Выбрать главу

‘Eigenlijk...’ Egwene dempte haar stem. ‘Ik wil dat iemand naar Mart en de Seanchaanse Keizerin toe gaat en meeluistert met oren die horen wat niet hardop wordt uitgesproken.’

Siuan knikte met goedkeuring en zelfs trots op haar gezicht. Egwene was de Amyrlin. Ze had geen behoefte aan goedkeuring of trots van Siuan, en toch nam het iets van haar verpletterende vermoeidheid weg.

‘Je kijkt vermaakt,’ zei Egwene.

‘Toen Moiraine en ik vertrokken om die jongen te gaan zoeken,’ antwoordde Siuan, ‘had ik geen flauw benul dat het Patroon ons ook naar jou toe zou sturen.’

‘Je vervangster?’ vroeg Egwene.

‘Als een koningin ouder wordt,’ zei Siuan, ‘begint ze na te denken over haar opvolging. Licht, elke huisvrouw denkt daar waarschijnlijk ook aan. Zal ze een erfgenaam hebben om vast te houden wat zij heeft opgebouwd? Naarmate een vrouw wijzer wordt, beseft ze dat wat zij in haar eentje kan bereiken verbleekt bij wat haar opvolging zou kunnen bereiken.

Nou, ik neem aan dat ik je niet helemaal als mijn eigen voortbrengsel kan opeisen, en ik was ook niet bepaald blij om te worden vervangen. Maar het is... geruststellend te weten dat ik invloed heb gehad op de vorming van wat er gaat komen. En een vrouw zou zich geen betere opvolger kunnen wensen dan iemand als jij. Dank je. Ik zal die Seanchaanse voor je in de gaten houden. En misschien die arme Min helpen uit het vangvisnet te kruipen waar ze zich ineens in bevindt.’

Siuan liep weg en vroeg Yukiri om een Poort voor haar te maken voordat ze met Brin meeging. Egwene glimlachte en keek naar haar toen ze de generaal een kus gaf. Siuan. Die in het openbaar een man kuste.

Silviana geleidde en Egwene klom in Spikkels’ zadel toen er een Poort voor hen openging. Ze omhelsde de Bron, hield Vora’s sa’angreaal voor zich en draafde achter een groep Torenwachters aan. Ze werd meteen overspoeld door de geur van rook.

Hoogkapitein Chubain wachtte haar op aan de andere kant. De donkerharige man had haar altijd te jong geleken voor deze rang, maar ze nam aan dat niet elke bevelhebber zilverharig hoefde te zijn zoals Brin. Ze vertrouwden deze hele strijd immers toe aan iemand die slechts een beetje ouder was dan zij, en zelf was ze de jongste Amyrlin ooit.

Egwene draaide zich om naar de Hoogvlakte en zag dat ze die amper kon onderscheiden door de vuren die op de helling en langs de oostelijke rand van de moerassen brandden.

‘Wat is er gebeurd?’

‘Brandende pijlen,’ zei Chubain, ‘afgevuurd door onze troepen bij de rivier. Ik dacht eerst dat Cauton waanzinnig was, maar nu zie ik het nut ervan wel in. Hij schoot op de Trolloks om de velden daar op de Hoogvlakte en aan de voet ervan in brand te steken, om ons dekking te bieden. De ondergroei daar is zo droog en broos als aan-maakhout. De vuren hebben de Trolloks en de Sharaanse cavalerie voorlopig van de helling verdreven. En ik denk dat Cauton er ook op rekent dat de rook onze omtrekkende beweging om de moerassen heen verhult.’

De Schaduw zou wel weten dat daar iemand in beweging was, maar hoeveel soldaten en in welke opstelling... Ze zouden moeten vertrouwen op verkenners in plaats van hun goede uitkijkpunt boven op de Hoogvlakte.

‘Onze bevelen?’ vroeg Chubain.

‘Heeft hij je die niet verteld?’ vroeg Egwene.

Hij schudde zijn hoofd. ‘Hij heeft ons alleen hier neergezet.’

‘We gaan langs de westkant van het moeras en naderen de Sharanen van achteren,’ zei ze.

Chubain gromde. ‘Zo breken we onze troepen wel heel erg op. En nu valt Cauton ze aan op de Hoogvlakte, terwijl hij die eerst aan hen heeft afgestaan?’

Daar had ze geen antwoord op. Ze haalde diep adem. Nou, zij was degene geweest – in feite – die Mart de leiding had gegeven. Ze wierp nog een blik over de moerassen naar de plek waar ze Gawein bespeurde. Hij zou wel vechten bij de...

Egwene aarzelde. Op haar vorige plek had ze Gawein in de richting van de rivier gevoeld, maar nu ze door de Poort was gekomen, kon ze zijn plek nauwkeuriger bepalen. Hij was niét met Elaynes legers bij de rivier.

Gawein was op de Hoogvlakte zelf, waar de Schaduw het sterkst was.

O, Licht! dacht ze. Gawein... Wat ben je aan het doen?

Gawein beende door de rook. Zwarte flarden ervan krulden om hem heen en de hitte van het smeulende gras verwarmde zijn laarzen, maar het vuur was grotendeels uitgebrand hier op de Hoogvlakte en had een donkere laag as op de grond achtergelaten.

Lichamen en een paar kapotte draken lagen zwartgeblakerd op de grond als bergjes metaalslakken of kolen. Gawein wist dat boeren soms het onkruid van vorig jaar verbrandden om een akker te vernieuwen. De hele wereld stond nu in brand. Terwijl hij geruisloos door de kringelende zwarte rook liep – met een bevochtigde zakdoek voor zijn gezicht gebonden – bad hij om vernieuwing.

Er zaten spinnenwebben van barsten overal in de grond. De legers van de Schaduw hadden lotsvuur gebruikt.

De meeste Trolloks verzamelden zich op de Hoogvlakte met uitzicht over de Hawalvoorde, hoewel een handjevol bezig was met porren tegen de lichamen op de helling. Misschien waren ze aangetrokken door de geur van verbrand vlees. Een Myrddraal kwam uit de rook, begon op ze te schelden in een taal die Gawein niet verstond en sloeg de Trolloks met een zweep op de rug.

Gawein bleef verstijfd staan, maar de Halfman zag hem niet. Hij dreef de achterblijvers naar de plek waar de rest van de Trolloks zich hadden verzameld. Gawein wachtte, zachtjes ademend door zijn zakdoek. Hij voelde dat de schaduwen van de Bloedmessen hem omhulden. De drie ringen hadden iets met hem gedaan. Hij voelde zich sterk en zijn benen bewogen te snel als hij liep. Het had wat tijd gekost om te wennen aan de veranderingen, om zich goed in evenwicht te houden.

Een Trollok met een wolvenkop rees op van achter een stapel puin, snuffelde in de lucht en keek de Schim na. De Trollok kwam vervolgens uit zijn schuilplaats tevoorschijn met een lijk over zijn schouder. Hij liep op nog geen vijf voet afstand langs Gawein, bleef even staan en snuffelde nog eens. Toen, ineengedoken, liep het schepsel door. Het lichaam dat het monster over zijn schouder meetorste, droeg de mantel van een zwaardhand. Arme Symon. Hij zou nooit meer een potje kaarten. Gawein gromde zachtjes en sprong al naar voren voordat hij zichzelf kon tegenhouden. Hij begon met Kus van een adder, draaide rond en hakte de kop van de Trollok van zijn schouders.

Het karkas dreunde tegen de grond. Gawein bleef met getrokken zwaard staan, vervloekte zichzelf en trok zich ineengedoken terug in de rook. De rookgeur zou die van hem verbergen, en door dat kronkelende zwart zouden zijn wazige omtrekken slecht te zien zijn. Toch was het stom dat hij zichzelf in gevaar had gebracht om één Trollok te doden. Het lijk van Symon zou toch in een kookpot eindigen. Gawein kon niet dat hele leger doden. Hij was hier voor één man.

Gawein hurkte neer en wachtte af of zijn aanval was opgemerkt. Misschien hadden ze hem niet kunnen zien – hij wist niet zeker hoe goed de ringen hem verborgen – maar iedereen die toevallig deze kant op had gekeken, zou wel de Trollok hebben zien vallen.

Er klonken geen waarschuwingskreten. Gawein stond op en liep door. Toen pas zag hij dat zijn vingers rood waren onder het zwart van de as. Hij had ze verbrand. De pijn was ver weg. De ringen. Hij

had moeite om helder na te denken, maar dat deed gelukkig niets af aan zijn vermogen om te vechten. Eigenlijk waren zijn instincten nu sterker.

Demandred. Waar was Demandred? Gawein beende heen en weer over de Hoogvlakte. Cauton had soldaten in gevecht bij de voorde in de rivier, maar de rook maakte het onmogelijk te zien wie er bij betrokken waren. Aan de voet van de westelijke helling waren de Grenslanders in gevecht met een Sharaanse cavalerie-eenheid. Maar hier boven was het vredig, ondanks de aanwezigheid van Schaduwgebroed en Sharanen.

Nu sloop Gawein langs de achterhoede van het Schaduwgebroed, waarbij hij op de ruigere stukken met dood hout en onkruid bleef. Niemand scheen hem op te merken. Er waren hier schaduwen, en schaduwen boden bescherming. Beneden, in de gang tussen de Hoogvlakte en het moeras, gingen de vuren uit. Het leek hem dat ze nog niet vanzelf konden zijn gedoofd. Deed iemand dat door te geleiden?