Выбрать главу

Ouder Haman gromde, zijn oren trilden geërgerd en hij vouwde zijn handen achter zijn rug. Hij hield er niet van onderbroken te worden.

‘Dus gingen we terug naar Caemlin, waar je weer niet was, en toen weer naar Cairhien, waar je weer net vertrokken was.’

‘En je hebt jezelf weer in gevaar gebracht in Cairhien,’ onderbrak Loials moeder, schuddend met een vinger. ‘Heb je dan helemaal geen verstand?’

‘De Aiel zeiden dat je heel dapper was bij Dumais Bron,’ mompelde Erith, en keek hem door haar donkere wimpers heen aan. Hij slikte een brok weg. Zijn keel sloeg dicht als ze naar hem keek. Hij wist dat hij zijn blik moest afwenden, maar hoe kon hij ingetogen zijn als zij naar hem keek?

‘In Cairhien besloot je moeder dat ze niet langer bij de Grote Stronk kon wegblijven, hoewel ik niet weet waarom, aangezien het nog wel een jaar of twee duurt voor ze tot een besluit komen, dus gingen we terug naar stedding Shangtai in de hoop dat we je later wel zouden vinden.’ Ouder Haman zei dit allemaal erg snel, en keek boos naar de twee vrouwen alsof hij vreesde dat ze hem weer in de rede zouden vallen. Zijn baard en snor leken wel rechtop te staan. Loials moeder snoof nog eens, scherper nu. ik verwacht heel snel een beslissing te brengen, over een maand of twee, anders zou ik zelfs niet tijdelijk de zoektocht naar Loial hebben gestaakt. Nu ik hem gevonden heb, kunnen we de zaak afhandelen en zonder verder talmen vertrekken.’ Ze keek naar Ouder Haman, die zijn wenkbrauwen fronste met achteroverliggende oren, en matigde haar toon. Hij was immers een Ouder. ‘Vergeef me, Ouder Haman. Ik bedoelde eigenlijk: wilt u de ceremonie leiden, als het u behaagt?’ ik geloof dat het me inderdaad behaagt, Covril,’ zei hij mild. Veel te mild. Als Loial die toon van zijn leermeester hoorde, met de oren achterover, wist hij altijd dat hij iets heel erg fout had gedaan. Ouder Haman had wel eens een stuk krijt naar een leerling gegooid als hij op die toon sprak. ‘Aangezien ik mijn leerlingen aan hun lot heb overgelaten, niet te vergeten mijn inbreng in de Grote Stronk, om jou om juist die reden op deze wilde jacht te volgen, denk ik dat het me inderdaad behaagt. Erith, je bent heel jong.’

‘Ze is al over de tachtig, oud genoeg om te trouwen,’ zei Loials moeder scherp, en vouwde haar armen over haar borst. Haar oren trilden ongeduldig. ‘Haar moeder en ik zijn tot overeenstemming gekomen. U was er zelf getuige van dat we de verlovingsovereenkomst en Loials bruidsschat ondertekenden.’

Ouder Hamans oren kantelden nog wat verder naar achteren en zijn schouders kwamen omhoog alsof hij achter zijn rug heel hard in zijn handen kneep. Hij maakte zijn blik geen tel los van Erith. ik weet dat je met Loial wilt trouwen, maar weet je zeker dat je er klaar voor bent? Een echtgenoot is een grote verantwoordelijkheid.’ Loial wilde dat iemand hém die vraag zou stellen, maar zo ging dat niet. Zijn moeder en Eriths moeder hadden hun overeenkomst bereikt, en alleen Erith kon er nu nog iets tegen doen. Als ze wilde. Wilde hij dat ze dat deed? Hij moest steeds aan zijn boek denken. Hij moest steeds aan Erith denken.

Ze keek ernstig. ‘Mijn weefwerk verkoopt goed, en ik sta op het punt nog een weefgetouw te kopen en een leerling aan te nemen. Maar dat bedoelt u misschien niet. Ik ben klaar om voor een echtgenoot te zorgen.’ Plotseling grijnsde ze, een prachtige grijns die haar gezicht in tweeën spleet. ‘Vooral een met zulke mooie lange wenkbrauwen.’ Loials oren trilden, en die van Ouder Haman ook een beetje. Vrouwen spraken erg vrij onder elkaar, had hij gehoord, maar meestal probeerden ze mannen daar niet mee in verlegenheid te brengen. Meestal. De oren van zijn moeder trilden nota bene van pret! De oudere man schraapte zijn keel. ‘Dit is ernstig, Erith. Kom nou. Als je het zeker weet, pak dan zijn handen.’

Zonder aarzeling ging ze voor Loial staan en glimlachte naar hem op toen ze zijn handen pakte. Haar kleine handen voelden heel warm aan. Die van hem voelden verdoofd en koud. Hij slikte. Het ging echt gebeuren.

‘Erith, dochter van Iva dochter van Alar,’ zei Ouder Haman met een handpalm op elk van hun hoofden, ‘neem jij Loial, zoon van Arent zoon van Halan, aan als echtgenoot en zweer je onder het Licht en bij de Boom dat je hem zult koesteren, hoogachten en liefhebben voor zolang hij leeft, voor hem zult zorgen en zijn voeten zult geleiden op het pad dat ze moeten volgen?’

‘Dat zweer ik onder het Licht en bij de Boom.’ Eriths stem klonk vastberaden en helder, en haar glimlach leek breder te zijn geworden dan haar gezicht. ‘Loial, zoon van Arent zoon van Halan, aanvaard jij Erith, dochter van Iva dochter van Alar, als echtgenote en zweer je onder het Licht en bij de Boom dat je haar zult koesteren, hoogachten en liefhebben voor zolang ze leeft, voor haar zult zorgen en haar begeleiding zult aanvaarden?’

Loial haalde diep adem. Zijn oren trilden. Hij wilde met haar trouwen. Echt. Alleen nog niet nu. ‘Dat zweer ik onder het Licht en bij de Boom,’ zei hij hees.

‘Dan verklaar ik jullie, onder het Licht en bij de Boom, tot gehuwden. Moge de zegeningen van het Licht en de Boom jullie altijd toevallen.’

Loial keek neer op zijn vrouw. Zijn vrouw. Ze hief een hand en streelde zijn snor met haar slanke vingers. Het begin van een snor, althans.

‘Je bent heel knap, en ik denk dat een snor je heel goed zal staan. Een baard ook.’

‘Onzin,’ zei zijn moeder. Verrassend genoeg depte ze haar ogen met een kleine kanten zakdoek. Ze was nooit emotioneel. ‘Hij is veel te jong voor dat soort dingen.’

Even dacht hij dat Eriths oren achterover gingen hangen. Dat moest hij zich verbeeld hebben. Hij had een paar keer langdurig met haar gesproken – je kon goed met haar praten; hoewel, nu hij eraan dacht, meestal luisterde ze, maar het weinige dat ze zei was altijd heel samenhangend – en hij was er zeker van dat ze helemaal niet opvliegend was. Hoe dan ook, hij had nu geen tijd om erover na te denken. Ze legde haar handen op zijn armen, ging op haar tenen staan, en hij boog zich voorover om haar neus tegen die van hem te wrijven. Ze neusden misschien iets langer dan had gemogen in aanwezigheid van Ouder Haman en zijn moeder, maar hij dacht aan niemand anders toen hij de geur van zijn vrouw opsnoof en zij die van hem. En het gevoel van haar neus tegen die van hem! Het was puur genot! Hij legde zijn hand om haar hoofd en kon zich er nauwelijks van weerhouden haar oor aan te raken. Zij trok aan het pluimpje aan zijn oor! Na een tijdje, een heel lange tijd leek het wel, hoorde hij stemmen.

‘Het regent nog steeds, Covril. Je wilt toch niet echt beweren dat we weer moeten vertrekken terwijl we een dak boven ons hoofd hebben en voor de verandering eens fatsoenlijke bedden om in te slapen. Nee, zeg ik. Nee! Ik slaap vannacht niet op de grond of in een schuur, of erger nog, in een huis waar mijn voeten en knieën over de rand hangen van het grootste bed dat er is. Er zijn tijden geweest dat ik ernstig overwoog om gastvrijheid af te slaan, en naar de Krocht met onbeleefdheid.’

‘Als je erop staat,’ zei zijn moeder met tegenzin, ‘maar ik wil morgen vroeg vertrekken. Ik weiger nog een uur meer te verspillen dan nodig is. Het Boek van Vertaling móét zo snel mogelijk worden geopend.’

Loial kwam met een ruk overeind, vol afschuw, is dat waar de Grote Stronk over vergadert? Dat kunnen ze niet doen, niet nu!’

‘We moeten deze wereld uiteindelijk verlaten zodat we weg kunnen komen als het Rad draait,’ zei zijn moeder, en beende naar de dichtstbijzijnde open haard om haar rokken weer te spreiden. ‘Dat staat geschreven. Het is nu precies de juiste tijd, en hoe eerder hoe beter.’ is dat ook wat u denkt, Ouder Haman?’ vroeg Loial ongerust. ‘Nee, jongen, helemaal niet. Voordat we vertrokken heb ik een voordracht van drie uur gegeven waardoor ik denk dat de gedachten van een paar anderen wel in de juiste richting zijn gegaan.’ Ouder Haman pakte een hoge gele kan op en vulde een blauwe kom, maar hij keek fronsend in de thee en dronk er niet van. ‘Maar je moeder heeft er meer overtuigd, vrees ik. Misschien krijgt ze haar beslissing zelfs al over een paar maanden, zoals ze zegt.’