Выбрать главу

Elayne had goede lessen in slagveldtactiek gehad, hoewel ze weinig ervaring in het veld had, en ze zag in hoe slecht het ervoor stond. Ja, ze had wel gehoord dat de positie van de Trolloks stroomopwaarts door Lan en de Grenslanders was verwoest, maar dat bracht weinig verlichting in de toestand hier bij de voorde.

De zon begon achter de horizon te zakken. De Trolloks maakten nog geen aanstalten om achteruit te gaan en haar soldaten staken met tegenzin vuren en fakkels aan. Als Elayne haar mannen in vierkante formaties opstelde, zouden ze zich beter kunnen verdedigen, maar het betekende ook dat ze niet naar voren zouden kunnen dringen. De Aiel vochten hier ook, net als de Cairhienin. Maar die vierkante piekformaties waren de kern van hun strategie.

Ze omsingelen ons langzaam, dacht ze. Als de Trolloks het voor elkaar kregen, konden ze de Andoranen fijnknijpen. Licht, dit zag er slecht uit.

De zon ontstak een plotseling vuur achter de wolken laag aan de horizon. Als het nacht werd, kregen de Trolloks nog meer voordeel. Het was een stuk kouder geworden. Haar eerdere aanname dat deze slag dagen zou duren, leek nu dwaas. De Schaduw zette al zijn kracht in. De mensheid had geen dagen meer, maar slechts uren.

‘Majesteit,’ groette kapitein Guybon. Hij kwam aanrijden samen met haar bevelvoerders. Hun gedeukte pantsers en bebloede tabberds toonden aan dat niemand, zelfs de hoogste officiers niet, kon worden gemist in de gevechten.

‘Ik wil graag jullie raad,’ zei Elayne, kijkend naar Guybon, Theodohr – bevelhebber van de cavalerie – en Birgitte, de kapitein-generaal.

‘Terugtrekken?’ opperde Guybon.

‘Denk je echt dat we ons zouden kunnen losmaken uit de strijd?’ vroeg Birgitte.

Guybon aarzelde, maar toen schudde hij zijn hoofd.

‘Goed,’ zei Klayne. ‘Hoe winnen we?’

‘We houden stand,’ zei Theodohr. ‘We hopen dat de Witte Toren de strijd tegen de Sharaanse geleiders kan winnen en ons te hulp kan schieten.’

‘Ik wil hier niet alleen maar blijven zitten,’ wierp Birgitte tegen. ‘Dat...’

Een verblindende straal witheet vuur hakte door Elaynes wachters en verdampte er tientallen. Guybons paard verdween onder hem vandaan en hij wist ternauwernood te voorkomen dat hij zelf werd geraakt. Elaynes paard steigerde.

Vloekend kreeg ze haar rijdier weer in bedwang. Dat was lotsvuur geweest!

‘Lews Therin!’ Een met de Kracht versterkte stem schalde over het veld. ‘Ik jaag op een vrouw van wie je houdt! Kom naar me toe, lafaard! Vécht!’

De aarde ontplofte vlak bij Elayne, haar vaandeldrager werd de lucht in gesmeten en zijn vlag vloog in brand. Deze keer werd Elayne wel van haar paard gegooid, en ze landde met een grom op de grond.

Mijn kindertjes! Ze kreunde en rolde om toen handen haar vastpakten. Birgitte. De vrouw trok Elayne achter haar in het zadel, met de hulp van enkele gardevrouwen.

‘Kun je geleiden?’ vroeg Birgitte. ‘Nee. Laat maar. Daar letten ze vast op. Celebrain, hef een nieuwe banier! Ga stroomafwaarts met drie eskaders wachters. Ik ga met de koningin de andere kant op!’

De vrouw die naast Birgittes paard stond, groette haar. Het was een terdoodveroordeling! ‘Birgitte, nee,’ zei Elayne.

‘Demandred heeft besloten dat jij de Herrezen Draak voor hem uit de tent kunt lokken,’ zei Birgitte, die haar paard wendde. ‘Dat laat ik niet gebeuren. Vort!’ Ze dreef haar paard aan tot galop terwijl er bliksems tussen Elaynes wachters insloegen en hun lichamen de lucht in vlogen.

Elayne klemde haar kiezen op elkaar. Haar legers liepen het gevaar te worden overstelpt, omsingeld, en dat allemaal terwijl Demandred de ene na de andere straal lotsvuur, bliksems en wevingen van Aarde op hen losliet. Die man was in zijn eentje even gevaarlijk als een heel leger.

‘Ik kan niet weg,’ zei Elayne.

‘Ja, dat kun je wel, en dat doe je ook,’ antwoordde ze nors terwijl hun paard verder galoppeerde. ‘Als Mart is gesneuveld – en het Licht geve dat het niet zo is – dan zullen we een nieuwe bevelspost moeten opzetten. Demandred heeft niet voor niets aangevallen bij de Dasharknobbel en daarna rechtstreeks op jou. Hij probeert onze bevelsstructuur te vernietigen. Het is jouw taak om het bevel op je te nemen vanaf een veilige, geheime plek. Als we eenmaal ver genoeg weg zijn en Demandreds verkenners je niet meer kunnen voelen als je geleidt, maken we een Poort en dan heb je het weer voor het zeggen. Maar nu, Elayne, moet je je mond houden en mij laten doen wat ik doen moet om je te beschermen.’

Ze had gelijk. Ze mocht branden, maar ze had gelijk. Elayne hield zich aan Birgitte vast terwijl ze over het slagveld galoppeerden, en het paard schopte klompen aarde achter hen op in hun vlucht naar de veiligheid.

Hij maakt het in ieder geval eenvoudig om hem te vinden, dacht Galad, kijkend naar de strepen vuur die van de vijandelijke positie op Elaynes leger af werden geschoten.

Galad dreef zijn hielen in de flanken van zijn gestolen paard en galoppeerde naar de oostelijke rand van de Hoogvlakte. Steeds opnieuw zag hij Gawein sterven in zijn armen.

‘Neem het tegen me op, Lews Therin!’ De grond beefde van het gebulder van Demandreds stem. Hij had Galads broer al gedood. En nu joeg dat monster op zijn zus.

Voorheen had Galad altijd geweten wat de juiste weg was, maar nog nooit was het zo duidelijk geweest als nu. Die strepen licht waren net tekens op een kaart, pijlen die de goede kant op wezen. Het Licht zelf gidste hem. Het had hem voorbereid, hem hier geplaatst, op dit ogenblik.

Hij galoppeerde door de achterhoede van het Sharaanse leger naar de plek waar Demandred stond, vlak boven de rivierbedding en neerkijkend op Elaynes troepen. Pijlen zonken in de aarde om hem heen, boogschutters vuurden zonder zich iets aan te trekken van het gevaar dat ze hun eigen mannen zouden raken. Met zijn zwaard naar voren trok Galad zijn voet uit de stijgbeugel en bereidde zich voor op een sprong.

Een pijl raakte het paard. Galad dook van het dier af. Hij kwam hard terecht, gleed nog een stukje door en hakte de hand van een kruisboogschutter af. Een grauwende mannelijke geleider kwam op hem af, en de vossenkop werd koud op Galads borst.

Galad ramde zijn kling door de nek van de man, die schreeuwde toen het bloed met elke hartslag in een golf uit zijn nek spoot. Hij leek niet verbaasd toen hij stierf, alleen maar kwaad. Zijn gejank trok nog meer aandacht.

‘Demandred!’ riep Galad. ‘Demandred, je roept om de Herrezen Draak! Je wilt tegen hem vechten! Hij is hier niet, maar zijn broer wel! Neem je het tegen mij op?’

Tientallen kruisbogen werden geheven. Galads paard stortte met bloederige luchtbellen uit zijn neus op de grond achter hem.

Rhand Altor. Zijn broer. De schok van Gaweins dood had Galad verdoofd voor die onthulling. Hij zou daar uiteindelijk mee in het reine moeten komen, als hij dit overleefde. Hij wist nog steeds niet of hij trots moest zijn of zich moest schamen.

Een gedaante in een merkwaardig pantser van geschakelde munten stapte door de Sharaanse gelederen naar voren. Demandred was een trots man; je hoefde alleen maar naar zijn gezicht te kijken om dat te weten. Hij leek eigenlijk wel wat op Altor. Ze hadden eenzelfde soort uitstraling.

Demandred bekeek Galad, die met zijn bebloede zwaard in de hand stond. De stervende geleider klauwde met zijn vingers in de aarde aan zijn voeten.

‘Zijn broer?’ vroeg Demandred.

‘Zoon van Tigraine,’ zei Galad, ‘die Speervrouwe is geworden. Die mijn broer ter wereld heeft gebracht op de Drakenberg, het graf van Lews Therin. Ik had twee broers. Je hebt de andere op dit slagveld vermoord.’

‘Je hebt een merkwaardig voorwerp bij je, zie ik,’ zei Demandred terwijl het medaillon weer koud werd. ‘Pas op voor de geschenken van de Aelfinn en Eelfinn, kleine man. Ik zou hun giftige amuletten zelfs in ruil voor alle macht in de Rion nog niet aanraken. Je kunt beter onbeschermd zijn dan slangen en vossen op een plek zo dicht bij je hart uit te nodigen.’