‘Dus, Vrouwe,’ zei Conail, en vulde een blauwe beker met wijn, ‘wanneer komen ze?’
‘Het slechte nieuws is dat ze niet komen,’ zei Dyelin kalm. ‘Het goede nieuws is dat ze een uitnodiging om zich bij Arymilla aan te sluiten hebben afgeslagen.’ Ze schraapte haar keel luid toen Branlet naar de wijnkan reikte. Zijn wangen kleurden en hij pakte de andere kan op, alsof hij dat eigenlijk toch al van plan was geweest. De Hoogzetel van Huis Gilyard, maar toch nog maar een jongen, ondanks het zwaard op zijn heup. Perival droeg ook een zwaard, dat over de vloertegels schraapte en te groot voor hem leek, maar hij had al geitenmelk gepakt. Catalyn schonk zichzelf wijn in en lachte zelfgenoegzaam naar de jongens, een verheven lachje dat verdween toen ze zag dat Dyelin naar haar keek.
‘Dat is nauwelijks goed nieuws te noemen,’ zei Birgitte. ‘Het Licht brande me als het niet zo is. Je brengt een verdomde half verhongerde eekhoorn mee en noemt het een biefstuk.’
‘Beeldend als altijd,’ zei Dyelin droog. De twee vrouwen keken elkaar kwaad aan, Birgittes handen tot vuisten gebald, Dyelin met haar hand op de dolk aan haar riem.
‘Geen geruzie,’ zei Elayne, en liet haar stem scherp klinken. De woede in de binding hielp. Af en toe was ze bang dat die twee zouden gaan vechten, ik pik jullie geruzie vandaag niet.’
‘Waar is Aviendha?’
‘Weg, Catalyn. Wat heb je nog meer ontdekt, Dyelin?’
‘Weg? Waarheen?’
‘Weg,’ zei Elayne kalm. Saidar of geen saidar, ze had zin om die meid in haar gezicht te slaan. ‘Dyelin?’
De oudere vrouw nam een slok wijn om haar ogen van Birgitte af te wenden. Ze ging naast Elayne staan, pakte de zilveren zwaardvechter op, draaide hem om in haar handen en zette hem weer neer. ‘Aemlyn, Arathelle en Pelivar hebben me geprobeerd te overtuigen dat ik zelf mijn aanspraak op de troon moest aankondigen, maar ze deden minder moeite dan de vorige keer. Ik denk dat ik ze er bijna van heb overtuigd dat ik het niet van plan ben.’
‘Bijna?’ Birgitte legde een zee van minachting in het woord. Dyelin negeerde haar nadrukkelijk. Elayne keek fronsend naar Birgitte, die ongemakkelijk op en neer wipte en lang genoeg weg beende om een beker wijn te pakken. Heel goed. Hoe ze het ook voor elkaar kreeg, ze hoopte dat het zou blijven werken.
‘Vrouwe,’ zei Perival met een buiging, en stak een van de beide bekers in zijn handen uit naar Elayne. Ze toverde een glimlach tevoorschijn en maakte een kniks voordat ze de beker aannam. Geitenmelk. Licht, wat kreeg ze toch een hekel aan dat spul! ‘Luan en Abelle waren... terughoudend,’ vervolgde Dyelin, en keek met gefronsd voorhoofd naar de hellebaarddrager. ‘Misschien neigen ze jouw kant uit.’ Ze klonk echter nauwelijks alsof ze het zelf geloofde. ‘Ik heb Luan eraan herinnerd dat hij me aanvankelijk heeft geholpen om Naean en Elenia in hechtenis te nemen, maar misschien heeft dat niet meer uitgehaald dan bij Pelivar.’
‘Dus ze wachten misschien allemaal tot Arymilla wint,’ zei Birgitte grimmig. ‘Als jij het overleeft, spreken ze zich voor jou en tegen haar uit. Als je het niet overleeft, zal een van hen haar eigen aanspraak maken. Ellorien heeft toch na jou de beste rechten?’ Dyelin schudde haar hoofd, maar ontkende het niet.
‘En Ellorien?’ vroeg Elayne zachtjes. Ze was er zeker van dat ze het antwoord al kende. Haar moeder had Ellorien laten afranselen. Dat was onder invloed van Rahvin geweest, maar niet veel mensen schenen dat te geloven. Niet veel mensen schenen te geloven dat Gaebril zelfs Rahvin geweest was.
Dyelin grimaste. ‘Die vrouw heeft een hoofd van steen! Ze zou een aanspraak uit mijn naam bekendmaken als ze dacht dat het zin had. Ze heeft gelukkig nog genoeg verstand om te zien dat dat niet zo is.’ Het viel Elayne op dat ze niets zei over enige aanspraak uit Elloriens eigen naam. ‘Hoe dan ook, ik heb Keraille Surtovni en Julanya Fote achtergelaten om ze in de gaten te houden. Ik betwijfel of ze in beweging zullen komen, maar als ze het toch doen, weten we het meteen.’ Drie Kinsvrouwen die een cirkel moesten vormen om te kunnen reizen, hielden de Grenslanders om dezelfde reden in de gaten. Er was dus helemaal geen goed nieuws, hoe Dyelin het ook probeerde in te kleden. Elayne had gehoopt dat de dreiging van de Grenslanders sommige Huizen zou aanzetten om haar te steunen. Tenminste één reden waarom ik ze door Andor laat trekken staat nog overeind, dacht ze grimmig. Zelfs als ze de troon niet zou bemachtigen, had ze Andor die dienst bewezen. Behalve als degene die de troon besteeg alles grondig verpestte. En daar zag ze Arymilla wel voor aan. Nou, Arymilla zou de Rozenkroon niet opzetten, en dat was dat. Hoe dan ook, ze moest worden tegengehouden.
‘Dus het is zes, zes en zes,’ zei Catalyn, fronsend en spelend met de langwerpige zegelring aan haar linkerhand. Ze keek nadenkend, en dat was ongebruikelijk voor haar. Haar stijl was gewoonlijk om zich zonder bedenkingen uit te spreken. ‘Zelfs als Candraed zich bij ons aansluit, komen we er tien te kort.’ Vroeg ze zich af of ze Haevin had verbonden aan een hopeloze zaak? Helaas had ze haar Huis niet zo vast verbonden dat de knopen niet meer los konden worden gemaakt.
‘Ik was er zeker van dat Luan zich bij ons zou aansluiten,’ mompelde Conail. ‘En Abelle en Pelivar.’ Hij nam een grote slok wijn. ‘Zodra we Arymilla verslaan, komen ze wel. Let op mijn woorden.’
‘Maar wat denken ze?’ wilde Branlet weten. ‘Proberen ze een oorlog te beginnen met drié partijen?’ Zijn stem sloeg halverwege zijn uitbarsting over, en zijn wangen werden knalrood. Hij verborg zijn gezicht in zijn beker, maar grimaste. Schijnbaar vond hij geitenmelk even vies als zij.
‘Het komt door de Grenslanders.’ Perivals stem was hoog als die van een jongen, maar hij klonk zelfverzekerd. ‘Ze wachten nog, want wie er daar ook wint, moet nog steeds rekening houden met de Grenslanders.’ Hij pakte de beer op en woog hem in zijn hand, alsof het gewicht ervan hem antwoorden kon geven. ‘Wat ik niet begrijp, is waarom ze eigenlijk hier binnenvallen. We zijn zo ver van de Grenslanden. En waarom zijn ze niet doorgemarcheerd om Caemlin aan te vallen? Ze zouden Arymilla zo opzij vegen, en ik denk niet dat we hen zo makkelijk buiten kunnen houden als haar. Dus waarom zijn ze hier?’
Glimlachend sloeg Conail hem op de schouder. ‘Dat zal me een strijd worden, als we tegenover de Grenslanders staan. Northans Adelaars en Mantears Aambeeld zullen Andor die dag trots maken, of niet?’ Perival knikte, maar hij leek niet blij met het vooruitzicht. Conail wel.
Elayne wisselde een blik met Dyelin en Birgitte, die allebei stomverbaasd keken. Elayne was zelf ook verbaasd. De andere twee vrouwen wisten het natuurlijk, maar de kleine Perival had bijna een geheim ontdekt dat niet mocht worden ontdekt. Anderen zouden misschien uiteindelijk uitknobbelen dat de Grenslanders bedoeld waren om de Huizen over te halen zich bij haar aan te sluiten, maar dat mocht niet worden bevestigd.
‘Luan en de anderen waren naar Arymilla gestuurd om te vragen om een wapenstilstand tot de Grenslanders terug waren gedreven,’ zei Dyelin even later. ‘Ze vroeg tijd om erover na te denken. Voor zover ik kan nagaan, was dat het ogenblik dat ze haar pogingen bij de muren verhevigde. Ze zegt tegen hen dat ze er nog steeds over nadenkt.’
‘Naast al het andere,’ zei Catalyn verhit, ‘toont dat aan waarom Arymilla de troon niet verdient. Ze vindt haar eigen ambities belangrijker dan de veiligheid in Andor. Luan en de anderen zijn dwazen dat ze dat niet inzien.’