Выбрать главу

“Waarom vallen we niet aan?” vroeg de Hertug.

“Omdat zij binnen ons bereik zijn terwijl ze ons niet kunnen raken. Kijk maar.” Ruim dertig meter voor de boeg van het schip plonsden enorme speren met metalen punten in het water, “Jetilopijlen.” De Hertug huiverde. “Ik heb ze door de lichamen van zeven man zien gaan zonder dat ze vaart minderden.”

“Deze keer niet. Ik sta op het punt je de glorie van de wetenschappelijk gevoerde oorlog te laten zien.”

Het vuur van de jetiloj had evenmin enige uitwerking als de schreeuwende soldaten op de muren die met hun zwaarden op hun schilden sloegen en verwensingen naar hen riepen, en het hield al spoedig op. Jason stapte op de platte schuit over en lette erop dat hij stevig voor anker lag met zijn boeg recht naar het fort. Terwijl de druk toenam, richtte hij het vizier van de blijde en hij gokte maar wat met de elevatie.

Het was een eenvoudig, maar krachtig apparaat en hij had er hoge verwachtingen van. Op het draaibare platform dat ook omhoog kon, was één enkele grote stoomcilinder gemonteerd met zijn zuiger rechtstreeks bevestigd aan de korte arm van een lange hefboom. Als er stoom in de cilinder werd gelaten werd de korte, maar vreselijk krachtige slag van de zuiger door het mechanische voordeel omgezet in een verschrikkelijke snelheid aan het lange eind van de arm. Die zwiepte omhoog, dreunde tegen een stootbalk aan en werd gestopt, maar de lading die in de lepel aan het eind van de arm zat vloot met akelige snelheid door de lucht. Het mechanisme was getest en het werkte uitstekend hoewel er nog geen schoten mee waren afgevuurd.

“Volle druk,” riep Jason naar zijn werktuigkundigen. “Leg een van de stenen in de lepel.” Hij had een heleboel verschillende projectielen vervaardigd die allemaal evenveel wogen om het richten te vergemakkelijken. Terwijl het wapen werd geladen keek hij de flexibele stoomleidingen nog eens na; het was erg moeilijk geweest die te maken en ze hadden nog steeds de neiging te gaan lekken als ze lang onder druk stonden.

“Daar gaat-ie!” schreeuwde hij en hij trok de klep open.

De zuiger kwam bevredigend snel naar buiten, de arm zwiepte omhoog en dreunde met een klap tegen de stootbalk — terwijl de steen fluitend wegvloog, een steeds kleiner wordende stip. Alle Perssonoj juichten. Maar het gejuich hield op toen de steen bleef doorgaan en wel vijftig meter boven de hoogste toren van het fort voorbij vloog en aan de andere kant uit het gezicht verdween. Nu hieven ook de Trozelligoj een schor gejuich aan toen hij zonder enige schade aan te richten in het kanaal aan de andere kant plonsde.

“Dit was alleen maar een richtschot,” zei Jason voor de vuist weg. “Een beetje minder elevatie en dan zal ik er een als een bom op hun binnenplaats laten vallen.” Hij sloeg de uitlaatkleppen open en door de zwaartekracht kwam de lange arm weer horizontaal te liggen terwijl gelijk de zuiger terugzakte voor het volgende schot. Jason sloot de inlaatklep zorgvuldig en draaide aan het elevatiewiel. Er werd een steen geladen en hij vuurde weer. Dit keer juichten alleen de Trozelligoj in het fort toen de steen bijna recht omhoog schoot en toen naar beneden viel en een van de boten van de aanvallers tot zinken bracht, nog geen vijftig meter van de platte schuit. “Ik heb niet zo’n hoge dunk van jouw duivelse machine,” zei de Hertug. Hij was teruggekomen om naar het vuren te kijken.

“Er zijn altijd veldproblemen,” zei Jason tussen zijn opeengeklemde lippen. “Let maar op het volgende schot.” Hij besloot geen pogingen meer te doen mooie hoge bogen te schieten en nu recht vooruit te schieten, want het apparaat was veel krachtiger dan hij had gedacht. Hij draaide als een gek aan het elevatiewiel en hij bracht het achterstuk van de blijde zoveel omhoog dat de steen bijna evenwijdig aan het water uit de lepel zou vliegen. “Dit is het belangrijke schot,” kondigde hij aan met een overtuiging die hij niet voelde en hij kruiste de vingers van zijn vrije hand toen hij vuurde. De steen zoefde weg en trof doel vlak onder de kantelen van de muur. Hij schoot een groot stuk metselwerk weg en de soldaten die daar hadden gestaan werden grondig uitgeschakeld. Ze hoorden geen gejuich meer van de belegerde Trozelligoj.

“Ze krimpen ineen van angst!” schreeuwde de Hertug opgetogen. “Val aan!”

“Nog niet,” legde Jason geduldig uit. “Jij begrijpt de bedoeling van belegeringswerktuigen nog niet. Voor we aanvallen brengen we hen zoveel mogelijk schade toe — dat helpt.” Hij draaie het richtwiel een beetje en het volgende schot hapte verderop een stuk uit de muur. “En we veranderen onze munitie ook, gewoon maar om ze goed bezig te houden.

Toen hij met de stenen de muur had bewerkt en er al wat gaten in het hoofdgebouw zaten, richtte Jason iets hoger. “Speciale lading,” beval hij. Dat waren in olie gedrenkte, met stenen verzwaarde bundels vodden die waren samengebonden met touw.

Toen het speciale projectiel in de lepel lag stak hij het zelf aan en hij schoot het niet af voor het goed brandde. De snelle vlucht door de lucht wakkerde het aan tot een loeiende vuurbal die uit elkaar barstte op het rieten dak van het vijandelijke fort dat onmiddellijk begon te knetteren en te roken. “Daar proberen we er nog een paar van,” zei Jason die verheugd in zijn handen wreef.

De buitenmuur was op tientallen plaatsen doorboord, er waren twee torens ingestort en het grootste gedeelte van het dak stond in brand, voor de wanhopige Trozelligoj een poging tot een tegenaanval deden. Daar had Jason op gewacht en hij zag het onmiddellijk toen de sluisdeuren opengingen.

“Staakt het vuren,” beval hij, “en hou de druk in de gaten. Als jullie die ketel laten ontploffen zal ik persoonlijk iedereen die het heeft overleefd vermoorden.” Hij sprong in de bemande boot die langszij lag te wachten. “Snel naar het oorlogsschip!” zei hij en de boot slingerde heen en weer toen de Hertug achter hem aan sprong.

“De Hertug gaat altijd voorop!” schreeuwde hij en hij onthoofdde bijna een van de roeiers met zijn woest zwaaiende zwaard. “Dat vind ik best,” zei Jason, “maar kijk wel uit waar je dat zwaard stopt en hou je gedekt als ze beginnen te schieten.”

Toen Jason op de brug van de ’Zonder Vrees’ kwam zag hij dat de log-uitziende raderboot van de Trozelligoj uit de sluis was en recht op hen afkwam. Jason had bloedstollende verhalen over dit krachtige verwoestingswapen gehoord en het verheugde hem te zien dat het gewoon maar een onhandig, ongepantserd schip was, zoals hij al had verwacht.

“Volle kracht vooruit,” brulde hij in de megafoon en hij nam zelf het roer.

De schepen die recht op elkaar afvoeren kwamen snel dichterbij en de speren van de jetiloj, de overmaatse kruisbogen, ketsten van de pantserplaten van de ’Zonder Vrees’ en plonsden in het water. Ze richtten geen schade aan en de twee schepen bleven nog steeds recht op elkaar afvaren. Het gezicht van de lage, keverachtige en rook uitbrakende romp van de ’Zonder Vrees’ had de vijandelijke kapitein zeker geschokt, en hij moest hebben ingezien dat een botsing met deze snelheid zijn schip niet veel goed zou doen, want plotseling wendde hij de steven. Jason draaide aan het stuurwiel en volgde hem waarbij hij zijn boeg op de flank van het andere schip hield gericht.

“Hou je vast allemaal — we gaan ze rammen!” schreeuwde hij toen de hoge drakenboeg van het andere schip langsflitste met angstige gezichten achter de reling. Toen dreunde de metalen boeg van de ’Zonder Vrees’ loodrecht tegen het midden van het druipende bakboordrad en ramde diep in de romp van het schip. De ’Zonder Vrees’ lag plotseling stil en de dreunende klap wierp hen omver.

“Volle kracht achteruit, zodat we ons los kunnen trekken!” beval Jason en hij draaide snel het wiel rond.