‘Nou, ik moet zeggen dat ik niet verrast zou moeten zijn je hier te zien, na wat er vanochtend is gebeurd,’ zei ze. Ze maakte haar eenvoudige zilveren mantelpin los, stopte die in haar riembuidel en vouwde de mantel over haar arm. ‘Al kan dat ook zijn gekomen door het nieuws dat de anderen niet meer dan een dag ten westen van de Erinin zijn.’
‘De anderen?’ vroeg Rhand zachtjes. Zachtjes en staalhard. Bera leek niet onder de indruk. Ze ging verder met het schikken van haar mantel. ‘De andere hoogheren en hoogvrouwes, natuurlijk. Sunamon, Tolmeran, allemaal. Schijnbaar reizen ze richting Tyr, zo snel de paarden van hun wapenlieden kunnen galopperen.’ Rhand sprong zo snel overeind dat zijn zwaard bleef hangen achter de stoelleuning. Het was maar even, want het vergulde hout, verzwakt door zijn eerdere uithaal, spleet met een luide kraak en de armleuning viel op het tapijt. Hij keek er niet eens naar. Die stommelingen! De Seanchanen waren aan de grens met Altara, en zij kwamen terug naar Tyr? ‘Weet dan niemand meer wat gehoorzamen is?’ donderde hij. ‘Stuur onmiddellijk boodschappers naar ze toe. Ze moeten nog sneller terugrijden naar Illian dan ze zijn vertrokken, anders laat ik ze allemaal ophangen!’
‘Twee,’ zei Cadsuane. Wat in het Licht telde ze toch? ‘Een beetje goede raad, jongen. Vraag haar wat er vanochtend gebeurd is. Ik ruik goed nieuws.’
Bera schrok een beetje toen ze besefte dat Cadsuane in de kamer was. Ze keek haar zijdelings, behoedzaam aan en hield op aan haar mantel te prutsen. ‘We hebben overeenstemming bereikt,’ zei ze alsof de vraag al was gesteld. ‘Tedosian en Simaan aarzelden zoals gebruikelijk, maar Hearne was bijna even vasthoudend als Estanda.’ Ze schudde haar hoofd. ‘Ik denk dat Tedosian en Simaan zich sneller zouden hebben bedacht, als kerels met een vreemde tongval hun geen goud en mannen hadden beloofd.’
‘Seanchanen,’ zei Nynaeve. Alivia deed haar mond open, maar sloot hem weer zonder iets te zeggen.
‘Misschien,’ gaf Bera toe. ‘Ze blijven bij ons uit de buurt en kijken naar ons alsof we dolle honden zijn die elk ogenblik kunnen bijten. Dat klinkt wel naar Seanchanen, voor zover ik heb gehoord. Hoe dan ook, minder dan een uur later begon Estanda plotseling te vragen of de Drakenheer haar titel en landgoederen aan haar terug zou geven, en vervolgens gingen ze allemaal door de knieën. Dit is de overeenkomst. Darlin is aanvaard als stedehouder in Tyr voor de Herrezen Draak; alle wetten die je hebt gemaakt blijven onveranderd, en ze zullen een jaar lang het voedsel voor de stad betalen als boete voor hun opstand. In ruil daarvoor krijgen ze volledig eerherstel, wordt Darlin gekroond tot koning van Tyr, en zweren ze trouw aan hem. Merana en Rafela bereiden de documenten voor om te ondertekenen en te verzegelen.’
‘Koning?’ vroeg Darlin ongelovig. Caraline leunde naar hem toe en gaf hem een arm.
‘Eerherstel?’ gromde Rhand, en smeet zijn beker wijn aan de kant. Door de binding kwam behoedzaamheid, een waarschuwing van Min, maar hij was te kwaad om zich er iets van aan te trekken. De misselijkheid deed zijn woede ook niet veel goed. ‘Bloed en as! Ik heb ze ontdaan van hun landgoederen en titels omdat ze tegen me in opstand zijn gekomen. Ze kunnen gewone burgers blijven en trouw aan mij zweren!’
‘Drie,’ zei Cadsuane, en Rhand kreeg kippenvel vlak voordat iets hem op het achterwerk raakte als een hard gemikte stokslag. Bera deed van schrik haar mond open, en de mantel gleed van haar arm en belandde op de vloer. Nynaeve lachte. Ze onderdrukte het snel, maar ze lachte! ‘Dwing me niet je steeds te blijven herinneren aan je manieren, jongen,’ vervolgde Cadsuane. ‘Alanna heeft me over de voorwaarden verteld die je had gesteld voordat je vertrok – Darlin als stedehouder, je wetten gehandhaafd, al het andere boven tafel – en volgens mij is daaraan voldaan. Je kunt natuurlijk doen wat je wilt, maar ik heb nóg wat goede raad. Als de voorwaarden die je zelf gesteld hebt worden aanvaard, hou je daar dan aan.’ Anders zal niemand je meer vertrouwen, zei Lews Therin, en hij klonk helemaal niet gek. Nu niet, althans.
Rhand keek Cadsuane woest aan, zijn handen tot vuisten gebald, en stond op het punt iets te weven om haar mee te verschroeien. Hij voelde een striem op zijn achterwerk opkomen, en zou dat in het zadel nog meer gaan voelen. De striem leek wel te pulseren, en zijn woede pulseerde mee. Ze keek kalm terug over de rand van haar wijnbeker. Lag er iets uitdagends in haar blik, daagde ze hem uit om te geleiden? Die vrouw daagde hem voortdurend uit! Het probleem was dat haar raad inderdaad goed was. Hij had Alanna inderdaad die voorwaarden gesteld. Hij had verwacht dat ze harder zouden onderhandelen, meer zouden willen, maar hij had gekregen waar hij om had gevraagd. Meer nog. Hij had nooit gedacht aan een boete. ‘Schijnbaar heeft het lot een goede wending voor u genomen, Koning Darlin,’ zei hij. Een van de bedienden maakte een kniks en gaf Rhand een nieuwe beker wijn. Haar gezicht was zo kalm als dat van de eerste de beste Aes Sedai. Je kon bijna geloven dat ze iedere dag mannen met zusters zag ruziën.
‘Heil aan koning Darlin,’ declameerde Weiramon met halfverstikte stem, en even later sprak Anaiyella hem na, zo ademloos alsof ze een span had hardgelopen. Ooit had ze zichzelf genoemd voor de kroon van Tyr.
‘Maar waarom willen ze mij als koning?’ zei Darlin, en haalde een hand door zijn haren. ‘Of wie dan ook? Er zijn al geen koningen meer in de Steen sinds Moreina stierf, duizend jaar geleden. Of hebt u dat geëist, Bera Sedai?’
Bera had haar mantel opgepakt, ging rechtop staan en schudde het kledingstuk uit. ‘Het was hun... “eis” is een te sterk woord... hun voorstel. Ze zouden stuk voor stuk de kans op een troon hebben gegrepen, vooral Estanda.’ Anaiyella maakte een verstikt geluid. ‘Maar ze wisten dat daar natuurlijk geen hoop op was. Op deze manier kunnen ze trouw zweren aan u in plaats van aan de Herrezen Draak, en dat maakt het wat minder onsmakelijk voor ze.’
‘En als jij koning bent,’ opperde Caraline, ‘wordt stedehouder in Tyr voor de Drakenheer een mindere titel.’ Ze lachte schor. ‘Misschien verzinnen ze nog wel drie of vier andere nobel klinkende posities om van een stedehouder een nog schimmiger titel te maken.’ Bera tuitte haar lippen alsof ze dat net zelf had willen zeggen. ‘En zou jij met een koning trouwen, Caraline?’ vroeg Darlin. ik aanvaard de kroon als jij dat ook doet. Hoewel ik een kroon zal moeten laten maken.’
Min schraapte haar keel. ‘Ik kan je zeggen hoe hij eruit zou moeten zien, als je wilt.’
Caraline lachte weer, liet Darlins arm los en liep heupwiegend bij hem weg. ik zou je ermee moeten zien voordat ik die vraag kan beantwoorden. Laat Mins kroon maar maken, en als hij je mooi staat...’ Ze glimlachte. ‘Misschien overweeg ik het dan.’ ik wens jullie allebei het beste,’ zei Rhand kortaf, ‘maar er zijn nu belangrijkere dingen te bespreken.’ Min keek hem scherp aan en hij voelde haar afkeuring door de binding. Nynaeve keek hem ook scherp aan. Waarvoor nu weer? ‘Je aanvaardt die kroon, Darlin, en zodra die documenten zijn ondertekend, wil ik dat je die Seanchanen in hechtenis neemt, en dan elke man in Tyr optrommelt die het ene eind van een zwaard of hellebaard van het andere kan onderscheiden. Ik zal zorgen dat Asha’man je naar Arad Doman brengen.’