Выбрать главу

De Grijze zuster keek hem niet meer aan, maar negeerde hem ook niet opvallend. Voor haar leek hij deel van de meubels uit te maken toen ze verder vertelde. ‘Er waren daar minstens tien zusters, Elayne, hoewel ze zich enorm inspanden om dat te verbergen. Geen aanhangers van Egwene, denk ik zo, hoewel ze ook niet bij Elaida hoeven te horen. Zeer veel zusters lijken zich afzijdig te houden tot de moeilijkheden in de Toren voorbij zijn, vrees ik.’ Opnieuw zuchtte ze, ditmaal wellicht niet van vermoeidheid.

Met een vies gezicht zette Elayne haar kopje neer. De keuken had geen honing in haar thee gedaan en ze hield niet van bitter. ‘Wat willen ze, Merilille? De vorsten bedoel ik, niet de zusters.’ Tien zusters maakten dat leger tienmaal zo gevaarlijk, zeker voor Rhand. Nee voor iedereen. ‘Ze hebben niet al die tijd daar in de sneeuw gezeten omdat ze het daar zo mooi vinden.’

De Grijze zuster maakte met beide handen een gebaar. ‘Naar wat ze op de lange duur willen, kan ik slechts gissen. Op de korte duur willen ze u ontmoeten en wel zo gauw mogelijk. Ze hebben boden naar Caemlin gestuurd toen ze in Nieuw Breem aankwamen, maar gezien de tijd van het jaar kan het nog wel een week of meer duren voor ze hier aankomen. Tenobia van Saldea liet zich ontvallen, wellicht bewust, dat ze weten dat je een of andere verbinding bent aangegaan, of ten minste een nauwe betrokkenheid, met een bepaalde persoon voor wie zij blijkbaar ook veel belangstelling koesteren. Op de een of andere manier weten ze dat je in Falme bent geweest, waar bepaalde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden.’ Mellars gezicht toonde gefronste verbazing, maar niemand bracht hem op de hoogte, ik heb niet onthuld dat ik kon Reizen, vanwege die zusters, maar ik heb wel gezegd dat ik heel gauw met een antwoord terugkom.’

Elayne keek kort naar Birgitte, die haar schouders optrok, hoewel zij dat niet uit minachting of onbevangenheid deed. Elayne had gehoopt de Grenslanders te kunnen gebruiken om haar tegenstandsters te beïnvloeden, maar ze had steeds getwijfeld hoe ze de heersende vorsten moest benaderen; ze was immers slechts de Hoogzetel van Huis Trakand en de erfdochter van een overleden koningin. Birgittes schouderophalen zei dat ze dankbaar moest zijn dat die twijfel nu was verdwenen, maar Elayne vroeg zich af hoe die Grenslanden iets hadden vernomen dat slechts weinigen wisten. En als zij het wisten, hoeveel anderen waren dan ook op de hoogte? Ze zou zeker haar ongeboren kind beschermen.

‘Zou je bereid zijn meteen terug te gaan, Merilille?’ vroeg ze. De ander hoorde haar vraag gelaten aan en haar ogen werden wat groter, waardoor ze de indruk wekte met elke hoeveelheid stank te kunnen leven om te voorkomen dat ze moest terugkeren naar de lessen van de windvindsters. ‘Dan gaan we samen. Als ze me zo snel willen spreken, kan niets sneller zijn dan vandaag.’ Ze wisten te veel om enig oponthoud te dulden. Niets mocht worden toegestaan wat haar kind bedreigde. Niets!

27

Een verrassing voor koningen en koninginnen

Uiteraard kon het niet bij de mededeling van ‘ik ga weg’ blijven. ‘Dit is onverstandig, zuster,’ zei Aviendha somber toen Merilille zich weghaastte om zich op te knappen, maar voor ze de deur uitging, keek ze goed of er niemand van het Zeevolk in de buurt was. Wanneer een Aes Sedai van Elaynes rang zei: ‘Ga’, dan ging Merilille. Met de armen over elkaar en een doek om haar heen geslagen, zodat ze heel erg veel op een Aiel-Wijze leek. Aviendha bleef bij Elayne aan haar schrijftafel staan. ‘Dit is heel onverstandig.’

‘Verstandig?’ bromde Birgitte, de voeten wijd uiteen en de vuisten in haar zij. ‘Verstandig?! Dit meisje kent ‘verstandig’ nog niet eens wanneer het in haar neus bijt! Waarvoor die haast? Laat Merilille doen wat de Grijzen doen, maak een afspraak tot overleg over enkele dagen of een week. Koninginnen houden niet van verrassingen en koningen haten ze. Geloof me, ik heb het op de harde manier moeten leren. Ze vinden altijd wel een weg om het je betaald te zetten.’ De zwaardhandbinding was een spiegelbeeld van haar boosheid en ergernis.

‘Ik wil ze bij verrassing overvallen, Birgitte. Misschien zal het me helpen doordat ik dan merk hoeveel ze van me afweten.’ Met een grimas duwde Elayne het gevlekte papier opzij en pakte een ander blaadje uit het mahoniehouten kistje. Haar vermoeidheid was door het nieuws dan wel verdwenen, maar het bleek op dit moment heel moeilijk om keurig en mooi te schrijven. Ze moest de juiste woorden zien te vinden. Dit zou geen brief worden van de erfdochter van Andor, maar van Elayne Trakand, Aes Sedai van de Groene Ajah. Ze moesten begrijpen wat Elayne hun voorhield.

‘Probeer haar wat verstand bij te brengen, Aviendha,’ mopperde Birgitte. ‘En bloedvuur, voor het geval je dat niet lukt, kan ik maar beter beginnen met elke lijfwacht als begeleiding op te roepen.’

‘Geen lijfwacht, Birgitte. Alleen jij. Een Aes Sedai en haar zwaardhand. En Aviendha natuurlijk.’ Elayne stopte met schrijven om naar haar zuster te glimlachen, maar die beantwoordde haar glimlach niet. ‘Ik ken je moed, Elayne,’ zei Aviendha. ik bewonder je moed. Maar zelfs de Sha’mad Conde weten wanneer ze op moeten passen.’ Had zij het over voorzichtig? Aviendha kende voorzichtig niet eens als... als het in haar neus beet.

‘Een Aes Sedai en haar zwaardhand,’ riep Birgitte uit. ik heb je toch gezegd dat je er niet meer tussenuit kunt knijpen om nog wat avontuurtjes te beleven?’

‘Geen lijfwacht,’ zei Elayne ferm, en doopte haar pen in de inkt om het nogmaals te proberen. ‘Dit is geen avontuur, het kan alleen op deze manier worden gedaan.’ Birgitte stak beide handen de lucht in en vloekte brommend, maar er was geen vloek bij die Elayne nog nooit eerder had gehoord.

Tot haar verbazing uitte Mellar geen bezwaren dat hij achter moest blijven. Een vergadering met vier vorsten zou toch lang niet zo saai zijn als een met kooplieden, maar in plaats daarvan verzocht hij verlof van zijn taken omdat zij hem toch niet nodig had. Ze vond het wel goed. Een kapitein van de koninklijke lijfwacht zou de Grenslanders er alleen maar aan herinneren dat ze de erfdochter van Andor was, en dat wilde ze op dit moment vermijden. De onbezorgde houding van hun kapitein werd niet gedeeld door de andere lijfwachten. Een van de gardisten was blijkbaar op een holletje Caseille gaan zoeken, want de struise vrouw uit Arafel kwam binnenzetten terwijl Elayne nog aan het schrijven was. Ze eiste dat zij en de hele lijfwacht met Elayne mee zouden rijden. Birgitte moest haar uiteindelijk met een rechtstreeks bevel wegsturen. Birgitte leek nu eindelijk te accepteren dat Elayne niet omgepraat kon worden en ze vertrok samen met Caseille om zich om te kleden. Nou ja, ze beende boos weg, al vloekend en tierend, terwijl ze de deur met een klap achter zich dichtgooide. Elayne had gedacht dat ze blij zou zijn om eindelijk die jas van kapitein-generaal eens uit te kunnen trekken, maar de binding gaf nog steeds haar vloeken door. Aviendha vloekte niet, maar bleef vermaningen rondstrooien. Alles moest echter zo verschrikkelijk snel gebeuren dat Elayne een goede smoes had om er niet naar te luisteren.

Essande werd opgetrommeld om gepaste kleding klaar te leggen, terwijl Elayne snel een vroeg middagmaal genoot. Ze had er niet om gevraagd, Aviendha wel. Blijkbaar had Monaelle ook gezegd dat het overslaan van maaltijden even slecht was als te veel eten. Ze vroeg vrouwe Harfor of zij de glasblazers en de andere afgevaardigden wilde ontvangen. Reene Harfor grimlachte zwakjes en maakte met een hoofdbuiging kenbaar dat ze dat zou doen. Voor ze wegliep, verkondigde ze dat ze geiten had gekocht voor het paleis. Elayne moest geitenmelk drinken en wel heel veel. Careane mopperde dat zij nu die avond de windvindsters les moest geven, maar ze zei gelukkig niets over wat ze wel of niet moest eten. Eigenlijk hoopte Elayne rond het vallen van de avond in het paleis terug te zijn, maar ze rekende er ook op dat ze even moe zou zijn als na het geven van zo’n les. Vandene bood ook geen raad, tenminste niet van het soort dat haar gezondheid betrof. Als onderdeel van haar opleiding had Elayne ook de naties langs de Verwording bestudeerd. Ze had haar bedoelingen besproken met Vandene, die de Grenslanden goed kende, maar ze zou haar liever hebben meegenomen. Iemand die zelf in de Grenslanden had gewoond, merkte wellicht nuances op die Elayne ontgingen. Ze stelde Vandene nog haastig enkele vragen terwijl Essande haar kleedde, enkel om zich wat zekerder te voelen over datgene wat Vandene haar al had verteld. Ze besefte ook dat ze eigenlijk niet gerustgesteld hoefde te worden. Ze voelde zich even scherp als Birgitte die een boog aanlegde.