Zelfs zonder die achtergrond was een leven van gebed in een klooster, totdat de dood de deur opende, niets voor haar. Haar afgrijselijke ervaringen ontnamen haar haar geboorterecht niet: ze was een kind van de zon.’
‘Wat deed je?’
‘Ik vond een ouder echtpaar dat haar in huis wilde nemen. Ze waren arm maar ik kon ze financieel bijstaan. Zelf hadden ze geen kinderen, zodat ze erg aardig voor haar waren. Hij was een schrijver, zo’n beetje een geleerde. Dat kwam allemaal goed uit.’
‘Je hield natuurlijk een oogje in het zeil.’ Havig knikte. Er kwam een tedere uitdrukking op zijn gezicht. ‘Ik had mijn eigen bezigheden, maar in het daarop volgende jaar van mijn leven — dat waren drie jaren voor Xenia — ging ik van tijd tot tijd terug om haar op te zoeken. Dat gebeurde steeds vaker.
11
Het schip was een gigantische trimaran. Vanaf de brug keek Havig uit over een uitgestrekt dek van prachtig hardhout waarop de luiken, de laadbomen, de zonne-energieschermen, de hulpmachines en de opbouw een harmonieus geheel vormden. Chroom of glanzend koperwerk was er niet: tijdens de Maurai-beschaving was er een schaarste aan metalen. Tegen de hutten groeiden bougainville en trompetbloemen. Op elk van de drie voorstevens stond een uit hout gesneden figuur die een lid van de Drie-eenheid voorstelde — Tanaroa Creator in het midden, een kolom met abstracte symbolen; Lesu Haristi met het kruis aan stuurboord; en aan bakboord de scherpgetande Nan voor de donkere zijde van het leven en de dood. Dit koopvaardijschip was niet gebouwd en werd niet bemand door barbaren. De drieling-romp was ontworpen voor maximaal hydrodynamisch rendement. De drie grote A-vormige masten droegen weliswaar zeilen, maar die waren van geheimzinnige snit en werden geholpen door vinnen die op hun eigen wijze van de wind gebruikmaakten; de hele tuigage werd voortdurend bijgesteld door op biologische brandstofcellen lopende kleine motoren die door een computer gestuurd werden. De bemanning bestond uit vier Kanaka’s en twee Wahines en die waren bepaald niet overwerkt. Kapitein Rewi Lohannasso was een afgestudeerde ingenieur van de Universiteit van Wellantoa in N’Zeelann. Hij sprak verscheidene talen en zijn Ingliss was niet het koeterwaals van een of andere Mexicaanse stam, maar even rijk en precies als Havigs moedertaal. Hij was een gedrongen bruine man, blootsvoets en gekleed in een sarong. Langzaam zei hij, ter wille van zijn passagier die probeerde de nieuwe taal onder de knie te krijgen: ‘Nadat de technologische wereldmachine was stuk gedraaid, hebben wij de wetenschappelijke kennis bewaard. Wij moesten nieuwe manieren vinden om die kennis toe te passen in een verbrande en vergiftigde wereld. Dat probleem is nog niet helemaal opgelost, maar we zijn al een heel eind en komen steeds verder.’
De deinende oceaan glinsterde van indigo, turkoois en aquamarijn. De golven ruisten voorbij en het zonlicht blinkte op de zeilen en de vleugels van een albatros. Een majestueuze school walvissen kruiste hun gezichtsveld. Door de snelheid van het voor de wind varende schip was slechts een wiegend briesje voelbaar dat zilte geuren meevoerde en verkoeling bracht aan naakte, zonovergoten lichamen. Op het dak onder hen ontlokte een jongeman glasheldere tonen aan een bamboefluit en een meisje danste. Hun naakte lichamen waren zo gracieus als een kat of een volbloed.
‘Daarom hebt u zo iets groots verricht. Broeder Thomas,’ zei Lohannasso. ‘Ze zullen u juichend ontvangen! Hij aarzelde. ‘Ik heb niet om een vliegtuig gevraagd om u en uw waren naar de Federatie te brengen omdat de Admiraliteit daar misschien opin was gegaan. En … eerlijk gezegd: luchtschepen zijn wel sneller, maar niet zo betrouwbaar als zeilschepen. De motoren zijn zwak en de brandveiligheidkatalysator van de waterstof is nog in het experimentele stadium.’
‘Vooral daardoor begon ik de Maurai-maatschappij in zijn beste dagen werkelijk te begrijpen,’ zei Havig. Ze waren niet van die ‘terug naar de natuur idioten’ Integendeel, onder hun gemakzuchtige minzaamheid, zijn ze misschien nog meer op vooruitgang gebrand dan de Verenigde Staten nu. Maar ze hebben geen brandstof voor vliegtuigen die zwaarder zijn dan lucht, tenminste niet in de vroege periode. En ze hebben geen helium voor zeppelins zoals wij: wij hebben zo veel verkwist.’)
‘Uw ontdekking heeft al een paar eeuwen op zich laten wachten,’ vervolgde Lohannaso. ‘Het kan geen kwaad dat het een paar weken duurt voor u in Wellantoa aankomt.’ (’Als ik een diepgaande studie van de Maurai wilde maken en erachter wilde komen of wat Wallis over hen gezegd had waar was, en hoeveel op leugens en blind vooroordeel berustte, dan had ik een entree nodig. Met als uitgangspunt het moment dat ze een factor van belang in de wereld werden, kon ik hun geschiedenis naar de toekomst volgen. Maar ik stond met lege handen. Ik kon me makkelijk uitgeven voor een Merikaan — Engels was toen in zoveel dialecten uiteengevallen dat mijn uitspraak geen opzien zou baren — maar waarom zou een gewone barbaar hun interesse opwekken? En ik kon me niet voordoen als iemand uit een half-beschaafde gemeenschap, want daar onderhielden ze handelsbetrekkingen mee … Nou, ik kwam op een idee.’ Havig grinnikte.
‘Kun je het niet raden, dok? Nee? Goed dan. Door middel van een twintigste-eeuwse stroman legde ik de hand op een stelletje radio-isotopen, zoals 14C. Ik liet ze op een veilige plaats achter — ze moesten zich echt ontleden — en begaf me in de tijd vooruit. Daar werd ik Broeder Thomas, afkomstig van een eilandje waar nog wat kennis bewaard was gebleven. Ik had deze vondst gedaan en besloten hem aan de Maurai te geven, dus sleepte ik alles naar de kust … Zie je? Hun onderzoekingen richtten zich voornamelijk op de biologie, omdat de ecologie er slecht aan toe was en bomen en planten de omzetters van zonne-energie bij uitstek zijn. Maar ze hadden geen kernreactors om op grote schaal radioactieve isotopen te vervaardigen. Daarom was mijn ‘vondst’ een geschenk uit de hemel.’) ‘Denkt u dat ik als student word toegelaten?’ vroeg Havig bezorgd. ‘Het zou voor mij en mijn mensen een hoop betekenen. Maar ik ben zo’n buitenstaander …’
Lohannaso legde volgens het gebruik van de Maurai zijn arm om mijn schouder. ‘Maak je maar niet ongerust, vriend. Ten eerste zijn we een volk van handelaars en we betalen naar waarde. Ten tweede willen we beschaving en kennis zo wijd mogelijk verbreiden. Zelf willen we ook bondgenoten die hun handen en hun hersens kunnen gebruiken.’
‘Hoopt u werkelijk de hele mensheid te bekeren?’
‘Bewaar me! Als je bedoelt: ‘Willen we van iedereen ons evenbeeld maken?’ dan is het antwoord nee. Ik ben geen lid van het Parlement of van de Admiraliteit, maar ik volg de debatten en ik lees de filosofen. Een van de moeilijkheden van de oude machinebeschaving was dat de mensen gedwongen werden meer en meer het zelfde te worden. Uiteindelijk mislukte dat niet alleen, met rampzalige gevolgen, maar zover het wel gelukte, waren de gevolgen nog rampzaliger.’ Lohannaso beukte op de railing met zijn machtige vuist. ‘Verdomme, Thomas. We hebben verscheidenheid nodig, alle levenswijzen en opvattingen die we maar kunnen krijgen!’
Hij lachte en besloot: ‘Binnen bepaalde grenzen, natuurlijk. De zeerovers moeten opgeruimd worden en meer van dat werk. Maar voor de rest … Kom, dit wordt wat al te serieus. Het is bijna twaalf uur. Ik ga een zonnetje schieten en mijn rekenwerk doen. Dan krijgt Teral de wacht en kunnen wij lunchen. Je hebt niet echt geleefd als je mijn bier niet geproefd hebt.’
(’Ik heb meer dan een jaar doorgebracht bij de vroege Maurai,’ vertelde Havig mij. ‘Omdat ze erop gebrand zijn het ware woord te verbreiden, gaven ze mij precies de opleiding die ik voor mijn doeleinden nodig had. Het waren aardige, vrolijke mensen — natuurlijk waren er slechteriken bij en hadden ze ook hun tekortkomingen, maar over het algemeen was de Federatie in die eeuw een gelukkig oord.)