Het maakte niet uit. Een valk zou ook werken, zelfs als de vogel zich tegen zijn overheersing verzette. Hij stuurde het beest over het slagveld, bekeek gelederen, indelingen, oprukkende troepen. Hij hoefde niet te vertrouwen op de verslagen van anderen.
Dat had een bijna onoverwinnelijk voordeel moeten zijn. Lews Therin kon zo’n dier niet gebruiken, want dit was een geschenk dat alleen de Ware Kracht je kon geven. Demandred kon maar een klein spoortje van de Ware Kracht geleiden. Het was onvoldoende voor vernietigende wevingen, maar er waren nog andere gevaarlijke dingen die hij kon doen. Helaas had Lews Therin zijn eigen voordeel. Poorten die omlaag keken op een slagveld? Het was verontrustend, wat de mensen van deze tijd allemaal ontdekten, dingen die zelfs tijdens de Eeuw der Legenden niet bekend waren geweest.
Demandred opende zijn ogen en verbrak zijn band met de valk. Zijn troepen rukten op, maar elke stap was een verschrikkelijke beproeving. Tienduizenden Trolloks waren al gedood. Hij moest oppassen, want hun aantallen waren niet eindeloos.
Hij bevond zich nu aan de oostkant van de Hoogvlakte en keek naar de rivier ten noordoosten van de plek waar Lews Therins huurmoordenaar hem had geprobeerd te doden.
Hier stond Demandred bijna pal tegenover de heuvel die volgens Moghedien de Dasharknobbel werd genoemd. De rotsformatie rees hoog in de lucht op. De voet ervan was een goede plek voor een bevelspost, beschut tegen aanvallen met de Ene Kracht.
Het was ontzettend verleidelijk om daar zelf toe te slaan, erheen te Reizen en alles in de as te leggen. Maar was dat wat Lews Therin wilde? Demandred zou tegen die man vechten. Maar Reizen naar het fort van de vijand, mogelijk een valstrik omringd door hoge rotswanden... Hij kon Lews Therin beter naar hém toe lokken. Demandred overheerste op dit slagveld. Hij kon bepalen waar hun confrontatie zou plaatsvinden.
De rivier beneden was vertraagd tot een modderig stroompje, en Demandreds Trolloks vochten om de zuidelijke oever in handen te krijgen. De verdedigers hielden voorlopig stand, maar hij zou ze snel hebben. Ver stroomopwaarts had M’Hael zijn werk goed gedaan. Hij had dat water omgeleid, hoewel hij wel verslag had gedaan over ongebruikelijk veel verzet. Dorpelingen en een kleine eenheid soldaten? Een merkwaardigheid die Demandred nog niet had ontcijferd.
Hij had bijna gewenst dat M’Hael zou falen. Hoewel Demandred zelf degene was geweest die de man had gerekruteerd, had hij niet verwacht dat M’Hael zo snel tot de rang van Uitverkorene verheven zou worden.
Demandred draaide zich opzij. Drie vrouwen in zwarte gewaden met witte linten bogen voor hem. Naast hen stond Shendla.
Shendla. Hij had gedacht dat hij allang niet meer om een vrouw zou kunnen geven. Hoe kon genegenheid nog blijven bestaan naast zijn brandende haat jegens Lews Therin? En toch, Shendla... Vals, vaardig, machtig. Het was bijna genoeg om hem bedenkingen te laten krijgen.
‘Wat heb je te melden?’ vroeg hij aan de drie buigende vrouwen in het zwart.
‘De jacht is mislukt,’ antwoordde Galbrait, die haar hoofd gebogen hield.
‘Is hij ontkomen?’
‘Ja, Wyld. Ik heb u teleurgesteld.’ Hij hoorde de pijn in haar stem. Zij was de leidster van de vrouwelijke Ayyad.
‘Het was niet de bedoeling dat je hem zou doden,’ zei Demandred. ‘Hij is een vijand die je vaardigheden te boven gaat. Heb je zijn bevelspost verstoord?’
‘Ja,’ zei Galbrait. ‘We hebben zes van zijn geleiders gedood, het gebouw in brand gestoken en zijn kaarten vernietigd.’
‘Geleidde hij? Heeft hij zich onthuld?’
Ze aarzelde, maar toen schudde ze haar hoofd.
Dus hij kon er nog niet zeker van zijn dat die Cauton Lews Therin in vermomming was. Demandred vermoedde van wel, maar er waren verslagen van Shayol Ghul dat Lews Therin daar was gezien, op de hellingen van de berg. Hij had al eerder bewezen dat hij sluw was door heen en weer te springen tussen slagvelden en zichzelf hier en dan weer daar te laten zien.
Hoe meer Demandred zag van het werk van de vijandelijke generaal, hoe meer hij ervan overtuigd raakte dat Lews Therin hier was. Het zou echt iets voor Lews Therin zijn om een afleiding naar het noorden te sturen en dan zelf hierheen te komen om in deze slag te strijden. Het kostte Lews Therin moeite om anderen voor hem te laten vechten. Hij wilde altijd alles zelf doen, elke slag zelf leiden, en het liefst zelfs elke afzonderlijke uitval.
Ja... Hoe anders kon Demandred de vaardigheid van de vijandelijke generaal verklaren? Alleen een man met de ervaring van een Oude kon zo’n meester zijn in de dans der slagvelden. In wezen waren veel strategieën eenvoudig. Voorkomen dat je geflankeerd wordt, zware tegenstand opvangen met piekeniers, voetsoldaten met een goed geoefende slagorde, geleiders met andere geleiders. En toch, de verfijning hiervan... de kleine bijzonderheden... die kostten eeuwen om onder de knie te krijgen. Geen enkele man uit deze Eeuw leefde al lang genoeg om dat allemaal zo grondig te leren.
Tijdens de Oorlog van Kracht had Demandred zijn vriend uitsluitend overtroefd in de rol van generaal. Het stak hem om het toe te geven, maar hij zou zich niet langer voor die waarheid verstoppen. Lews Therin was sterker geweest in de Ene Kracht. Lews Therin was beter geweest in het veroveren van harten. Lews Therin had Ilyena veroverd. ,
Maar Demandred... Demandred was beter geweest in oorlogvoeren. Lews Therin had nooit het juiste evenwicht kunnen vinden tussen voorzichtigheid en doortastendheid. De man bleef altijd veel te lang nadenken en piekeren over zijn beslissingen, om vervolgens zijn legers in een roekeloze uitval te storten.
Als deze Cauton inderdaad Lews Therin was, dan was de man daar beter in geworden. De vijandelijke generaal wist wanneer hij de munt moest opgooien en het lot moest laten beslissen, maar hij liet niet te veel van afzonderlijke uitkomsten afhangen. Hij zou een uitstekend kaartspeler zijn geweest.
Demandred zou hem uiteindelijk toch wel verslaan, natuurlijk. De strijd zou zo alleen maar... onderhoudender zijn.
Hij legde zijn hand op zijn zwaard en dacht na over zijn uitzicht op het slagveld van zo-even. Zijn Trolloks gingen door met hun aanval bij de rivierbedding, en Lews Therin had zijn piekeniers achter hen opgesteld in ordelijke vierkante formaties van tienduizend man elk, in een verdedigende zet. Achter Demandred klonken de bevende knallen van geleiders in de grotere strijd, die tussen zijn Sharaanse Ayyad en de Aes Sedai.
Daar had hij het voordeel. Zijn Ayyad waren veel betere strijders dan de Aes Sedai. Wanneer zou Cauton die damane inzetten? Moghedien had verslag uitgebracht over een of andere onmin tussen hen en de Aes Sedai. Kon Demandred de kloof daar misschien verbreden?
Hij gaf bevelen, en de drie Ayyad trokken zich terug. Shendla bleef achter en wachtte op zijn toestemming om te vertrekken. Hij liet haar het terrein in de buurt verkennen om uit te kijken naar nog meer huurmoordenaars.
‘Ben je bezorgd?’ vroeg hij aan haar. ‘Je weet nu voor welke kant we strijden. Voor zover ik weet, heb je je nog niet aan de Schaduw gegeven.’
‘Ik heb mezelf aan jou gegeven, Wyld.’
‘En voor mij vecht je naast Trolloks? Halfmannen? Schepsels uit nachtmerries?’
‘Je zei dat sommigen je daden kwaadaardig zouden noemen,’ antwoordde ze. ‘Maar ik zie dat anders. Ons pad is duidelijk. Zodra je overwint, herschep je de wereld, en ons volk zal behouden blijven.’ Ze pakte zijn hand. Vanbinnen roerde zich iets in hem, maar het werd snel gesmoord door zijn haat.
‘Ik zou het allemaal weggooien,’ zei hij, kijkend in haar ogen. ‘Alles, voor een mogelijkheid om tegen Lews Therin te strijden.’
‘Je hebt beloofd het te proberen,’ zei ze. ‘Dat is genoeg. En als je hem vernietigt, vernietig je de ene wereld en behoud je een andere. Ik zal je volgen. Wij zullen je volgen.’
Haar stem leek erop te wijzen dat Demandred misschien, als Lews Therin eenmaal dood was, weer zijn eigen man zou kunnen worden.