Выбрать главу

‘Maar ergens ook heel eenvoudig,’ zei Birgitte droogjes, terwijl ze de dolk weer even behoedzaam in de doek rolde als ze die had uitgepakt. ‘Het was gemakkelijk bij je te komen. Iedereen weet dat je ’s middags alleen eet.’ Haar lange vlecht zwaaide heen en weer toen ze het hoofd schudde. ‘Een geluk dat de eerste man die op je afkwam, deze dolk niet had. Eén steek en je was dood geweest. Gelukkig maar dat Mellar toevallig langsliep en een vrouw hoorde gillen. Je hebt het geluk van een ta’veren.’

Nynaeve snoof. ‘Je had al dood kunnen zijn na een diepe snee in je arm. Die pit is een giftig deel van een perzik. Dyelin zou geen enkele kans hebben gehad als de andere dolken ook waren vergiftigd.’ Elayne keek de vlakke, nietszeggende gezichten van haar vriendinnen aan en zuchtte. Een heel ingewikkeld plan. Alsof verspieders in het paleis al niet erg genoeg waren. ‘Een kleine lijfwacht, Birgitte,’ zei ze eindelijk. ‘Heel... bescheiden.’ Ze had kunnen weten dat de vrouw erop voorbereid was. Birgittes gezicht veranderde niet, maar een heel klein vonkje van voldoening flitste door hun binding. ‘Allereerst de vrouwen die jou vandaag in de stad hebben bewaakt,’ zei ze en deed niet eens alsof ze nog moest nadenken. ‘En enkele anderen die ik persoonlijk zal uitkiezen. Alles bij elkaar ongeveer twintig. Met minder kun je niet dagen nacht beschermd worden en bloedvuur, dat moet gebeuren,’ besloot ze ferm, ook al had Elayne er nog niets tegenin gebracht. ‘Vrouwen kunnen je beschermen waar mannen dat niet kunnen en ze zullen niet erg opvallen omdat ze zijn wie ze zijn. De meeste mensen denken dat wij voor de pracht en praal zijn, maar we zullen jouw eigen Speervrouwen zijn. Laten we ze ook iets geven, een sjerp of zo, waardoor ze er nog pralender uitzien.’ Waarmee ze een scherpe blik van Aviendha verdiende, die ze zogenaamd niet zag. ‘Het probleem is de leiding,’ zei ze fronsend. ‘Twee of drie edelen, voormalige Jagers, geven me constant allerlei redenen waarom ze een rang behoeven die “past bij hun stand”. Die bloedvrouwen weten hoe ze bevelen moeten geven, maar ik weet niet zeker of die kerels de bloedorders kennen. Ik kan Caseille bevorderen tot luitenant, maar in feite is ze meer een vaandrig, denk ik.’ Birgitte trok de schouders op. ‘Misschien blijkt een van de anderen een belofte, maar ik denk dat ze beter zijn in volgen dan in leiden.’ Inderdaad, alles was al overdacht. Ongeveer twintig? Ze zou Birgitte scherp in de gaten moeten houden om er zeker van te zijn dat het er geen vijftig zouden worden. Of nog meer. Haar kunnen beschermen waar mannen dat niet konden? Elayne kromp ineen. Dat hield dus lijfwachten in die haar op z’n minst tot in haar badkamer zouden volgen. ‘Caseille is toch zeker prima. Een vaandrig heeft er toch twintig onder zich?’ Ze wist zeker dat ze Caseille om kon praten om niet al te opdringerig te worden. En om ook de overige vrouwen buiten haar badkamer te houden. ‘Die man die nog net op tijd bij ons was... Mellar? Wat weet je van hem, Birgitte?’

‘Doilin Mellar,’ zei Birgitte langzaam en trok haar wenkbrauwen scherp omhoog. ‘Een man met een kil hart, al glimlacht hij veel, vooral naar vrouwen. Hij knijpt dienstmeisjes in hun billen en ik weet dat hij er drie binnen vier dagen in zijn bed heeft gekregen, want hij praat graag over zijn “veroveringen”, maar wie nee zegt, valt hij verder ook niet lastig. Hij beweert dat hij een wapenknecht van een koopman is geweest en vervolgens huursoldaat. Nu is hij Jager op de Hoorn en omdat hij redelijk bekwaam is, is hij luitenant geworden. Hij is een Andoraan, ergens uit het westen, in de buurt van Baerlon. Hij beweert tijdens de Opvolgingsoorlog voor je moeder te hebben gevochten, maar hij moet toen nog een jongen zijn geweest. Hij weet in elk geval overal het juiste antwoord op – dat heb ik gecontroleerd – dus misschien was hij er inderdaad bij. Huurlingen kunnen over hun verleden liegen waar je bij zit.’ Elayne vouwde haar handen en dacht na over Doilin Mellar. Ze kon zich alleen maar een magere man met een scherp gezicht herinneren, die een van haar belagers wurgde terwijl ze om een dolk vochten. Een man met zoveel bekwaamheden als soldaat dat Birgitte hem luitenant had gemaakt. Ze probeerde de leidinggevende gardisten zoveel mogelijk uit Andor te laten komen. Een tijdige redding, één man tegen drie, en een zwaard dat als een speer door de kamer werd gegooid, net als in een speelmanverhaal. ‘Hij verdient een passende beloning. Bevorder hem tot kapitein en tot hoofd van mijn lijfwacht, Birgitte. Caseille kan zijn plaatsvervanger worden.’

‘Ben je gek geworden?’ barstte Nynaeve los, maar Elayne bracht haar tot zwijgen, ik voel me veel veiliger als ik weet dat hij er is, Nynaeve. Mij zal hij niet knijpen, zeker niet als Caseille en twintig anderen om hem heen staan. Met zijn faam zullen ze hem als haviken in het oog houden. Je zei toch twintig, Birgitte. Ik hou je eraan.’

‘Twintig,’ zei Birgitte verstrooid. ‘Ongeveer.’ Er was echter niets verstrooids in de blik waarmee ze naar Elayne keek. Ze boog zich naar voren, de handen op de knieën. ‘Ik neem aan dat je weet wat je doet.’ Goed zo, ze gedroeg zich ditmaal eens als zwaardhand en sprak haar niet tegen. ‘Gardist-luitenant Mellar wordt gardist-kapitein Mellar omdat hij het leven van de erfdochter heeft gered. Zijn vaandel zal weer een stuk hoger wapperen. Tenzij je vindt dat we dit alles geheim moeten houden.’

Elayne schudde het hoofd. ‘O, nee, helemaal niet. Laat de hele stad het weten. Iemand heeft geprobeerd mij te vermoorden en luite... kapitein Mellar heeft mij gered. We houden dat gif echter wel voor onszelf. Voor het geval iemand zich eens verspreekt.’ Nynaeve schraapte kuchend haar keel en keek haar woest van opzij aan. ‘Op een dag zul je al te slim doen, Elayne Trakand. Zo vlijmend slim dat je je snijdt.’

‘Ze is knap, Nynaeve Almaeren.’ Aviendha kwam soepel overeind, schikte haar rok en gaf toen een tikje op haar hoornen dolkschede. Die was niet zo groot als het wapen dat ze als Speervrouwe had gedragen, maar de dolk was nog steeds een behoorlijk wapen. ‘Bovendien ben ik er voor aanvallen van achter. Ik heb inmiddels toestemming gekregen bij haar te blijven.’

Nynaeve wilde kwaad iets terugzeggen, maar wonderlijk genoeg hield ze zich in, beheerste zich zichtbaar en streek over haar rok en langs haar gezicht. ‘Waarom kijken jullie me allemaal zo aan?’ mompelde ze. ‘Als Elayne die vent zo dichtbij wil dat ze in haar bil geknepen kan worden, wie ben ik dan om dat te verbieden?’ Birgittes mond viel open en Elayne vroeg zich af of Aviendha zou stikken. Haar ogen rolden bijna uit de kassen. Het zwakke geluid van de klok in de hoogste paleistoren die het uur aangaf, deed haar opschrikken. Het was later dan ze had gedacht. ‘Nynaeve, Egwene wacht misschien al op ons.’ Ze kon nergens iets van haar kleren ontdekken. ‘Waar is mijn beurs? Mijn ring zit erin.’ Haar Grote Serpent-ring had ze om. Maar die bedoelde ze niet. ‘Ik ga er vanavond alleen heen,’ zei Nynaeve ferm. ‘Jij verkeert niet in een toestand om Tel’aran’rhiod te betreden. Je hebt trouwens de hele middag geslapen, en ik wed dat je niet zo gauw meer in slaap valt. En ik weet dat het je niet is gelukt jezelf in zo’n halfslaap te krijgen, dus dat is afgehandeld.’ Ze glimlachte zelfvoldaan, zeker van haar zege. Ze had bijna schele duizelingen gekregen van haar pogingen om in die wakende halfslaap te komen die Egwene hun had willen Ieren.

‘Daar durf jij om te wedden, hè?’ mompelde Elayne. ‘Waar wed je om? Want ik ben van plan dat daar te drinken.’ en ze wierp een blik op de beker wijn op het nachtkastje, ‘en ik wed dat ik meteen in slaap zal vallen. Natuurlijk, als jij er niet iets in gedaan hebt, als jij niet van plan was om mij om te praten dat op te drinken... Nou ja, jij zou dat natuurlijk niet doen. Dus waar wedden we om?’ Nynaeves onuitstaanbare grijns gleed van haar gezicht en werd vervangen door vuurrode konen.

‘Dat is mooi,’ zei Birgitte en stond op. Met de vuisten in haar zij stelde ze zich vierkant aan het voeteneind op, haar gezicht en toon een en al zware kritiek. ‘Die vrouw redt je van een bedorven maag en jij snauwt haar af als een meid uit Senje. Misschien als je die beker leegdrinkt, gaat slapen en vergeet om vannacht in de Wereld der Dromen rond te struinen, dat ik dan besluit dat je al zo volwassen bent dat ik erop kan vertrouwen dat er geen honderd gardisten nodig zijn om je in leven te houden. Of moet ik je neus dichtknijpen om het je te laten drinken?’ Nou ja, Elayne had ook niet verwacht dat Birgitte zich lang zou inhouden. Minder dan honderd? Licht, er zou inderdaad nog veel voor nodig zijn om die lijfwacht op een man of twintig te houden.