Выбрать главу

Pevara fronste. ‘Voor we haar aan Elaida overhandigen, Saerin, wil ik zoveel mogelijk te horen krijgen. Namen, plekken, alles. Alles wat ze weet!’ Duistervrienden hadden de hele familie van Pevara vermoord en Seaine was er zeker van dat ze graag in ballingschap zou gaan om persoonlijk de Zwarte Ajah tot de laatste zuster gevangen te nemen.

Talene zat nog steeds ineengedoken op de Zetel en slaakte een geluidje. Half een bittere lach, half gehuil. ‘Als je dat doet, zijn we allemaal dood. Dood! Elaida is van de Zwarte Ajah.’

‘Onmogelijk!’ barstte Seaine los. ‘Elaida heeft me zelf deze opdracht gegeven.’

‘Ze moet een Zwarte zijn.’ fluisterde Doesine zacht. ‘Talene heeft de Geloften opnieuw afgelegd en ze heeft haar naam genoemd!’ Yukiri knikte verwoed.

Gebruik je hersens,’ gromde Pevara hoofdschuddend van afkeer. ‘Jullie weten net zo goed als ik dat als je een leugen gelooft, je die dan als waarheid zult uiten.’

‘Dat is inderdaad waar,’ beaamde Saerin ferm. ‘Heb je daar bewijs van Talene? Heb je Elaida gezien op jullie... bijeenkomsten?’ Ze kneep zo hard in het mesheft dat haar knokkels wit trilden. Saerin had harder moeten werken dan wie ook om de stola te winnen en daarmee het recht om in de Toren te blijven. Voor haar was de Toren meer dan een thuis, belangrijker dan haar eigen leven. Als Talene het verkeerde antwoord gaf, zou Elaida niet eens voor een raad berecht worden.

‘Zij komen nooit bijeen,’ mompelde Talene dof. ‘Behalve de Hoogste Raad, denk ik. Maar ze moet erbij horen. Ze kennen elk verslag dat de Amyrlin ontvangt, zelfs de geheime verslagen. Tot en met elk woord. Ze weten een besluit al voor dat bekend wordt gemaakt. Dagen eerder, soms weken. Dat kan toch alleen als zij het zelf doorgeeft?’ Ze richtte zich moeizaam op en keek ieder van hen beurtelings strak aan, waardoor het leek alsof haar ogen bangelijk heen en weer schoten. ‘We moeten vluchten, een schuilplek vinden. Ik zal jullie helpen en alles vertellen wat ik weet, maar ze zullen ons allen doden als we niet vluchten.’

Wat was het vreemd, bedacht Seaine, dat Talene zo snel haar vroegere bondgenoten al ‘zij’ noemde en probeerde bij het groepje opgenomen te worden. Nee. Ze vermeed de echte moeilijkheid en die te negeren was zinloos. Had Elaida haar wel echt opdracht gegeven de Zwarte Ajah op te sporen? Ze had die term niet eens gebruikt. Had ze wellicht iets anders bedoeld? Elaida had bijna iedereen aangevlogen die het waagde de Zwarte Ajah te noemen. Niet dat de andere zusters dat niet ook zouden doen, maar toch... ‘Elaida heeft bewezen een zottin te zijn,’ zei Saerin, ‘en we hebben al meermalen betreurd dat we haar hebben gesteund, maar ik geloof niet dat ze een Zwarte is. Niet als er niet meer bewijs is.’ Met opeengeperste lippen knikte Pevara heftig. Als lid van de Rode Ajah eiste ze veel meer.

‘Dat kan best zijn, Saerin,’ merkte Yukiri op, ‘maar we kunnen Talene niet nog veel langer vasthouden voordat de Groenen zich gaan afvragen waar ze is. Om aan de Zwarte Ajah maar niet te denken. We kunnen maar beter heel snel besluiten wat we gaan doen, of we staan nog steeds te graven in de put als het begint te stortregenen.’ Talene schonk Saerin een zwak glimlachje, dat wellicht bedoeld was om bij haar in de gunst te komen. Het verdween bij de diepe frons van de Bruine Gezetene.

‘We wagen het niet Elaida iets te vertellen tot we de Zwarte Ajah in een klap kunnen uitschakelen,’ zei Saerin ten slotte. ‘Spreek me niet tegen, Pevara. Dit is verstandig.’ Pevara stak beide handen in de lucht en keek koppig, maar hield haar mond. ‘Als Talene gelijk heeft,’ vervolgde Saerin, ‘weten de Zwarten inmiddels alles van Seaine af of anders zullen ze het gauw horen, dus moeten we er zo goed mogelijk voor zorgen dat ze veilig is. Dat zal met ons vijven moeilijk worden. We kunnen niemand vertrouwen tot we zeker van iemand zijn. We hebben in elk geval nu Talene en wie weet wat we van haar opsteken als we haar goed hebben uitgewrongen?’ Talene probeerde te kijken of ze dat vooruitzicht prima vond, maar niemand lette op haar. Seaines keel was droog.

‘Misschien staan we er niet helemaal alleen voor,’ zei Pevara aarzelend. ‘Seaine, vertel ze over jouw plannetje met Zerah en haar vriendinnen.’

‘Plan?’ vroeg Saerin. ‘Wie is Zerah? Seaine? Seaine?’ Seaine schrok. ‘Wat? O. Pevara en ik hebben een klein groepje opstandelingen hier in de Toren ontdekt,’ begon ze zuchtend. ‘Tien zusters die onenigheid moesten bevorderen.’ Dus Saerin zou ervoor zorgen dat ze geen gevaar liep? Zonder het haar te vragen? Ze was zelf Gezetene. Ze was al bijna honderdvijftig jaar Aes Sedai! Welk recht had Saerin, of iemand anders, om haar... ‘Pevara en ik zijn begonnen met daar een eind aan te maken. We hebben er al voor gezorgd dat Zerah Dacan dezelfde eed heeft afgelegd als Talene zojuist deed. We hebben haar bevolen Bernaile Gelbarn vanmiddag naar mijn kamer te brengen zonder dat ze achterdochtig wordt.’ Licht, elke zuster buiten dit vertrek kon van de Zwarte Ajah zijn. Elke zuster. ‘Daarna gebruiken we die twee voor de anderen, tot ze allemaal gehoorzaamheid hebben gezworen. Natuurlijk stellen we hun dezelfde vraag als bij Zerah en Talene.’ Misschien bad de Zwarte Ajah haar naam al en wisten ze al dat zij was gevraagd hen op te sporen. Hoe kon Saerin haar beschermen? ‘De zusters met het verkeerde antwoord kunnen ondervraagd worden en de zusters met het juiste antwoord mogen iets van hun verraad goedmaken door onder leiding op Zwarte zusters te jagen.’ Licht, hoef

Toen ze was uitgesproken, bespraken de anderen de zaak uitvoerig, wat betekende dat Saerin niet goed wist wat ze ermee aan moest. Yukiri stond erop Zerah en haar vriendinnen meteen aan het gericht over te dragen, als dat tenminste gedaan kon worden zonder te verraden wat ze met Talene hadden gedaan. Pevara bepleitte de opstandelingen te gebruiken, al ging dat niet van harte. De onenigheid die ze verspreidden, bestond voornamelijk uit smerige roddels over de Rode Ajah en het stillen van valse Draken. Doesine leek voor te stellen om iedere zuster een voor een te ontvoeren en allen te dwingen de gehoorzaamheidseed af te leggen, maar de andere drie schonken weinig aandacht aan dit plan.

Seaine hield zich afzijdig. Haar reactie op hun lastige toestand was de enig mogelijke, bedacht ze. Ze schuifelde naar een hoek van het vertrek en gaf over.

Uit alle macht trachtte Elayne te voorkomen dat ze tandenknarste. Buiten werd Caemlin opnieuw door een sneeuwstorm geteisterd, waardoor de middaghemel zo donker werd dat alle lichten op de zijmuurpanelen van de zaal moesten worden aangestoken. Hevige rukwinden deden de sponningen in de hoge boogvensters kraken. Bliksems verlichtten de doorzichtige ramen en hol donderde het onweer boven het paleis. Donder en sneeuw, de ergste soort winterstorm, de allerwoeste. Het was niet echt koud in het vertrek, maar... Ze strekte haar vingers naar de knapperende houtblokken in de brede marmeren haard en voelde nog steeds hoe de kou door de tapijten op de vloertegels en zelfs door haar dikste fluwelen muiltjes omhoog kroop. De dikke zwartevoskraag en mouwomslagen van haar roodwitte gewaad stonden leuk, maar ze betwijfelde of ze meer warmte gaven dan de parels op de mouwen. Haar weigering toe te geven aan de kou betekende nog niet dat ze die niet opmerkte. Waar was Nynaeve? En Vandene? Haar gedachten zetten zich als scherpe weerhaken in haar vast. Ze hadden er al moeten zijn. Licht’. Ik wou dat ik wist hoe ik zonder slaap kan en zij nemen er alle tijd voor. Nee, dat was oneerlijk. Pas een paar dagen geleden had ze openlijk haar aanspraak op de Leeuwentroon laten gelden en voor haar gold dat voorlopig al het andere op de tweede plaats kwam. Nynaeve en Vandene hadden andere verantwoordelijkheden. Nynaeve was heel druk allerlei plannen aan het bedenken met Reanne Corlie, de Wijzevrouw uit Ebo Dar, en de andere vrouwen van het Naaikransje. Ze wilden de Kinsvrouwen uit de door Seanchan veroverde landen weghalen voor ze werden ontdekt en beteugeld. De Kinne wist uitstekend hoe ze uit het zicht moest blijven, maar de Seanchanen zouden hen niet voor wilders verslijten zoals de Aes Sedai plachten te doen. Wellicht was Vandene nog steeds geschokt door de moord op haar zuster. Ze at amper en was nauwelijks in staat om raad te verschaffen. De jacht op de moordenaar nam haar geheel in beslag. Men meende dat ze op vreemde tijden vol verdriet door de zalen liep, maar ze was in het geheim op jacht naar Duistervrienden. Drie dagen eerder zou die gedachte Elayne hebben laten huiveren, maar nu was het slechts een van de vele gevaren. Ze deden belangrijk werk, goedgekeurd en aangemoedigd door Egwene, maar toch had ze liever gezien dat ze wat voortmaakten, ook al was dat zelfzuchtig. Vandene zou met haar rijke ervaringen en levenslange studie een schat aan goede raad kunnen zijn, terwijl Nynaeve in Emondsveld vele jaren met de dorpsraad en de vrouwenkring was omgegaan, zodat ze een goede kijk had op alledaagse politiek, ook al ontkende ze dat glashard. Bloedvuur, ik heb honderden problemen, sommige zelfs vlak onder mijn neus in het paleis, en ik heb hen nodig. Als ze haar zin kreeg, zou Nynaeve Almaeren de Aes Sedai-raadsvrouwe voor de volgende koningin van Andor worden. Ze had alle hulp nodig die ze kon vinden. Betrouwbare hulp. Met een effen gezicht wendde ze zich af van het laaiende vuur. Dertien hoge leunstoelen, eenvoudig maar kunstzinnig gesneden, stonden rond de open haard. Vreemd genoeg bevond de ereplaats van de koningin zich het verst van de hitte van het vuur. Nou ja, het zij zo. Haar rug voelde meteen warm aan, terwijl ze van voren koud bleef. Buiten viel de sneeuw, donderde het en flitsten de bliksems. In haar gedachten evenzeer. Kalm. Een vorstin had evenveel behoefte aan kalmte als een Aes Sedai.