Выбрать главу

‘Ze probeerde de Toren te besturen met een ijzeren vuist, wilde nooit ook maar een beetje toegeven en liep stampend over haar tegenstanders heen. De Zaal kreeg er genoeg van, maar ze konden het niet eens worden over een vervangster. Dus in plaats van haar af te zetten, deden ze iets ergers. Ze lieten haar op haar plaats zitten en drongen haar telkens als ze wat voor bevel dan ook wilde uitvaardigen een boetedoening op. Wat voor bevel dan ook.’ Ze wist dat ze doorratelde, dat ze klonk alsof zij hier de lessen gaf, maar ze moest het kwijt. Het was moeilijk om te blijven zitten op de harde houten stoel. Verwelkom de pijn. ‘De Zaal bestuurde zowel Shein als de Toren. Maar ze pakten zelf ook een heleboel dingen verkeerd aan, grotendeels omdat elke Ajah eigen doelstellingen had en er geen hand was die al die doelstellingen omvormde tot één doel voor de Toren. Sheins regeerperiode werd gemarkeerd door oorlogen over de hele landkaart. Uiteindelijk hadden de zusters zelf genoeg van het geklungel van de Zaal. In een van de zes muiterijen in de geschiedenis van de Toren werd zowel Shein als de Zaal afgezet. Ik weet dat ze zogenaamd een natuurlijke dood is gestorven in de Toren, maar in feite werd ze in ballingschap in haar bed gewurgd, eenenvijftig jaar na de ontdekking van een plan om haar weer op de Amyrlin Zetel te zetten.’

‘Muiterijen?’ zei Bennae ongelovig. ‘Zés? Verbannen en gewurgd?’

‘Het staat allemaal opgetekend in de geheime verslagen in de Dertiende Kluis. Hoewel ik je dat misschien niet had moeten vertellen.’ Egwene nam een slok thee en grimaste. De thee was zo goed als bedorven. Geen wonder dat Bennae die van haar niet had aangeraakt. ‘Gehéime verslagen? Een Dértiende Kluis? Als zoiets bestond, en dat zou ik dan toch wel weten, waarom zou je het me dan niet mogen vertellen?’

‘Omdat wettelijk gezien het bestaan van de geheime verslagen en hun inhoud alleen bekend mag zijn bij de Amyrlin, de Hoedster en de Gezetenen. En de bewaarsters die de documenten bijhouden, uiteraard. Zelfs de wet zelf maakt deel uit van de Dertiende Kluis, dus eigenlijk had ik je dat misschien ook niet moeten vertellen. Maar als je op de een of andere manier toegang kunt krijgen, of het iemand vraagt die het weet en het je wil vertellen, zul je zien dat ik gelijk heb. Zes keer in de geschiedenis van de Toren, als de Amyrlin op gevaarlijke wijze geschillen veroorzaakte of gevaarlijk incompetent was en de Zaal niet optrad, zijn de zusters opgestaan om haar af te zetten.’ Zo. Ze had het zaadje niet dieper kunnen planten als ze een schep had gehad. Of het botweg met een hamer in de grond had geslagen.

Bennae staarde haar lange tijd aan en zette toen de kom aan haar lippen. Ze sputterde zodra de thee haar tong raakte en begon de vlekken op haar gewaad te betten met een kanten zakdoek. ‘De Grote Winteroorlog,’ zei ze hees terwijl ze de kom op de vloer naast haar stoel zette, ‘begon aan het einde van het jaar 671...’ Ze repte niet meer over geheime verslagen of muiterijen, maar dat hoefde ook niet. Meer dan eens tijdens de les liet ze haar woorden wegsterven, fronsend naar iets achter Egwene, en Egwene wist waar de vrouw aan dacht. Later die dag zei Lirene Doirellin: ‘Ja, Elaida heeft daar een belangrijke fout gemaakt.’ Ze liep heen en weer voor de haard in haar zitkamer. De Cairhiense zuster was maar iets kleiner dan Egwene, maar doordat haar ogen zo schichtig bewogen, leek ze op een opgejaagd dier; een mus die bang was voor katten en ervan overtuigd was dat er een heleboel in de buurt waren. Haar donkergroene gewaad had maar vier onopvallende rode banden, ook al was ze ooit een Gezetene geweest. ‘Nadat ze hem al had geprobeerd te ontvoeren, was die afvaardiging van haar precies wat die jongen van Altor nodig had om zo ver van de Toren weg te blijven als maar mogelijk was. O, Elaida heeft zeker fouten gemaakt.’

Egwene wilde vragen stellen over Rhand en de ontvoering – ontvoering? – maar Lirene gaf haar niet de kans en vertelde verder over Elaida’s vele fouten. Ze bleef ijsberen en haar ogen schoten heen en weer terwijl ze onbewust haar handen wrong. Egwene wist niet zeker of die les nu echt geslaagd te noemen was, maar het was tenminste geen mislukking. En ze had weer iets ontdekt. Maar natuurlijk gingen niet al haar pogingen zo goed.

‘Dit is geen discussie,’ zei Pritalle Nerbaijan. Haar stem klonk volkomen kalm, maar haar schuinstaande groene ogen stonden verhit. Haar vertrekken leken meer op die van een Groene dan een Gele zuster, met verschillende ontblote zwaarden aan de muren en een zijden wandkleed waarop een gevecht tussen mensen en Trolloks te zien was. Ze greep het heft van een dolk aan haar gevlochten zilveren riem vast. Het was geen eenvoudig riemmes, maar een dolk met een lemmet van bijna een voet lang en een smaragd op het heft. Waarom ze erin had toegestemd Egwene les te geven was een raadsel, want ze had een hekel aan lesgeven. Misschien omdat het Egwene was. ‘Je bent hier voor een les over de grenzen van macht. Een basisles, geschikt voor een Novice.’

Egwene wilde verschuiven op de driepotige kruk die Pritalle haar had gewezen, maar in plaats daarvan concentreerde ze zich op de pijn, probeerde ze de pijn in te ademen. Te verwelkomen. Die dag had ze al drie bezoekjes gebracht aan Silviana, en ze voelde een vierde aankomen, met nog een uur te gaan tot aan het middagmaal. ‘Ik zei alleen dat als Shemerin kon worden verlaagd van Aes Sedai naar Aanvaarde, Elaida’s macht geen grenzen heeft. Dat denkt ze tenminste. Maar als je dat aanvaardt, dan is het ook echt zo.’ Pritalle verstevigde haar greep op het heft van de dolk tot haar knokkels wit werden, maar ze scheen dat niet te merken. ‘Aangezien je denkt het beter te weten dan ik,’ zei ze koel, ‘kun je als we klaar zijn een bezoekje brengen aan Silviana.’ Een gedeeltelijk succes, misschien. Egwene dacht niet dat Pritalle boos op haar was. ik verwacht dat je je gedraagt zoals het hoort,’ zei Serancha Colvine op een andere dag streng tegen haar. Ze zou die Grijze zuster beschrijven als ‘geknepen’. Een geknepen mond, en een geknepen neus die steeds iets vies scheen te ruiken. Zelfs haar lichtblauwe ogen leken samengeknepen van afkeuring. Anders was ze misschien best knap geweest. ‘Begrijp je?’

‘Ik begrijp het,’ zei Egwene, en ging zitten op de kruk die voor Serancha’s stoel stond. Het was een koude ochtend en er brandde een vuurtje in de stenen haard. Adem de pijn in. Verwelkom de pijn. ‘Dat was geen juist antwoord,’ zei Serancha. ‘Het juiste antwoord was een kniks en: “Ik begrijp het, Serancha Sedai.” Ik zal een lijst van je tekortkomingen maken, die je kunt meenemen naar Silviana als we klaar zijn. We beginnen opnieuw. Begrijp je, kind?’ ik begrijp het,’ zei Egwene zonder op te staan. Aes Sedai-sereniteit of niet, Serancha’s gezicht werd paars. Uiteindelijk was haar lijst vier pagina’s lang, en ze had nog wel zo’n klein, krampachtig handschrift.

Ze was langer bezig met schrijven dan met lesgeven! Dat was geen succes.

En dan was er nog Adelorna Bastine. De Saldeaanse Groene kreeg het voor elkaar er statig uit te zien, ook al was ze slank en niet groter dan Egwene, en ze had een koninklijke, bevelende houding over zich die Egwene bang had kunnen maken als ze dat had toegelaten, ik hoor dat je lastig bent,’ zei ze, en pakte een ivoren borstel van een ingelegd tafeltje naast haar stoel. ‘Als je bij mij lastig bent, dan zul je ontdekken dat ik weet hoe ik deze moet gebruiken.’ Egwene ontdekte dat dus ook, zonder er moeite voor te doen. Drie keer werd ze over Adelorna’s schoot getrokken, en de vrouw kende inderdaad nog andere toepassingen voor een haarborstel. Daardoor werd de les van één uur uitgerekt tot twee.

‘Mag ik nu gaan?’ zei Egwene uiteindelijk, en droogde kalm zo goed mogelijk haar tranen met haar al vochtige zakdoek. Adem de pijn in. Absorbeer het vuur. ik moet water halen voor de Rode Ajah, en ik wil niet te laat komen.’

Adelorna fronste naar haar haarborstel voordat ze hem teruglegde op het tafeltje dat Egwene twee keer had omgeschopt. Toen fronste ze naar Egwene, en bestudeerde haar alsof ze door haar schedel heen probeerde te kijken, ik wou dat Cadsuane in de Toren was,’ mompelde ze. ‘Ik denk dat ze jou een hele uitdaging zou vinden.’ Er klonk iets van ontzag in haar stem.