Выбрать главу

Ze hoorde militaire geschiedenis liever met een grotere tussenruimte in de tijd. Van een eeuw of twee geleden, bijvoorbeeld. Ze stelde zich een of andere onaangedane geleerde uit de toekomst voor die door een tijdtelescoop naar haar keek, en maakte in gedachten een obsceen gebaar naar hem. Ze besefte trouwens dat de militaire geschiedenissen die ze had gelezen het belangrijkste hadden weggelaten: ze vertelden nooit wat er met de baby’s van de mensen was gebeurd. Nee, het waren allemaal baby’s, daarbuiten. Elke man in een zwart uniform was de zoon van een moeder. Er kwam een overpeinzing van Aral in haar geheugen bovendrijven, een fluwelen stem die bromde: ‘Omstreeks die tijd begon ik soldaten te zien als kinderen…’

Ze duwde zich weg van het beeldpaneel en ging in de badkamer op zoek naar pijnstillers.

Op de derde dag kwam ze in een gang luitenant Kodelka tegen, die bijna rennend voortstommelde, met een rood gezicht van opwinding. ‘Wat is er aan de hand, Ko?’

‘Illyan is hier. En hij heeft Kanzian bij zich!’

Cordelia volgde hem naar een vergaderkamer. Droesjnakovi moest zelfs haar lange passen nog langer maken om hen bij te houden. Aral zat, geflankeerd door twee stafleden, met zijn handen ineengeslagen op de tafel voor zich uiterst aandachtig te luisteren. Commandant Illyan zat op de rand van de tafel en zwaaide één been heen en weer op het ritme van zijn stem. Een verband om zijn linkerarm had een gele vochtvlek. Hij was bleek en vuil, maar zijn ogen blonken triomfantelijk, met een glimpje koortsachtigheid erin. Hij droeg burgerkleding die eruitzag alsof hij haar had gestolen uit iemands wasmand en er daarna een heuvel mee was afgerold.

Naast Illyan zat een oudere man; een staflid gaf de man iets te drinken dat Cordelia herkende als een oppepper met vruchtensmaak en extra kaliumzouten, bedoeld voor mensen die te weinig voedingsstoffen hebben binnengekregen. Hij nam er plichtmatig een slokje van en trok een gezicht alsof hij liever een wat ouderwetser opkikkertje had gehad, zoals een borrel. Met zijn overgewicht en geringe lengte, en grijzend waar hij nog niet kalend was, had admiraal Kanzian geen erg krijgshaftig uiterlijk. Hij zag eruit als een opa, maar alleen als je opa professor was. Zijn gezicht droeg een intense intelligentie die de term ‘krijgskunde’ een waarlijk wetenschappelijke lading gaf. Cordelia had hem eerder ontmoet in uniform; zijn uitstraling van rustige autoriteit leek niet te worden aangetast door zijn burgeroverhemd en sportieve broek, die uit dezelfde wasmand hadden kunnen komen als die van Illyan.

Illyan zei: ‘… en toen hebben we de volgende nacht in de kelder doorgebracht. Vordarians peloton kwam de volgende ochtend terug, maar… Mevrouw!’

De grijns waarmee hij haar begroette, werd afgezwakt door een vlaag van schuldgevoel toen hij een snelle blik op haar middel wierp. Ze had liever gehad dat hij opgewonden door had gekletst over zijn avonturen, maar door haar binnenkomst leek hij zijn zelfvertrouwen kwijt te zijn geraakt, alsof ze de geest was van zijn belangrijkste mislukking die opdook op zijn overwinningsbanket.

‘Fantastisch om jullie allebei te zien, Simon, admiraal.’ Ze knikten elkaar toe; Ivanzian maakte aanstalten om op te staan, maar werd door iedereen teruggeworpen in zijn stoel, wat een geamuseerd lachje op zijn lippen bracht. Aral gebaarde naar haar dat ze naast hem moest komen zitten.

Illyan vervolgde zijn verhaal op een wat zakelijker toon. De afgelopen twee weken had hij verstoppertje gespeeld met de troepen van Vordarian op een gelijksoortige manier als Cordelia, maar dan tegen de veel complexere achtergrond van de veroverde hoofdstad. Maar Cordelia herkende de vertrouwde verschrikkingen onder zijn onopgesmukte woorden. Hij doorliep de geschiedenis snel totdat hij bij het heden was aangekomen. Ivanzian knikte af en toe bevestigend. ‘Goed gedaan, Simon,’ zei Vorkosigan toen Illyan klaar was. Hij knikte naar Ivanzian. ‘Heel goed gedaan.’

Illyan glimlachte. ‘Ik dacht wel dat het u zou bevallen, meneer.’ Vorkosigan wendde zich tot Ivanzian. ‘Zo gauw als u zich daartoe in staat voelt, zou ik u graag op de hoogte brengen in de strategiekamer, meneer.’

‘Dank u, meneer. Ik heb niets meer gehoord — afgezien van Vordarians nieuwsuitzendingen — sinds ik uit het hoofdkwartier ben ontsnapt. Hoewel er veel af te leiden viel uit datgene wat we wel hebben gezien. Overigens vind ik uw strategie van terughoudendheid heel goed. Tot nu toe. Maar u hebt de grens ervan bijna bereikt.’

‘Dat gevoel had ik al, meneer.’

‘Wat doet Ollie Knollie op Sprongstation Een?’

‘Hij beantwoordt in elk geval zijn strakstraal niet. Vorige week wisten zijn ondergeschikten een verbazingwekkende serie uitvluchten op te lepelen, maar uiteindelijk is hun vindingrijkheid opgedroogd.’

‘Ha. Ik zie het voor me. Het zal wel heel goed gaan met zijn dikkedarmontsteking. Ik durf te wedden dat hun “niet in staat te antwoorden” ’ niet elke keer een leugen was. Ik denk dat ik moet beginnen eens een babbeltje te maken met admiraal Knollys, onder vier ogen.’

‘Dat zou ik op prijs stellen, meneer.’

‘We zullen de onvermijdelijkheden van de tijd bespreken. En de tekorten van een potentiële commandant die een hele strategie baseert op een moord die hij vervolgens niet uit blijkt te kunnen voeren.’ Kan-/jan fronste kritisch zijn wenkbrauwen. ‘Geen goede constructie, om je hele oorlog af te laten hangen van één gebeurtenis. Vordarian had altijd al de neiging om het af te laten weten.’

Cordelia ving terzijde Illyans blik. ‘Simon. Heb je in de tijd dat je vastzat in Vorbarr Sultana ook maar iets gehoord over het Keizerlijke Militaire Hospitaal? Over het lab van Vaagen en Henri?’ Over mijn baby?

Met spijt schudde hij zijn hoofd. ‘Nee, mevrouw.’ Illyan wierp op zijn beurt een blik op Vorkosigan. ‘Meneer, is het waar dat kapitein Negri dood is? Wij hebben het alleen maar van geruchten, en van de propaganda-uitzendingen van Vordarian. Ik dacht dat het misschien een leugen was.’

‘Negri is dood. Helaas.’ Vorkosigan trok een grimas. Illyan ging geschrokken rechtop zitten. ‘En de keizer ook?’

‘Gregor is veilig en gezond.’ Illyan ontspande zich weer. ‘Goddank. Waar?’

‘Elders,’ zei Vorkosigan droogjes. ‘O. Natuurlijk, meneer. Mijn verontschuldigingen.’

‘Zo gauw als je langs de ziekenboeg en de douche bent geweest, Simon, heb ik wat grote schoonmaakklusjes voor je,’ vervolgde Vorkosigan. ‘Ik wil weten hoe de KeiVei precies overvallen kon worden door de staatsgreep van Vordarian. Ik wil geen kwaad spreken van de doden — en God weet dat de man voor zijn vergissingen heeft geboet — maar het oude personeelssysteem van Negri, waarmee hij de KeiVei leidde, met al zijn geheime afdelinkjes waar verder alleen Ezar van wist, moet helemaal op de schop. Elk onderdeel, elke man moet opnieuw worden onderzocht voordat alles weer wordt opgebouwd. Dat zal je eerste taak zijn als het nieuwe hoofd van de Keizerlijke Veiligheidsdienst. Kapitein Illyan.’

Illyans gezicht veranderde van bleek vermoeid in groenig wit. ‘Meneer… wilt u dat ik in de schoenen van Negri stap?’

‘Schud ze eerst even uit,’ adviseerde Vorkosigan droog. ‘En met spoed, alsjeblieft. Ik kan de keizer niet uit zijn schuilplaats halen voordat de KeiVei weer in een conditie is hem te bewaken.’