‘Geen dwazen,’ antwoordde Dyelin. ‘Gewoon mensen die denken dat ze de toekomst helderder voor ogen hebben dan wij.’ Wat als zij en Dyelin degenen waren die de toekomst niet helder voor ogen hadden, vroeg Elayne zich af. Om Andor te redden zou ze meteen haar steun hebben gegeven aan Dyelin. Ze zou er niet blij mee zijn geweest, maar ze zou het gedaan hebben om het bloed van Andor te redden. Dyelin zou de steun hebben gekregen van tien Huizen, meer dan tien zelfs. Zelfs Danine Candraed zou uiteindelijk kunnen besluiten Dyelin te steunen. Maar Dyelin wilde geen koningin worden. Ze vond dat Elayne de Rozenkroon moest dragen. En dat vond Elayne ook. Maar wat als ze het mis hadden? Het was niet de eerste keer dat ze zich dat afvroeg, maar nu, starend naar de kaart vol slechte voortekens, kon ze de gedachte niet van zich afschudden. Die avond, na een maaltijd die alleen gedenkwaardig was vanwege de verrassing van piepkleine aardbeitjes, zat ze in de grote zitkamer van haar vertrekken te lezen. Ze probeerde te lezen. Het in leer gebonden hoek was een geschiedenis van Andor, zoals de meeste andere boeken die ze de laatste tijd las. Ze moest zo veel mogelijk lezen om een zo juist mogelijke versie van de waarheid te achterhalen, en verschillende boeken met elkaar vergelijken. Een boek dat was uitgebracht tijdens de regeerperiode van een koningin noemde bijvoorbeeld nooit haar misstappen, of die van haar onmiddellijke opvolgsters als ze van hetzelfde Huis waren. Je moest boeken lezen die waren geschreven toen Trakand de troon had om te horen wat Mantear fout had gedaan, en boeken die waren geschreven onder Mantear om te horen wat Norwelijn fout had gedaan. Ze kon van de fouten van anderen leren, zodat ze die zelf niet zou maken. Dat was een van de eerste dingen die haar moeder haar had geleerd. Ze kon zich echter niet concentreren. Af en toe merkte ze dat ze naar een bladzijde zat te staren zonder een woord te zien. Dan dacht ze aan haar zuster, of ze begon iets tegen Aviendha te zeggen voordat ze eraan dacht dat haar zuster er niet was. Ze voelde zich erg eenzaam, en dat was belachelijk. Sephanie stond in de hoek voor het geval ze iets nodig had. Er stonden acht gardevrouwen voor de deur naar haar vertrekken, en met een van hen kon je uitstekend gesprekken voeren, Yurith Azeri, een geschoolde vrouw die echter zweeg over haar verleden. Maar geen van hen was Aviendha. Toen Vandene de kamer binnenschreed, gevolgd door Kirstian en Zarya, was dat een opluchting. De twee in het wit geklede vrouwen bleven bij de deur staan, met bedeesde gezichten. De bleke Kirstian, onaangeraakt door de Eedstaf, had haar handen voor haar middel gevouwen en leek net van middelbare leeftijd te zijn; Zarya, met haar schuinstaande ogen en haakneus, leek veel jonger. Ze had iets vast wat in een witte handdoek was gewikkeld.
‘Vergeef me als ik stoor,’ begon Vandene, en fronste toen haar voorhoofd. Het gezicht van de witharige Groene zuster leek ondanks haar Aes Sedai-gelaatstrekken toch niet helemaal leeftijdloos. Soms leek ze twintig, of veertig, of alles daartussenin; en het veranderde telkens als je met je ogen knipperde. Misschien kwam het door haar donkere ogen, glanzend en diep en gepijnigd, die zoveel hadden gezien. Ze leek ook vermoeid. Haar rug was recht, maar ze zag er toch afgemat uit. ‘Het gaat mij natuurlijk niet aan,’ zei ze voorzichtig, ‘maar is er een reden waarom je zoveel van de Kracht vasthoudt? Ik dacht dat je iets heel ingewikkelds aan het weven was toen ik je in de gang voelde.’
Met een schok besefte Elayne dat ze bijna evenveel saidar vasthield als ze veilig kon bevatten. Hoe was dat gebeurd? Ze kon zich niet herinneren dat ze dieper had geput. Haastig liet ze de Bron los, en ze werd vervuld van spijt toen de Kracht wegstroomde en de wereld weer... gewoon werd. Meteen verslechterde haar stemming. ‘Je stoort niet,’ zei ze schaapachtig, en legde het boek op de tafel voor haar. Ze had immers toch nog geen drie bladzijden gelezen. ‘Mag ik ons dan afschermen?’
Elayne knikte kort – het ging die vrouw niets aan hoeveel Kracht ze vasthield; ze kende de gedragsregels even goed als Elayne, of nog beter – en droeg Sephanie op om in de voorkamer te wachten terwijl Vandene een ban tegen afluisteren weefde. Ban of niet, Vandene wachtte tot de bediende de deur achter zich dicht had gedaan voordat ze sprak. ‘Reanne Corlie is dood, Elayne.’
‘O, Licht, nee.’ Haar slechte bui maakte plaats voor snikken, en ze greep haastig een kanten zakdoek uit haar mouw om de tranen te drogen die plotseling over haar wangen stroomden. Haar vervloekte wisselende stemmingen waren aan het werk, maar Reanne verdiende tranen. Ze had zo graag een Groene zuster willen worden. ‘Hoe?’ Het Licht brande haar, kon ze maar ophouden met snotteren! Vandene huilde niet. Misschien had ze geen tranen meer over. ‘Ze is verstikt met de Kracht. Wie dit ook gedaan heeft, gebruikte veel meer dan nodig was. De resten van saidar waren rijkelijk aanwezig op haar en in de kamer waar ze is gevonden. De moordenaar wilde er zeker van zijn dat iedereen wist hoe ze gestorven was.’
‘Dat slaat nergens op, Vandene.’
‘Misschien toch wel. Zarya?’
De Saldeaanse legde haar bundeltje op tafel en maakte het open. Er zat een houten pop met gescharnierde ledematen in. Hij was al heel oud, de eenvoudige kleding was versleten, het geverfde gezicht bladderde af, er miste een oog en de helft van het donkere haar was weg. ‘Deze was ooit van Mirane Larinen,’ zei Zarya. ‘Derys Nermala vond hem achter een kast.’
‘Dus Mirane heeft een pop achtergelaten. Wat heeft dat met Reannes dood te maken?’ vroeg Elayne, en veegde haar tranen weg. Mirane was een van de Kinsvrouwen die was weggelopen. ‘Alleen dit,’ antwoordde Vandene. ‘Toen Mirane naar de Toren ging, verstopte ze deze pop buiten omdat ze had gehoord dat alles wat ze bezat zou worden verbrand. Nadat ze was weggestuurd, haalde ze hem weer op en droeg hem overal met zich mee. Altijd. Ze had echter iets vreemds. Telkens wanneer ze ergens een tijdje bleef, verstopte ze de pop weer. Vraag me niet waarom. Maar ze zou niet zijn weggelopen zonder die pop mee te nemen.’
Elayne depte haar ogen en leunde achterover in haar stoel. Ze snotterde nog een beetje en er liepen nog steeds tranen over haar wangen. ‘Dus Mirane is niet weggelopen. Ze is vermoord en... uit de weg geruimd.’ Wat een akelige manier om dat te zeggen. ‘De anderen ook, denk je? Allemaal?’
Vandene knikte, en even liet ze haar slanke schouders zakken. ‘Ik ben bang van wel,’ zei ze, en ging rechtop staan, ik denk dat er met opzet aanwijzingen zijn geplant tussen de dingen die ze hebben achtergelaten, geliefde bezittingen zoals deze pop, een geliefd sieraad. De moordenaar wilde dat we dachten dat ze haar misdaad slim verborg, maar niet slim genoeg. Alleen waren wij dus niet kien genoeg om die aanwijzingen te vinden, dus besloot ze het opvallender aan te pakken.’
‘Om de Kinsvrouwen zo bang te maken dat ze vluchtten,’ mompelde Elayne. Dit zou niet het einde betekenen, maar het zou haar wel weer afhankelijk maken van de genade van de windvindsters, en die schenen krenterig te worden. ‘Hoeveel van hen weten hiervan?’ inmiddels allemaal, neem ik aan,’ zei Vandene droog. ‘Zarya zei Derys dat ze het stil moest houden, maar die vrouw hoort zichzelf graag praten.’
‘Dit lijkt op mij gericht te zijn, om Arymilla te helpen de troon te bemachtigen, maar waarom zou een Zwarte zuster daar belang bij hebben? Ik kan niet geloven dat we twéé moordenaars onder ons hebben. Maar dit geeft in ieder geval de doorslag over Merilille. Praat met Sumeko en Alise, Vandene. Zij kunnen ervoor zorgen dat de rest niet in paniek raakt.’ Sumeko was de volgende onder Reanne, zoals de Kinne hun hiërarchie hadden ingedeeld, en hoewel Alise veel lager stond, was ze een vrouw met veel invloed. ‘Van nu af aan mogen ze geen van allen meer alleen zijn, nooit. Altijd minstens twee bij elkaar, of liever nog drie of vier. En waarschuw ze dat ze oppassen voor Careane en Sareitha.’
‘Dat raad ik af,’ zei Vandene snel. ‘Ze zouden veilig moeten zijn in groepen, en Careane en Sareitha zouden erover horen. Ze waarschuwen tegen Aes Sedai? De Kinne zouden zich meteen verraden.’ Kirstian en Zarya knikten ernstig.