Выбрать главу

Jason reageerde met een withete woede en stoof naar voren. Verstandelijk wist hij dat er nu geen compromis mogelijk was; de overwinning was nabij, en iedere poging tot onderhandelen met de Hertug of de Perssonoj die door het dolle heen waren zou zeker uitlopen op Ijale’s dood. Hij moest naar haar toe.

Hij stormde van achteren op de Trozelligoj soldaten in, sloeg ze opzij en wierp zich op de rij gewapende wachten. Er schoot een pijl vlak langs zijn hoofd; hij merkte het niet en toen sprong hij op hen af. Zijn plotselinge aanval en zijn vliegende vaart deed de rij even achteruit deinzen en zijn morgenster floot in een gat tussen twee schilden en kwam precies op een gehelmd hoofd terecht. Hij ving een zwaardslag op met zijn schild en ramde de man die hij had geraakt en wierp hem op de grond. Toen hij eenmaal achter de soldaten was bleef hij niet vechten maar hij ploegde verder terwijl de rij zich probeerde te sluiten om weerstand te bieden aan de vijanden die toegesneld waren om hun voordeel te doen met Jasons zelfmoordaanval.

Er stond nog iemand op het platform die Jason tevoren niet had gezien; hij zag hem nu terwijl hij aanviel. Het was Mikah, de verrader, hier! Hij stond naast Ijale, die vermoord zou worden omdat Jason haar onmogelijk op tijd kon bereiken. Het zwaard suisde al omlaag om haar te doorsteken.

Jason ving nog net een glimp op van Mikah toen die naar voren stapte, de man met het zwaard bij de schouders greep en hem achterover op de grond smeet. Toen werd Jason van alle kanten tegelijk aangevallen en hij vocht wanhopig voor zijn leven.

De overmacht was te groot — vijf, zes tegen één — en alle aanvallers gewapend en wanhopig. Maar hij hoefde niet te winnen, hij hoefde ze alleen maar een paar seconden langer af te houden tot zijn eigen mannen arriveerden. Ze waren vlak achter hem; hij kon hun gejuich horen toen de rij van verdedigers viel. Jason ving een zwaard op met zijn schild, schopte een andere aanvaller opzij en sloeg een derde van zich af met de morgenster.

Maar er waren er teveel. Hij was helemaal ingesloten. Hij smeet er twee opzij en keerde zich toen naar de anderen achter hem. Daar — die oude man, de leider van deze mensen, woede in zijn ogen… een lang zwaard in de hand… een steek.

“Sterf duivel! Sterf verwoester!” gilden de Trozelligoj en ze vielen aan.

Het lange koele staal raakte Jason vlak boven zijn riem, het stak in zijn lichaam met een verzengende pijn, doorboorde hem en kwam uit zijn rug weer naar buiten.

XVI

Het was pijn, maar het was niet ondraaglijk. Maar de absolute zekerheid dat hij zou sterven was wel ondraaglijk. De oude man had hem gedood. Het was allemaal voorbij. Bijna zonder boosheid hief Jason zijn schild en duwde de man ermee achteruit. Het zwaard bleef zitten, een slanke, glanzende dood door zijn lichaam.

“Laat zitten,” zei Jason hees tegen Ijale die haar geketende handen ophief om het eruit te trekken; haar ogen waren groot van ontzetting.

Het gevecht was afgelopen en door een waas van pijn zag Jason de Hertug voor zich staan en ook op zijn gezicht was het besef te lezen dat de dood nabij was. “Lappen,” zei Jason zo duidelijk mogelijk. “Hou ze klaar en druk ze tegen de wond als het zwaard eruit wordt gehaald.”

Sterke soldatenhanden hielden hem overeind en de lappen lagen klaar. De Hertug stond voor Jason die alleen maar knikte en toen zijn ogen dichtdeed. Weer stak de pijn hem en hij viel. Ze lieten hem op het tapijt zakken, zijn kleren werden opengescheurd en de bloedstroom werd gestelpt met de klaarliggende lappen.

Toen hij, dankbaar voor deze verlossing van de verschrikkelijke pijn, het bewustzijn verloor, vroeg hij zich af waarom hij zich nog druk maakte. Waarom zou hij de pijn rekken? Hij kon hier alleen maar doodgaan, zoveel lichtjaren verwijderd van ontsmettingsmiddelen en antibiotica, met zijn ingewanden verscheurd. Hij kon alleen maar doodgaan.

Jason kwam een keer moeizaam bij en zag dat Ijale op haar knieën over hem zat heengebogen en dat zij de rauwe randen van de wond in zijn buik met naald en draad tegen elkaar aannaaide. Het licht ging weer weg en de volgende keer dat hij zijn ogen opende lag hij in zijn eigen slaapkamer naar het zonlicht te kijken dat door de gebroken ramen naar binnen stroomde. Het licht werd verduisterd en toen werden eerst zijn voorhoofd en zijn wangen en daarna zijn lippen bevochtigd en verkoeld. Dat deed hem beseffen hoe droog zijn keel was en hoe erg de pijn was. “Water…” kraste hij en de zwakte van zijn eigen stem verraste hem.

“Ze hebben me verteld dat je niet mag drinken — met een wond daar,” zei Ijale terwijl ze met opeengeklemde lippen naar zijn lichaam wees.

“Ik geloof dat het nu niet veel meer uitmaakt,” zei hij tegen haar en de wetenschap van de naderende dood deed veel meer pijn dan de wond. De Hertug kwam naast Ijale staan; zijn betrokken gezicht was een spiegelbeeld van het hare. Hij reikte Jason een klein kistje aan.

“De sciuloj hebben dit gehaald, de wortels van de bede die pijn verminderen en hem ver weg doen schijnen. Je moet erop kauwen, maar niet teveel; teveel van de bede is erg gevaarlijk.”

Niet voor mij, dacht Jason die zijn kaken dwong op de droge, stoffige wortel te kauwen. Een pijnstiller, een verdovend middel, een verslavend gif… ik heb erg weinig tijd om verslaafd te raken.

Wat voor gif het ook was, het werkte goed en Jason was dankbaar. De pijn gleed weg en zijn dorst ook, en hoewel hij zich een beetje licht in het hoofd voelde was hij niet langer uitgeput.

“Hoe is het gevecht afgelopen?” vroeg hij aan de Hertug die met gekruiste armen naast hem stond en dreigend zijn voorhoofd fronste in het aangezicht van het noodlot.

“Wij hebben gewonnen. De enige overlevende Trozelligoj zijn onze slaven; hun familie bestaat niet meer. Er zijn een paar soldaten ontsnapt, maar die tellen niet mee. Hun fort is van ons, met de geheime kamers waar ze hun motoren bouwden. Als je alleen maar hun machines kon zien…” Toen hij besefte dat Jason ze niet kon zien en nog maar weinig te zien zou krijgen, begon de Hertug weer dreigend te kijken.

“Kop op,” zei Jason. “Een gewonnen, al gewonnen. Nu zijn er geen andere groepen meer die sterk genoeg zijn om je te weerstaan. Blijf aan de gang voor ze zich kunnen verenigen. Vernietig eerst de meest vijandelijke. Probeer als het enigszins mogelijk is, niet al hun technici te doden; je zal iemand nodig hebben die hun geheimen uit kan leggen als je ze hebt verslagen. Sla snel toe, dan is tegen de winter Appsala van jou.”

“We zullen je de mooiste begrafenis geven die ooit in Appsala is vertoond,” barstte de Hertug uit. “Daar ben ik zeker van. Kosten noch moeite gespaard.”

“Er zullen feesten zijn en gebeden en je overblijfselen zullen verast worden in de elektrische oven, ter ere van de god Elektro.”

“Niets zou me gelukkiger maken…”

“En daarna worden ze meegevoerd naar zee vooraan in een geweldige begrafenisoptocht, schip na schip, allemaal zwaar bewapend zodat we op de terugtocht de Mastreguloj kunnen overvallen en we hen onverwacht te pakken kunnen nemen.”

“Dat klinkt beter, Hertug. Ik dacht even dat je te sentimenteel werd.”

Jasons aandacht werd getrokken door gebonk bij de deur en hij draaide langzaam zijn hoofd om en zag een groep slaven die zwaar geïsoleerde kabels de kamer binnensleepten. Anderen droegen dozen met apparatuur en achter hen aan liep de slavenopzichter die met zijn zweep knalde en Mikahs strompelende, geketende gestalte voor zich uitdreef. Mikah werd in een hoek geschopt, waar hij in elkaar zakte.