‘Zou het helpen om naar boven te gaan? Om de ruimtetroepen voor je te winnen?’
‘Waarom denk je dat ik de moeite neem om de basis Tanery te behouden? Ik heb afgewogen wat de voor- en nadelen zouden zijn als ik mijn hoofdkwartier verplaatste naar een ruimteschip. Ik denk dat het nu nog geen goed idee is; het zou verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden als een eerste stap van een vlucht.’
Vluchten. Wat een verleidelijke gedachte. Ver, ver weg van al deze waanzin, totdat het allemaal was teruggebracht tot de enkele dimensie van een vullertje in een of andere galactische nieuwsvideo. Maar… vluchten van Aral? Ze bekeek hem aandachtig, zoals hij daar zat op de gecapitonneerde sofa, starend naar de resten van zijn avondeten zonder die te zien. Een vermoeide man van middelbare leeftijd in een groen uniform, niet bijzonder aantrekkelijk (behalve misschien de doordringende grijze ogen); een gretig intellect dat inwendig voortdurend in oorlog was met een door angst gedreven agressie, beide gevoed door een leven vol bizarre ervaringen, Barrayaraanse ervaringen. Je had verliefd moeten worden op een gelukkige man, als je geluk had gewild. Maar nee, jij moest zo nodig vallen voor de adembenemende schoonheid van de pijn…
En zij zullen tot één vlees zijn. Die oeroude vrome spreuk was wel heel letterlijk waarheid geworden. Eén klein stukje vlees, opgesloten in een baarmoederreplicator achter de vijandelijke linies, verbond hen nu als een Siamese tweeling. En als de kleine Miles zou sterven, zou die band dan verbroken worden?
‘Wat… wat doen we aan Vordarians gijzelaars?’
Hij zuchtte. ‘Dat is ons grootste probleem. Als hij al het andere kwijt is, en daar zorgen we geleidelijk aan voor, dan houdt Vordarian nog steeds meer dan twintig districtsgraven en Kareen vast. En een paar honderd minder vooraanstaande mensen.’
‘Zoals Elena?’
‘Ja. En de stad Vorbarr Sultana zelf, niet te vergeten. Hij zou kunnen dreigen een atoombom op de stad te gooien, op het laatst, om een vrije aftocht van de planeet te krijgen. Ik heb met het idee gespeeld om met hem te onderhandelen. Hem later te laten vermoorden. Ik kan hem niet zomaar laten gaan, dat zou onrechtvaardig zijn tegenover al degenen die al gestorven zijn vanwege hun trouw aan mij. Wat voor marteldood zou er nodig zijn om die verraden zielen tevreden te stellen? Nee.
Dus beramen we verschillende reddingsplannen, voor op het laatst. Het moment waarop de verschuiving van manschappen en loyaliteiten de kritische massa bereikt en Vordarian echt in paniek raakt. Ondertussen wachten we af. Als het erop aankomt… zal ik eerder gijzelaars opofferen dan dat ik Vordarian laat winnen.’ Zijn nietsziende blik was nu duister.
‘Zelfs Kareen?’ Alle gijzelaars? Zelfs de kleinste? ‘Zelfs Kareen. Ze is Vor. Ze begrijpt het.’
‘Dat is het beste bewijs dat ik geen Vor ben,’ zei Cordelia mistroostig. ‘Ik begrijp helemaal niets van deze… gestileerde waanzin. Ik vind dat jullie allemaal in therapie zouden moeten, tot en met de laatste man.’
Hij glimlachte flauwtjes. ‘Denk je dat we Kolonie Bèta kunnen overhalen om ons een bataljon psychiaters te sturen bij wijze van ontwikkelingshulp? Die met wie je die laatste ruzie had, misschien?’ Cordelia snoof. Nou ja, de Barrayaraanse geschiedenis had ook wel een vreemd soort dramatische schoonheid, theoretisch bekeken, van een afstand. Als een passiespel. Maar van dichtbij zag je de domheid ervan duidelijker, viel ze als een mozaïek uiteen in betekenisloze vierkantjes.
Cordelia aarzelde en vroeg toen: ‘Spelen we het gijzelaarsspelletje mee?’ Ze wist niet zeker of ze het antwoord wel wilde horen. Vorkosigan schudde zijn hoofd. ‘Nee. Dat is de hele week het moeilijkst geweest, om mannen in de ogen te kijken die vrouw en kinderen in de hoofdstad hebben en “Nee” te zeggen.’ Hij legde zijn bestek netjes op zijn dienblad, op de oorspronkelijke plaats, en vervolgde op peinzende toon: ‘Maar ze kijken niet ver genoeg. Dit is tot nu toe geen revolutie, alleen een paleiscoup. De bevolking is passief, of liever gezegd, houdt zich gedeisd, afgezien van een paar informanten. Vordarian doet een beroep op de conservatieve elite, de oude Vor en het leger. De graaf kan niet tellen. De nieuwe technocultuur produceert progressieve volksjongens en — meisjes zo snel de scholen ze maar kunnen uitspugen. Zij zijn van belang voor de toekomst. Ik wil hun een andere methode geven dan de kleur van de mouwbanden om de goeden van de slechten te onderscheiden. Morele overredingskracht heeft meer invloed dan Vordarian vermoedt. Welke vroegere generaal op aarde heeft ook weer gezegd dat het morele tot het materiële staat als drie tot één? O ja, Napoleon. Jammer dat hij zijn eigen raad niet heeft opgevolgd. Ik zou zeggen dat het vijf tot één is, in deze oorlog.’
‘Maar zijn jullie even sterk? Hoe zit het met dat materiële?’ Vorkosigan haalde zijn schouders op. ‘We beschikken allebei over voldoende wapens om Barrayar te verwoesten. Pure sterkte is niet waar het hier om gaat. Maar mijn legitimiteit is een enorm voordeel, om de wapens bemand te houden. Vandaar Vordarians pogingen om die legitimiteit te ondergraven met zijn beschuldigingen dat ik Gregor om zeep zou hebben geholpen. Ik ben van plan hem in zijn eigen leugen te verstrikken.’
Cordelia huiverde. ‘Weet je, ik geloof niet dat ik graag aan Vordarians kant zou staan.’
‘O, er zijn nog wel een paar manieren waarop hij kan winnen. Voor al die manieren is mijn dood noodzakelijk. Wat valt er nog te kiezen zonder mij als brandpunt, de enige regent die gezalfd is door wijlen Ezar? Vordarians aanspraken zijn dan net zo geldig als die van ieder ander. Als hij mij vermoordt en Gregor in handen krijgt, of vice versa, is het voorstelbaar dat hij zijn positie kan verstevigen. Tot aan de volgende staatsgreep, en de aaneenschakeling van opstanden en moorden uit vergelding die zich tot in de verre toekomst zal uitstrekken…’ Hij kneep zijn ogen half dicht bij dit duistere vooruitzicht. ‘Dat is mijn grootste nachtmerrie. Dat deze oorlog niet zal ophouden als we verliezen, totdat er een tweede Dorca Vorbarra de Rechtvaardige opstaat om een eind te maken aan een nieuwe Bloedige Eeuw. God weet wanneer. Eerlijk gezegd zie ik geen man van dat kaliber onder mijn generatie.’ Kijk eens in de spiegel, dacht Cordelia somber.
‘Aha, dus daarom wou je dat ik eerst naar de dokter ging,’ zei Cordelia die avond plagerig tegen Aral. Nadat Cordelia een paar van zijn foutieve veronderstellingen had rechtgezet, had de dokter haar nauwgezet onderzocht, zijn voorschrift veranderd van lichaamsbeweging in rust, en haar toestemming gegeven om de seksuele omgang weer voorzichtig te hervatten. Aral grijnsde alleen maar en bedreef de liefde met haar alsof ze van breekbaar glas was. Zelfwas hij bijna volledig hersteld van de soltoxine, leidde ze hieruit af. Hij sliep als een blok, maar dan warmer, totdat het companeel hen bij het aanbreken van de dag wekte. Er zat vast een militaire samenzwering achter dat hij niet eerder had opgelicht. Cordelia zag een of ander lager staflid voor zich dat vertrouwelijk tegen Ko zei: ‘Ja, laten we die ouwe maar eens een wip laten maken, dan wordt hij misschien wat milder…’ Deze keer trok de mist van de vermoeidheid sneller op. Binnen een dag was Cordelia op en verkende ze met Droesjnakovi als gids haar nieuwe omgeving.
Ze kwam Bothari tegen in het gymnastieklokaal van de basis. Graaf Pjotr was nog niet terug, dus nadat hij verslag had uitgebracht aan Aral, had Bothari ook niets te doen. ‘Ik moet in conditie blijven,’ zei hij bondig. ‘Heb je geslapen?’
‘Niet veel,’ zei hij, en hij hervatte zijn looppas. Dwangmatig, te lang, ver voorbij het punt waarbij je een optimaal effect bereikte in verhouding tot de eraan bestede tijd. Hij zweette om de tijd te doden en gedachten te verdrijven, en Cordelia wenste hem in stilte succes. Ze werd op de hoogte gebracht van de details van de oorlog door Aral, Ko en de gecensureerde nieuwsvideo’s. Welke graven bondgenoten waren, van wie bekend was dat hij of zij was gegijzeld en waar, welke eenheden er werden ingezet, van beide zijden, en welke daarvan uiteen waren gereten en verdreven; waar er gevechten waren geweest, wat de schade was, welke commandanten hun eed hadden vernieuwd… Kennis zonder macht. Niets meer, oordeelde ze, dan haar intellectuelere versie van Bothari’s eindeloze geren, en zelfs minder effectief om haar gedachten af te leiden van haar voortdurende concentratie op alle gruwelen en rampen, in het verleden of de nabije toekomst, waar ze momenteel niets tegen kon beginnen.