‘Die knaap is duidelijk niet de enige die goede manieren moet leren,’ mompelde Cadsuane. ‘Hij heeft me nog geen verontschuldigingen aangeboden, maar hij heeft Verin gezegd dat hij het ging doen. Ik neem aan dat ik dat voorlopig wel kan aanvaarden. Foei! Die jongen levert me meer last op dan tien willekeurige andere mannen die ik heb gekend. Ik zal doen wat ik kan, meisje, wat aanzienlijk meer is dan jij zou kunnen met je een pad door de straatwacht te banen. Van nu af aan doe je precies wat ik zeg of ik laat Alivia boven op je zitten!’ Alivia knikte! Net als Min!
Nynaeves gezicht betrok. De vrouw werd geacht aan haar te gehoorzamen. Niettemin, een gast van de Eerste Raadsvrouwe kon meer dan de eenvoudige Nynaeve Almaeren, zelfs als ze haar Grote Serpent-ring als pand aanbood. Ter wille van Lan wilde ze Cadsuane wel verdragen.
Toen ze echter aan de Aes Sedai vroeg wat haar plannen waren voor de bevrijding, zei ze alleen: ‘Veel meer dan ik eigenlijk wil, meisje. Als ik tenminste iets kan klaarspelen. Maar ik heb de jongen iets beloofd en ik houd me aan mijn beloftes. Ik hoop dat hij zich dat later herinnert.’ Ze zei het met een stem van ijs en haar antwoord gaf weinig aanleiding tot vertrouwen.
Rhand werd wakker in duisternis en pijn, liggend op zijn rug. Zijn handschoenen waren verdwenen en hij kon een ruwe brits onder zich voelen. Ze hadden zijn laarzen ook meegenomen. Zijn handschoenen. Ze wisten dus wie hij was. Voorzichtig ging hij rechtop zitten. Zijn gezicht voelde gekneusd aan en iedere spier in zijn lichaam deed pijn, alsof hij geslagen was, maar er leek niets gebroken. Hij ging langzaam rechtop staan en liep al tastend langs de stenen muur naast de brits. Bijna meteen kwam hij bij een hoek en daarna een deur die met ruwe ijzeren banden was beslagen. In de duisternis voelden zijn vingers een smalle klep, maar hij kon hem niet openduwen. Nog geen spiertje licht kierde erlangs. In zijn hoofd begon Lews Therin zwaar te hijgen. Rhand schuifelde verder en tastte rond. De vloerstenen voelden koud aan onder zijn blote voeten. De volgende hoek kwam bijna meteen en toen een derde hoek, waar zijn tenen tegen iets aanstootten dat rammelend over de stenen vloer schoof. Met een hand tegen de muur bukte hij zich en voelde dat het een houten emmer was. Hij liet hem daar staan en dwong zich het hele rondje te lopen, helemaal rond tot aan de ijzeren deur. Helemaal. Hij zat in een zwarte doos van drie stappen lang en krap twee stappen breed. Hij hief zijn hand en raakte amper een voet boven zijn hoofd de stenen zoldering aan.
Ingesloten. Lews Therin zat schor te hijgen. Het is weer die kist. Toen die vrouwen ons in de kist stopten. We moeten eruit! jankte hij. We moeten eruit!
Rhand negeerde de krijsende stem in zijn hoofd en schoof weg van de deur tot hij naar zijn gevoel midden in de kerker stond. Toen liet hij zich in kleermakerszit op de vloer zakken. Hij bleef zo ver mogelijk weg van de muren en in het duister verzon hij dat ze nog veel verder weg waren, maar in werkelijkheid hoefde hij zijn armen niet eens helemaal te strekken om steen aan te raken. Hij kon voelen hoe hij beefde alsof een vreemd lichaam onbeheerst schokte en trilde. De muren leken vlak naast hem, de zoldering vlak boven zijn hoofd. Hij moest ertegen vechten, anders zou hij tegen de tijd dat iemand hem eruit liet even gek zijn als Lews Therin. Ze zouden hem uiteindelijk moeten vrijlaten, al was het maar om hem aan een door Elaida gestuurde zuster te overhandigen. Hoeveel maanden duurde het voor het bericht Tar Valon bereikte en hoeveel maanden voor haar gezanten in Far Madding kwamen? Als er in de nabijheid zusters waren die Elaida trouw waren gebleven, kon het allemaal sneller. Zijn afgrijzen werd groter toen hij besefte dat hij hoopte dat er zusters dichterbij zouden zijn, al in de stad waren, zodat ze hem uit deze kist konden halen.
‘Ik geef me niet over!’ schreeuwde hij. ik zal zo hard zijn als ik moet zijn.’ In de kleine ruimte galmde zijn stem als de donder. Moiraine was gestorven omdat hij niet hard genoeg was geweest om te doen wat gedaan moest worden. Haar naam stond boven aan de lijst die in zijn hersens was gegraveerd, de lijst met vrouwen die door hem waren gestorven. Moiraine Damodred. Iedere naam op die lijst veroorzaakte een diepe smart, waardoor hij zijn eigen pijnen vergat, de stenen muren vergat die zich vlak naast zijn vingertoppen bevonden. Colavaere Saighan, die gestorven was omdat hij haar alles ontnomen had wat zij waardevol achtte. Liah, een Far Dareis Mai, van de Cosaida Chareen, die voor zijn ogen was gestorven omdat ze hem gevolgd was naar Shadar Logoth. Jendhilin, een Far Dareis Mai van de Koude Piek Miagoma, gestorven vanwege de eer de deur naar zijn vertrekken te bewaken. Hij moest hard zijn! Een voor een somde hij de namen van die lange lijst op, en geduldig smeedde hij zijn ziel in de vuren van zijn pijn.
De voorbereidingen namen meer tijd in beslag dan Cadsuane had gehoopt, voornamelijk omdat ze verschillende mensen op het hart moest drukken dat van een grootse redding in de stijl van een speel manverhaal geen sprake kon zijn. De nacht was al gevallen toen ze zich in de door lampen verlichte gangen bevond, op weg naar de Zaal van de raadsleden. Ze liep statig en toonde geen haast. Bij haast namen mensen aan dat je bezorgd was en dat zij sterker stonden. Als ze ooit in haar leven de beste stenen moest zien te gooien, dan was het wel vanavond,
De gangen hadden op dit tijdstip leeg moeten zijn, maar de gebeurtenissen van die dag hadden de gewone gang van zaken volledig in de war geschopt. Schrijvers in het blauw haastten zich door alle gangen en bleven soms even staan om haar en haar gezelschap met open mond aan te gapen. Het was heel goed mogelijk dat ze nog nooit eerder vier Aes Sedai tegelijk hadden gezien. Ze was niet bereid Nynaeve die titel te gunnen voor ze de Drie Geloften had afgelegd. De opwinding van overdag vergrootte de verwarring die er ontstond toen men zag dat de groep op weg was naar de Zaal van de raadsleden. De drie mannen in de achterhoede kregen bijna evenveel blikken als de Aes Sedai. De schrijvers wisten misschien niet wat die zwarte jassen met de spelden op de hoge kragen betekenden, maar het was heel onwaarschijnlijk dat deze klerken ooit eerder mannen met zwaarden in de gangen en zalen hadden gezien. Met een heetje geluk zou niemand ervandoor gaan om Aleis in te lichten over wie een besloten vergadering van de raadsleden wilde binnenvallen. Jammer dat ze de mannen niet alleen mee had kunnen nemen, maar zelfs Daigian had eindelijk wat pit getoond bij haar voorstel. Het was erg jammer dat niet alle leden van haar gezelschap even ingetogen en beheerst waren als Merise en de andere twee zusters. ‘Dit werkt niet,’ mopperde Nynaeve misschien wel voor de tiende keer nadat ze de Hoogte hadden verlaten. ‘We hadden meteen in het begin hard moeten toeslaan.’
‘We hadden sneller moeten handelen,’ mopperde Min somber, ik kan voelen hoe hij verandert. Als hij eerst rots was, dan is hij nu ijzer geworden! Licht, wat doen ze hem aan?’ Ze was alleen mee omdat ze een binding had met de jongen; ze had onophoudelijk verslag uitgebracht en elk verslag was erger dan het vorige. Cadsuane had haar niet verteld hoe de kerkers er hier uitzagen. Niet nadat het meisje pas na de grootst mogelijke aandrang had gesproken over wat de zusters die de jongen hadden ontvoerd, hem hadden aangedaan. Cadsuane zuchtte. Het was een lompenleger van niks, maar zelfs een leger in nood diende orde en tucht te bewaren. Zeker wanneer de veldslag nog gestreden moest worden. Het zou nog erger zijn geweest als ze het Zeevolk niet had gedwongen achter te blijven, ik kan dit met of zonder jullie, als het nodig is,’ had ze ferm tegen Min en Nynaeve gezegd. ‘Nee, hou maar op, Nynaeve. Merise of Corele kunnen die gordel net zo goed dragen als jij. Dus kinderen, als jullie niet ophouden met je gejank, brengt Alivia jullie terug naar de Hoogte en geeft jullie iets waar je echt over kunt huilen.’ Dat was de enige reden geweest waarom ze die vreemde wilder had meegenomen. Alivia had de neiging heel mild te zijn voor mensen die ze niet weg kon kijken, maar bij het zien van die twee kwetterende spreeuwen spuwden haar ogen vuur.