bewakers was geweest, of mijn vader. Hoe zou je het dan hebben uitgelegd? Je weet wat ze van Bètanen denken. Ze zouden het aangrijpen, en de geruchten zouden een eigen leven gaan leiden. Voordat ik het zou weten, zou ik het in de politiek voor mijn voeten geworpen krijgen. Elke vijand die ik heb, zit te wachten op een zwakke plek om op in te kunnen hakken. Zoiets zouden ze prachtig vinden.’

‘Hoe zijn we in godsnaam bij die rotpolitiek van jou uitgekomen? Ik heb het over een vriend. Ik betwijfel of je een kwetsender opmerking had kunnen vinden als je er een studie naar had laten doen. Dat was smerig, Aral! Wat is er eigenlijk met je aan de hand?’

‘Ik weet het niet.’ Hij zweeg even en wreef vermoeid over zijn gezicht. ‘Het komt door dat verdomde werk, denk ik. Het is niet mijn bedoeling om het op jou af te reageren.’

Cordelia vermoedde dat dit het dichtst kwam bij een erkenning dat hij fout zat als ze maar kon verwachten en ze aanvaardde zijn verontschuldiging met een knikje, waarna ze haar eigen woede liet vervliegen. Toen herinnerde ze zich waarom de woede zo’n fijn gevoel was geweest, want de leegte die erdoor werd achtergelaten, vulde zich weer met angst.

‘Ja, nou ja… Hoe leuk zou je het vinden om op een ochtend zijn deur open te moeten breken?’

Vorkosigan keek haar met een frons aan en zat roerloos. ‘Heb je… enige reden om aan te nemen dat hij suïcidale neigingen heeft? Hij leek me tamelijk tevreden.’

‘Dat zal wel. Voor jou.’ Cordelia liet de woorden even in de lucht hangen, om ze te benadrukken. ‘Ik denk dat hij er ongeveer zo’11 stukje van af is.’ Ze hield haar duim en wijsvinger nauwelijks een millimeter uit elkaar. Aan de wijsvinger zat nog een veeg bloed, die haar blik op een onaangename manier vasthield. ‘Hij zat te spelen met die verdomde degenstok. Ik wou dat ik hem die nooit had gegeven. Ik denk niet dat ik het zou kunnen verdragen als hij die gebruikte om er zijn eigen keel mee door te snijden. Dat… leek te zijn wat hij in gedachten had.’

‘O.’ Vorkosigan zag er op een of andere manier kleiner uit zonder zijn schitterende uniformjasje, zonder zijn woede. Hij stak zijn hand naar haar uit en zij pakte die en ging naast hem zitten. ‘Dus als je in die ezelskop van je visioenen hebt van, van koning Ar-thur spelen terwijl wij Lancelot en Guinevere zijn, vergeet dat dan maar. Dat is niet geloofwaardig.’

Daar moest hij een beetje om lachen. ‘Mijn visioenen waren dichter bij huis, vrees ik, en aanzienlijk lager bij de grond. Gewoon een oude nachtmerrie.’

‘Ja, ik… snap dat het misschien een gevoelige plek raakte.’ Ze vroeg zich af of de geest van zijn eerste vrouw weleens om hem rondwaarde en de koude dood in zijn oor blies, zoals de geest van Vorrutyer dat soms bij haar deed. Hij was er lijkbleek genoeg voor. ‘Maar ik ben Cordelia, weet je nog? Niet… iemand anders.’

Hij leunde met zijn voorhoofd tegen het hare. ‘Vergeef me, lieve kapitein. Ik ben gewoon een lelijke bange ouwe man, die met de dag ouder en lelijker en paranoïder wordt.’

‘Jij ook al?’ Ze nestelde zich in zijn armen. ‘Maar ik maak bezwaar tegen het oud en lelijk. Ezelskop sloeg niet op je uiterlijk.’

‘Dank je… geloof ik.’

Ze was blij dat ze hem in elk geval een klein beetje kon opvrolijken. ‘Het is inderdaad het werk, hè?’ vroeg ze. ‘Kun je er ook maar iets over vertellen?’

Hij drukte zijn lippen op elkaar. ‘In vertrouwen — hoewel dat jouw natuurlijke staat schijnt te zijn, ik weet niet waarom ik dat eigenlijk nog benadruk — het ziet ernaar uit dat we voor het eind van het jaar weer in een oorlog verzeild kunnen zijn. En daarvoor hebben we ons nog lang niet genoeg hersteld, na Escobar.’

‘Wat! Ik dacht dat de oorlogspartij half uitgeschakeld was.’

‘Die van ons wel. Maar die van de Cetagandanen functioneert nog uitstekend. Onze inlichtingen wijzen uit dat ze van plan waren de politieke chaos die hier zou volgen op de dood van Ezar Vorbarra te gebruiken om een aanval op die betwiste wormgat-sprongstations te dekken. In plaats daarvan kregen ze mij en… nou ja, ik kan het nauwelijks stabiliteit noemen. Een dynamisch evenwicht, op zijn best. Hoe dan ook, niet het soort ontwrichting waar ze op hadden gerekend. Vandaar dat incidentje met die sonische granaat. Negri en Illyan zijn er nu voor zeventig procent zeker van dat de Cetagandanen daarachter zaten.’

‘Zullen ze het… opnieuw proberen?’

‘Vrijwel zeker. Maar met of zonder mij, de staf is unaniem van mening dat ze voor het eind van het jaar beetje bij beetje strijdkrachten zullen gaan aanvoeren. En als we zwak zijn… Ze zullen gewoon doorgaan totdat ze worden tegengehouden.’

‘Geen wonder dat je zo… afwezig bent.’

‘Is dat het beleefde woord ervoor? Maar dat is het niet. Ik weet al geruime tijd van de Cetagandanen. Er is vandaag iets anders gebeurd, na de raadszitting. Een privé-audiëntie. Graaf Vorhalas is bij me gekomen om me om een gunst te vragen.’

‘Ik zou denken dat het je een genoegen zou zijn om de broer van Ruif Vorhalas een gunst te bewijzen. Maar ik begrijp dat dat niet zo is?’ Hij schudde bedroefd zijn hoofd. ‘De jongste zoon van de graaf, een heethoofdige jonge idioot van achttien die naar de militaire school gestuurd had moeten worden; ik herinner me dat je hem hebt ontmoet bij de goedkeuring door de Raad…’

‘Heer Carl?’

‘Ja. Hij is gisteravond op een feestje met zijn zatte kop in een vechtpartij betrokken geraakt.’

‘Een universele traditie. Dat soort dingen gebeurt zelfs op Kolonie Bèta.’

‘Natuurlijk. Maar ze zijn naar buiten gegaan om met elkaar af te rekenen, elk gewapend met een bot zwaard — die hingen aan de muur als decoratie — en een keukenmes. Dat maakte het technisch een zwaardduel.’

‘O-o. Is er iemand gewond geraakt?’

‘Helaas wel. Min of meer per ongeluk, heb ik begrepen, toen hij een ongecontroleerde val maakte, is de zoon van de graaf erin geslaagd zijn zwaard door de buik van zijn vriend te steken en zijn aorta door te snijden. Hij is bijna onmiddellijk doodgebloed. Tegen de tijd dat de omstanders alles voldoende op een rijtje hadden om een dokter te gaan halen, was het al veel te laat.’

‘Mijn god.’

‘Het was een duel, Cordelia. Het begon als een geintje, maar eindigde als het echte werk. En de straffen die op duelleren staan, zijn van toepassing.’ Hij stond op en liep de kamer door, bleef staan bij het raam en staarde naar buiten, naar de regen. ‘Zijn vader kwam me vragen om keizerlijke gratie. Of, als ik die niet kon verlenen, om te horen of ik ervoor kon zorgen dat de beschuldiging veranderd werd in een gewone moord. Als de aanklacht moord zou zijn, zou de jongen zelfverdediging aanvoeren en dan zou hij er waarschijnlijk met enkel gevangenisstraf afkomen.’

‘Dat klinkt… redelijk, lijkt me.’

‘Ja.’ Aral begon weer te ijsberen. ‘Een gunst voor een vriend. Of… de deur gaat op een kiertje om die duivelse gewoonte weer terug te laten in onze samenleving. Wat gebeurt er als het volgende geval me wordt voorgelegd, en het volgende, en het volgende? Waar trek ik de streep? En als er bij het volgende geval nu eens een politieke vijand van me betrokken is, in plaats van een lid van mijn eigen partij? Zullen alle doden die zijn gevallen bij het uitroeien van deze praktijken voor niets zijn gestorven? Ik herinner me de tijd van de duels, en hoe alles toen was. En erger nog: een ingang voor vriendjespolitiek, en daarna de heerschappij van een kliek. Je kunt zeggen wat je wilt over Ezar Vorbarra, maar met dertig jaar keihard werken heeft hij de regering veranderd van een clubje voor de Vor-klasse in iets dat enige gelijkenis vertoont, hoe wankel ook, met een rechtvaardig bewind, één wet voor iedereen.’