Выбрать главу

‘Ik begin het probleem te begrijpen.’

‘En ik, uitgerekend ik, moet die beslissing nemen! Iemand die tweeëntwintig jaar geleden in het openbaar terechtgesteld had moeten worden voor precies dezelfde misdaad!’ Hij bleef voor haar staan. ‘Het verhaal over gisteravond gonst vanochtend in allerlei varianten door de stad. Over een paar dagen weet iedereen het. Ik heb ervoor gezorgd dat de nieuwsdienst het voorlopig niet brengt, maar het is net zoiets als tegen de wind in spugen. Het is te laat om het in de doofpot te stoppen, als ik dat al had gewild. Dus wat zal ik vandaag verraden? Een vriend? Of het vertrouwen van Ezar Vorbarra? Er is geen twijfel over welke beslissing hij zou hebben genomen.’

Hij ging weer naast haar zitten en nam haar in zijn armen. ‘En dit is nog maar het begin. Elke maand, elke week zal er weer iets onmogelijks zijn. Wat zal er na vijftien jaar nog van me over zijn? Een lege huls, zoals dat ding dat we drie maanden geleden hebben begraven, die met zijn laatste adem bad dat er geen God mocht zijn? Of een door macht gecorrumpeerd monster, zoals zijn zoon, zo geïnfecteerd dat het alleen door een plasmaboog kon worden ontsmet? Of iets nog ergers?’

Zijn openlijke zielenstrijd joeg haar angst aan. Ze hield hem op haar beurt ook stevig vast. ‘Ik weet het niet. Ik weet het niet. Maar iemand… iemand heeft al die tijd dit soort beslissingen genomen, terwijl wij ons daar zalig onbewust van waren en de wereld namen zoals die was. En zij waren ook alleen maar menselijk. Niet beter en niet slechter dan jij-’

‘Angstaanjagende gedachte.’

Ze zuchtte. ‘Je kunt niet in het donker, op logische gronden, kiezen tussen kwaad en kwaad. Je kunt je alleen vasthouden aan een reddingslijn van principes. Ik kan niet voor jou beslissen. Maar de principes die je nu kiest, zullen je reddingslijn zijn, om je aan vooruit te trekken. En in het belang van je volk moeten die consistent zijn.’ Hij zat met haar armen om zich heen. ‘Ik weet het. Er was ook eigenlijk geen twijfel over de beslissing. Ik… spartelde gewoon nog een beetje, terwijl ik zonk.’ Hij maakte zich los en ging weer staan. ‘Lieve kapitein. Als ik over vijftien jaar nog bij mijn verstand ben, ben ik ervan overtuigd dat dat jouw verdienste zal zijn.’ Ze keek naar hem op. ‘En wat is de beslissing?’

Zijn gepijnigde blik gaf haar het antwoord. ‘O, nee,’ zei ze onwillekeurig, en toen slikte ze de rest van haar woorden in. En ik probeerde nog wel zo verstandig te spreken. Dit bedoelde ik niet. ‘Weet je dat dan niet?’ vroeg hij kalm en gelaten. ‘Ezars manier is de enige die kan werken, hier. Het is toch waar. Hij regeert inderdaad vanuit zijn graf.’ Hij liep naar de badkamer om zich te wassen en te verkleden.

‘Maar jij bent hem niet,’ fluisterde ze tegen de lege kamer. ‘Kun je niet een eigen manier vinden?’

ACHT

Drie weken later was Vorkosigan aanwezig bij de openbare terechtstelling van Carl Vorhalas.

‘Móét je er echt heen?’ vroeg Cordelia hem die ochtend, toen hij zich aankleedde, koel en in zichzelf gekeerd. ‘Ik hoef er toch niet heen?’

‘God, nee, natuurlijk niet. Ik hoef er officieel ook niet heen, maar… ik moet wel. Dat begrijp je vast wel.’

‘Eigenlijk niet, behalve als vorm van zelfkastijding. Ik weet niet of dat een luxe is die je je kunt veroorloven in jouw vak.’

‘Ik moet erheen. Een hond gaat toch altijd terug naar zijn braaksel?

Zijn ouders zullen erbij zijn, weet je dat? En zijn broer.’

‘Wat een barbaarse gewoonte.’

‘Nou, we zouden misdaad natuurlijk als een ziekte kunnen behandelen, zoals jullie Bètanen doen. Je weet hoe dat is. Wj doden een man tenminste in één keer, in plaats van stukje bij beetje in de loop der jaren… Ik weet het niet.’

‘Hoe… wordt het gedaan?’

‘Onthoofding. Men zegt dat het vrijwel pijnloos is.’

‘Hoe weten ze dat?’

Zijn lach was volkomen vreugdeloos. ‘Een zeer zinnige vraag.’ Hij kuste haar geen gedag toen hij wegging. Nauwelijks twee uur later kwam hij terug, zwijgend, en hij schudde zijn hoofd bij een voorzichtig aanbod van lunch, zei een afspraak voor die middag af en trok zich terug in de bibliotheek van graaf Pjotr om daar te gaan zitten met een boekviewer, zonder werkelijk te lezen. Na een tijdje ging Cordelia bij hem zitten op de bank, en ze wachtte geduldig totdat hij bij haar terugkwam uit dat verre land waar zijn geest zich bevond. ‘De jongen was van plan om moedig te zijn,’ zei hij na een stilte van een uur. ‘Je kon zien dat hij elk gebaar van tevoren had bedacht. Maar niemand anders volgde het draaiboek. Zijn moeder zorgde ervoor dat hij instortte… En om het nog erger te maken, miste die klootzak van een beul. Hij had drie pogingen nodig om het hoofd eraf te krijgen.’

‘Zo te horen deed sergeant Bothari het beter met een zakmes.’ Vorrutyer was die ochtend vaker dan anders door haar gedachten gegaan, scharlakenrood.

‘Het was echt afgrijselijk. Zijn moeder heeft me ook nog vervloekt. Totdat Evon en graaf Vorhalas haar mee hebben genomen.’ Toen verloor hij de controle over zijn tot dan toe uitdrukkingsloze stem. ‘O, Cordelia! Het kan niet de juiste beslissing zijn geweest! En toch… was er geen andere mogelijk. Of wel?’

Toen kwam hij naar haar toe en drukte haar zwijgend tegen zich aan. Hij leek op het punt te staan te gaan huilen, en het beangstigde haar bijna meer dat hij dat niet deed. Uiteindelijk trok de spanning uit hem weg.

‘Ik kan me maar beter vermannen en me gaan verkleden. Vortala heeft een vergadering met de minister van landbouw gepland die te belangrijk is om te missen, en daarna is er de generale staf…’ Tegen de tijd dathij vertrok, had hij zijn gebruikelijke zelfbeheersing hervonden. Die nacht lag hij lang wakker naast haar. Zijn ogen waren dicht, maar ze hoorde aan zijn ademhaling dat hij maar deed alsof. Ze kon geen enkel woord van troost verzinnen dat haar niet hol leek, dus deelde ze zijn stilte gedurende de nachtwake. Buiten begon het te regenen, een gestaag gemiezer. Eenmaal zei hij iets.

‘Ik heb wel eerder mensen zien doodgaan. Opdracht gegeven tot terechtstellingen, mannen het bevel gegeven slag te leveren, de een verkozen boven de ander, drie echte moorden begaan, en zonder Gods genade en sergeant Bothari was er nog een vierde geweest… Ik weet niet waarom deze aankomt als een mokerslag. Deze heeft me stopgezet, Cordelia. En ik durfniet te stoppen, want dan vallen we allemaal. We moeten het toestel op een of andere manier in de lucht houden.’

Ze werd in het donker wakker van een luid gerinkel en een zachte knal, en ademde geschrokken in. Haar longen, mond, neusgaten en ogen werden verschroeid door iets scherps. Een afschuwelijke smaak zorgde ervoor dat haar maaginhoud haar keel werd ingepompt. Naast haar werd Vorkosigan met een vloek wakker.

‘Een soltoxinegasgranaat! Hou je adem in, Cordelia!’ Om zijn kreet te benadrukken, duwde hij een kussen in haar gezicht en daarna sloeg hij zijn warme sterke armen om haar heen en sleurde haar het bed uit. Haar voeten vonden de vloer en op hetzelfde moment keerde ze haar maag om; ze strompelde de hal in en hij sloeg de slaapkamerdeur achter hen dicht.

De vloer dreunde van de rennende voetstappen. Vorkosigan riep: ‘Achteruit! Soltoxinegas! Ontruim de verdieping! Roep Illyan!’ voordat ook hij hoestend en brakend dubbelklapte. Andere handen voerden hen beiden mee naar de trap. Ze kon nauwelijks iets zien, zo hevig traanden haar ogen.

Tussen krampen door zei Vorkosigan hijgend: ‘Ze hebben het tegengif… keizerlijke residentie… dichterbij dan het KeiMil… laat Illyan onmiddellijk komen. Hij weet het wel. Onder de douche… Waar is het meisje van mevrouw? Haal een dienstmeisje…’