Выбрать главу

Nynaeve had zich hersteld, al gaf ze haar rok een volkomen overbodige ruk. Het borduurwerk op haar kleding was nu van zilver, ik meende dat je de Zaal van de Toren nu wel onder de duim had.’

‘Het is net zoiets als een fret onder je duim,’ merkte Egwene droogjes op. ‘Hij kronkelt en wringt voortdurend om je in je pols te bijten. O, ze doen precies wat ik zeg, als het over de oorlog tegen Elaida gaat. Daar kunnen ze niet over uitgepraat raken, ook al mopperen ze nog zoveel over de onkosten van al die soldaten – maar de overeenkomst met de Kinne hoort niet bij die oorlog. Dan is er nog het feit dat de Witte Toren al honderden jaren van hen afweet. Of meende te weten. De hele Zaal zou een toeval krijgen als ze hoorden hoeveel ze niet wisten. Ze proberen heel hard een manier te vinden om het aannemen van nieuwe Novices tegen te houden.’

‘Dat kunnen ze toch niet, hè?’ wilde Nynaeve weten. Ze had zichzelf een stoel verbeeld. Hij was eerst precies zo als die van Egwene, maar toen ze keek of hij er echt stond, werd het een kruk met drie poten en vervolgens bij het zitten gaan een boerenstoel met sporten. Haar rok was nu gespleten. ‘Je hebt een uitspraak gedaan. Iedere vrouw van elke leeftijd, als ze de proef doorstaat. Je hoeft slechts een andere uit te vaardigen over de Kinne.’ Elayne beeldde zich de stoel in haar zitkamer in, die was veel gemakkelijker in stand te houden.

‘O, een aankondiging van de Amyrlin Zetel is inderdaad een soort wet,’ zei Egwene. ‘Totdat de Zaal een uitweg vindt. De laatste klacht is dat we maar zestien Aanvaarden hebben, hoewel de meeste zusters Faolain en Theodrin ook behandelen alsof ze nog Aanvaarden zijn. Die achttien zijn echter nauwelijks voldoende om de Novices die lessen te geven die gewoonlijk door Aanvaarden worden gegeven. In plaats daarvan moeten zusters dat nu doen. Ik vermoed dat sommigen hoopten dat er vanwege het slechte weer minder gegadigden zouden opdagen, maar dat is niet het geval.’ Ze glimlachte opeens terwijl haar donkere ogen ondeugend oplichtten. ‘Er is een nieuwe Novice die ik je graag wil voorstellen, Nynaeve. Sharina Melloi. Een oma. Ik denk dat je het met me eens zulr zijn dat het een opmerkelijke vrouw is.’

Nynaeves stoel verdween en ze kwam met een hoorbare klap op de grond terecht. Ze leek het nauwelijks op te merken, bleef zitten en staarde Egwene verbijsterd aan. ‘Sharina?’ zei ze met bevende stem. ‘Een Novice?’ Ze was gekleed in een stijl die Elayne nog nooit eerder had gezien. De mouwen van haar gewaad liepen wijd uit en de lage halslijn was afgewerkt met geborduurde bloemen en pareltjes. Haar haren reikten tot haar middel en werden bijeengehouden door een kapje van heel dun gouddraad met maanstenen en saffieren. Aan haar linkerwijsvinger zat een dikke gouden ring. Alleen de ki’sain en haar Grote Serpent-ring waren gebleven. Egwene knipperde met haar ogen. ‘Je kent haar?’ Nynaeve stond op en staarde naar haar kleding. Ze hield haar linkerhand op en raakte bijna aarzelend de gouden ring aan. Vreemd genoeg liet ze alles zoals het was. ‘Ze is misschien niet dezelfde,’ mompelde ze. ‘Dat kan ook niet.’ Ze maakte een stoel zoals die van Egwene, bekeek die gefronst alsof ze de stoel het bevel gaf niet te veranderen, maar toen ze ging zitten, had hij toch een hoge rugleuning en houtsnijwerk. ‘Er was een Sharina... Het was bij mijn proef om Aanvaarde te worden,’ zei ze snel. ik hoef er niet over te praten. Dat is de regel.’

‘Natuurlijk hoeft dat niet,’ zei Egwene, al was de blik waarmee ze Nynaeve aankeek even verbaasd als die van Elayne. Er was niettemin niets aan te doen. Wanneer Nynaeve koppig wilde zijn, kon ze muilezels lesgeven.

‘Nu je het over de Kinne hebt, Egwene,’ vroeg Elayne, ‘heb je nog nagedacht over de Eedstaf?’

Egwene hief haar hand alsof ze Elayne gebaarde verder niets te zeggen, maar ze antwoordde kalm en effen, ik hoef er verder niet over na te denken, Elayne. De Drie Geloften die met de Eedstaf worden gezworen, maken ons tot Aes Sedai. Ik heb dat aanvankelijk niet begrepen, maar nu wel. De allereerste dag dat we in de Toren zijn, leg ik de Drie Geloften af, met de Eedstaf.’

‘Waanzin,’ barstte Nynaeve uit en boog zich voorover. Verrassend genoeg was de stoel nog steeds dezelfde. En droeg ze nog steeds dezelfde kleding. Heel verrassend. Haar handen waren tot vuisten gebald en rustten in haar schoot. ‘Je weet wat het ding doet. De Kinne is het bewijs. Hoeveel Aes Sedai worden ouder dan driehonderd? Of komen in de buurt ervan? En zeg me niet dat ik niet over leeftijd hoor te praten. Dat is een belachelijke gebruik en dat weet je. Reanne wordt de Oudste genoemd omdat ze de oudste Kinsvrouw in Ebo Dar was. De oudste die we kennen, is Aloisia Nemosni, een oliekoopvrouw in Tyr. Egwene, die vrouw is bijna zes-honderd-jaar! Als de Zaal dat hoort, wed ik dat de zusters bereid zijn de Eedstaf in hun kelders op te bergen.’

‘Het Licht weet dat driehonderd jaar lang is,’ bracht Elayne naar voren, ‘maar ik kan niet zeggen dat ik me gelukkig voel met het vooruitzicht mijn leven maar voor de helft te leven, Egwene. En hoe staat het dan met de Eedstaf en jouw belofte aan de Kinne? Reanne wil echt Aes Sedai worden, maar wat gebeurt er na haar Drie Geloften? En hoe staat het met Aloisia? Valt ze ter plekke dood neer? Drie damane hebben zich laten overtuigen en een van hen is over de zeshonderd! Je mag niet van ze verlangen de geloften af te leggen zonder dat ze dat weten!’

‘Ik verlang niets van ze.’ Egwenes gezicht bleef onbewogen, maar ze had haar rug gerecht en haar stem klonk koel. En harder. Haar ogen fonkelden. ‘Elke vrouw die zuster wil worden, moet de geloften afleggen. En iedereen die dat weigert en zich nog steeds Aes Sedai noemt, zal het volle gewicht van het recht van de Toren voelen!’

Elayne slikte bij die vastberaden blik en Nynaeves gezicht verbleekte. Egwenes woorden konden niet anders worden uitgelegd. Ze waren nu niet in gesprek met een vriendin maar met de Amyrlin Zetel en de Amyrlin Zetel kende geen vriendschap wanneer het op een oordeel aankwam.

Egwene was blijkbaar tevreden met wat ze zag en ontspande zich. ik ben me bewust van het probleem,’ zei ze wat meer ontspannen. Meer ontspannen, maar nog steeds niet bereid naar tegenwerpingen te luisteren, ik reken erop dat elke vrouw die in de Noviceboeken staat, doet waartoe zij in staat is, dat zij de stola verwerft en dient als Aes Sedai als dat tot haar mogelijkheden behoort, maar ik wil niet dat iemand erdoor sterft. Als de Zaal eenmaal op de hoogte is van de Kinne, en als ze over hun toevallen en flauwtes heen zijn, denk ik dat ik ze zover kan krijgen om toestemming te geven aan zusters die zich willen terugtrekken. Waarbij de Drie Geloften worden opgeheven.’ Ze waren allang rot de slotsom gekomen dat de Eedstaf gebruikt kon worden om zowel te binden als te ontslaan, want hoe konden Zwarte zusters anders liegen?

‘Ik neem aan dat dat wel in orde is,’ zei Nynaeve voorzichtig. Elayne knikte alleen, want ze wist dat er nog meer zou volgen. ‘Ze mogen zich terugtrekken in de Kinne, Nynaeve,’ zei Egwene vriendelijk. ‘Op die manier is de Kinne ook verbonden met de Toren. De Kinne kent natuurlijk haar eigen gebruiken en gebruiken, haar eigen regels, maar zal moeten aanvaarden dat hun Naaikransje onder de Amyrlin Zetel staat, misschien wel onder de Zaal, en dat Kinsvrouwen na de zusters komen. Ik ben zeer zeker van plan hen deel te laten uitmaken van de Toren en wil voorkomen dat ze hun eigen weg inslaan. Ik denk echter dat ze deze voorwaarden wel zullen aanvaarden.’

Weer knikte Nynaeve, blij, maar haar glimlach verbleekte toen de volle betekenis tot haar doordrong. Ze begon verontwaardigd tegen te sputteren. ‘Maar... maar bij de Kinne is je stand afhankelijk van leeftijd! Dan krijg je zusters die bevelen moeten aannemen van vrouwen die het nog niet eens tot Aanvaarde hebben gebracht!’

‘Voormalige zusters, Nynaeve.’ Egwene voelde aan de Grote Serpent-ring aan haar rechterhand en zuchtte licht. ‘Zelfs Kinsvrouwen die de ring hebben verdiend, dragen die niet, dus zullen wij dat ook op moeten geven. We zullen Kinsvrouwen zijn, Nynaeve, geen Aes Sedai meer.’ Het klonk of ze die verre dag, dat verre verlies al kon voelen, maar ze liet haar ring los en haalde diep adem. ‘Goed. Is er nog iets? Ik heb morgen een lange dag voor de boeg en ik zou graag wat echte slaap genieten voor ik de Gezetenen weer onder ogen moet komen.’ Fronsend had Nynaeve een vuist gebald en haar andere hand erover gelegd om haar ring te bedekken, maar ze leek bereid het getwist over de Kinne nu op te geven. Voorlopig. ‘Heb je nog steeds last van hoofdpijn? Ik neem aan dat als de behandeling door die vrouw goed is, dat de hoofdpijn inmiddels verdwenen moet zijn.’