Выбрать главу

‘Ik zal ermee teruggaan naar Siegling en er een nieuwe schede bij laten maken,’ beloofde Cordelia.

De KeiVei-mannen weken uiteen voor de rechterhand van admiraal Vorkosigan. Ko nam Cordelia, Bothari en Droe mee de basis in. Cordelia trok de koordjes stevig dicht en liet de tas in haar hand heen en weer zwaaien.

‘We gaan naar beneden naar het stafniveau. De admiraal zit sinds een uur in een besloten vergadering. Afgelopen nacht hebben twee van Vordarians topofficieren zich in het geheim hier gemeld. Ze onderhandelen om hem te verraden. Het beste plan om de gijzelaars te redden is afhankelijk van hun medewerking.’

‘Wisten ze hier al van?’ Cordelia hield de tas omhoog. ‘Ik geloof het niet, mevrouw. U hebt zojuist alles veranderd.’ Zijn grijns werd dierlijk en zijn onregelmatige pas werd langer. ‘Ik denk dat die overval nog steeds nodig zal zijn,’ zei Cordelia met een zucht. ‘Zelfs nu hij ineenstort, is Vordarians kant nog steeds gevaarlijk. Misschien juist gevaarlijker, in hun wanhoop.’ Ze dacht aan dat hotel in de binnenstad van Vorbarr Sultana, waar Bothari’s dochtertje Elena voor zover zij wist zich nog steeds bevond. Minder belangrijke gijzelaars. Zou ze Aral kunnen overhalen om wat extra bronnen aan te boren voor de minder belangrijke gijzelaars? Helaas had ze waarschijnlijk nog niet alle soldaten van hun werk beroofd. Ik heb het geprobeerd. En óf ik het geprobeerd heb.

Ze gingen dieper en dieper naar beneden, naar het zenuwcentrum van de basis Tanery. Ze kwamen bij een zwaarbeveiligde vergaderkamer; een tot de tanden bewapend peloton stond er kaarsrecht voor op wacht. Kodelka voerde hen er snel langs. De deuren gleden opzij en sloten zich weer achter hen.

Cordelia nam het gezelschap in zich op dat haar zwijgend aankeek van om de glanzende tafel. Aral zat natuurlijk in het midden, met Illyan en graaf Pjotr aan weerszijden van hem. Premier Vortala was er, en Kanzian, en nog een paar hoge stafleden, allemaal in groot tenue. De twee overlopers zaten tegenover hen, met hun assistenten. Zwermen getuigen. Ze wilde alleen zijn met Aral, dat hele zootje mannen kwijt zijn. Het duurt, niet lang meer.

Arals ogen boorden zich recht in de hare, in zwijgende pijn. Zijn lippen krulden omhoog in een uitgesproken ironische glimlach. Dat was alles; en toch werd haar maag weer warm van vertrouwen, was ze weer zeker van hem. Geen kilte. Het zou goed komen. Ze waren weer in harmonie, en een stortvloed aan woorden en stevige omhelzingen zouden dat niet beter hebben kunnen overbrengen. Maar die omhelzingen zouden wel komen, beloofden de grijze ogen. Haar eigen lippen krulden voor het eerst omhoog sinds… wanneer? Graaf Pjotr sloeg hard met zijn vlakke hand op tafel. ‘Goeie god, mens, waar heb je gezéten?’ riep hij woedend uit.

Ze werd overvallen door een morbide driestheid. Ze glimlachte hem stralend toe en hield de tas omhoog. ‘Gewinkeld.’ Een seconde lang geloofde de oude man haar bijna; strijdige uitdrukkingen gleden over zijn gezicht: verbazing, ongeloof, en woede toen tot hem doordrong dat hij voor de gek werd gehouden. ‘Wilt u zien wat ik gekocht heb?’ vervolgde Cordelia, nog steeds zwevend. Ze rukte de bovenkant van de tas open en liet Vordarians hoofd eruit rollen, over de tafel. Gelukkig was het een paar uur geleden opgehouden met lekken. Het bleef met het gezicht naar boven voor de graaf liggen, met een grimas om de mond en uitdrogende, starende ogen.

Pjotrs mond viel open. Kanzian sprong op, de stafleden vloekten en een van Vordarians verraders viel werkelijk uit zijn stoel, doordat hij terugschrok. Vortala tuitte zijn lippen en trok zijn wenkbrauwen op.

Kodelka, die grimmig trots was op zijn sleutelrol in de enscenering van dit historische moment van triomf, legde de degenstok op tafel als verder bewijs. Illyan maakte een puffend geluid en grijnsde triomfantelijk ondanks zijn schrik.

Aral was perfect. Zijn ogen werden maar heel even groot, toen legde hij zijn kin op zijn handen en keek met een uitdrukking van koele interesse over zijn vaders schouder. ‘Maar natuurlijk,’ zei hij zacht. ‘Elke Vor-dame gaat naar de hoofdstad om te winkelen.’

‘Ik heb er te veel voor betaald,’ bekende Cordelia. ‘Ook dat is gebruikelijk.’ Er danste een sardonische glimlach om zijn mond.

‘Kareen is dood. Doodgeschoten in het strijdgewoel. Ik kon haar niet redden.’

Hij opende zijn hand alsof hij de zwarte humor door zijn vingers liet vallen. ‘Ik begrijp het.’ Hij sloeg zijn ogen weer naar haar op, alsof hij vroeg: is alles goed met je? Hij zag blijkbaar dat het antwoord nee was. ‘Heren. Als u zich alstublieft een paar minuten wilt excuseren. Ik wil alleen zijn met mijn vrouw.’

In het rumoer van de mannen die opstonden, hoorde Cordelia een gemompeld: ‘Moedig man…’

Ze fixeerde de mannen van Vordarian met haar blik terwijl ze van tafel opstonden. ‘Officieren. Ik raad u aan u onvoorwaardelijk over te geven aan de genade van heer Vorkosigan zodra deze vergadering wordt hervat. Hij heeft die misschien nog.’ Ik in elk geval niet, was de onuitgesproken implicatie. ‘Ik ben uw domme oorlog zat. Zet er een punt achter.’

Pjotr schoof voorzichtig langs haar. Ze glimlachte hem verbitterd toe. Hij trok een ongemakkelijke grimas terug. ‘Blijkbaar heb ik je onderschat,’ mompelde hij.

‘Waag het niet me ooit nog de voet dwars te zetten. En blijf uit de buurt van mijn zoon.’

Een blik van Vorkosigan voorkwam dat ze haar woede de vrije loop liet, maar de woorden lagen op het puntje van haar tong. Zij en Pjotr wisselden behoedzame knikjes uit, als de rudimentaire buiginkjes van twee duellisten.

‘Ko,’ zei Vorkosigan terwijl hij verstrooid naar het weerzinwekkende voorwerp keek dat bij zijn elleboog lag. ‘Wil je alsjeblieft zorgen dat dit ding naar het lijkenhuis van de basis wordt gebracht. Ik vind het niet geslaagd als tafeldecoratie. Het zal moeten worden opgeslagen totdat het begraven kan worden met de rest van hem. Waar die ook mag zijn.’

‘Weet u zeker dat u het niet hier wilt laten liggen om Vordarians stafleden over te halen tot een vergelijk te komen?’ vroeg Ko. ‘Nee,’ sprak Vorkosigan vastbesloten. ‘Het heeft zijn heilzame effect al gehad.’

Uiterst voorzichtig pakte Ko de tas van Cordelia aan, trok hem open en gebruikte hem om er Vordarians hoofd mee te pakken zonder dat hij het rechtstreeks aanraakte.

Aral nam haar vermoeide team op, Droesjnakovi’s verdriet en Bothari’s dwangmatige spiertrekkingen. ‘Droe. Sergeant. Jullie kunnen je gaan wassen en eten. Meld je weer bij mij in mijn vertrekken nadat we hier klaar zijn.’

Droesjnakovi knikte, de sergeant salueerde, en ze volgden Kodelka de kamer uit.

Cordelia liet zich in Arals armen vallen terwijl de deur met een zuchtje dichtging, op zijn schoot, en raakte hem terwijl hij net opstond om haar te omhelzen. Ze kwamen samen met genoeg kracht neer om het evenwicht van de stoel in gevaar te brengen. Ze omhelsden elkaar zo stijf dat ze iets achteruit moesten gaan om elkaar te kunnen kussen. ‘Haal alsjeblieft nooit meer zo’n stunt uit,’ zei hij met een hese stem. ‘Zorg jij er dan voor dat het nooit meer nodig is.’

‘Afgesproken.’

Hij hield haar gezicht een stukje van zich af, tussen zijn handen, en verslond haar met zijn ogen. ‘Ik maakte me zulke zorgen over jou dat ik vergat me zorgen te maken over je vijanden. Ik had het kunnen weten. Lieve kapitein.’

‘In mijn eentje had ik niets kunnen beginnen. Droe was mijn ogen, Bothari mijn rechterhand en Kodelka onze voeten. Je moet Ko vergeven dat hij zomaar ineens verdwenen was. We hebben hem min of meer ontvoerd.’

‘Dat heb ik gehoord.’

‘Heeft hij je verteld over je neef Padma?’

‘Ja.’ Een bedroefde zucht. Hij staarde terug in de tijd. ‘Padma en ik waren de enige overlevenden van het bloedbad dat Joeri de Dwaze heeft aangericht onder de afstammelingen van prins Xav, die dag. Ik was elf. Padma was één, een baby nog… Sinds die tijd ben ik altijd aan hem blijven denken als aan de baby. Heb geprobeerd voor hem te zorgen… Nu ben ik de enige die over is. Joeri’s werk is bijna voltooid.’