Выбрать главу

‘Je weet dat ik je naar de Meesteres der Novices zou kunnen sturen, toch?’ zei ze geknepen, ik hoor dat je de helft van je dagen daar jammerend doorbrengt. Ik denk dat je liever niet nog vaker gaat, toch?’

Egwene glimlachte naar haar. Nog geen twee uur eerder was het haar al gelukt te glimlachen zodra Silviana’s riem haar niet meer raakte. Dit was veel moeilijker. ‘En wie weet waar ik dan over jammer? Over geloften, misschien?’ De vrouw trok wit weg. Nee, ze wilde niet dat dat bekend werd. ‘Je hebt jezelf er misschien van overtuigd dat ik geen Amyrlin meer ben, Beonin, maar het is tijd dat je weer van gedachten verandert. Jij gaat die anderen waarschuwen, wat er ook voor nodig is. Zeg ze dat ze bij me uit de buurt blijven tot ik ze roep. Ze hebben al meer dan genoeg aandacht getrokken. Maar kom vanaf nu elke dag naar me toe voor het geval ik opdrachten voor ze heb. Ik heb er nu al een paar.’ Ze vertelde snel de dingen die de zusters in gesprekken ter sprake moesten brengen, over Shemerin die was ontdaan van de stola, Elaida’s medeplichtigheid aan de rampspoed bij de Zwarte Toren en Dumais Bron, alle zaadjes die ze had geplant. Nu zouden ze niet een voor een worden geplant, maar met handenvol tegelijk rondgestrooid.

‘Ik kan niet spreken voor andere Ajahs,’ zei Beonin toen ze klaar was, ‘maar in de Grijze spreken de zusters vaak over de meeste van die dingen. De ogen-en-oren hebben het de laatste tijd druk. De geheimen die Elaida hoopte te bewaren, komen aan het licht. Ik weet zeker dat het net zo moet zijn in de andere Ajahs. Misschien is het niet nodig dat ik...’

‘Waarschuw ze en breng mijn opdrachten over, Beonin.’ Egwene tilde het juk weer op haar schouders en schoof het in de gemakkelijkste positie die ze kon vinden. Twee of drie Witte zusters zouden een haarborstel of muil op haar gebruiken en haar naar Silviana sturen als ze haar traag vonden. Pijn omhelzen, zelfs verwelkomen, betekende niet dat je het onnodig moest opzoeken. ‘Denk eraan. Het is een boetedoening die ik je opleg.’

‘Ik zal doen wat je opdraagt,’ zei Beonin met duidelijke tegenzin. Haar blik verhardde plotseling, maar dat was niet om Egwene. ‘Het zou me genoegen doen om Elaida te zien vallen,’ zei ze op onplezierige toon. Toen draaide ze zich om en haastte zich naar Melavaire.

Die schokkende ontmoeting, die in een onverwachte overwinning was veranderd, gaf Egwene een heel goed gevoel over de dag, en het maakte niet uit dat Ferane haar inderdaad traag vond. De Witte Gezetene was mollig, maar haar armen waren even sterk als die van Silviana.

Die avond dwong ze zichzelf om na het avondmaal naar de open cellen te gaan, ook al verlangde ze ontzettend naar haar bed. Naast enkele lessen en janken onder Silviana’s riem – de laatste keer net voor het avondmaal – had ze de rest van de dag bijna alleen maar met water gesleept. Haar rug en schouders deden pijn. Haar armen deden pijn. Haar benen deden pijn. Ze wankelde van vermoeidheid. Vreemd genoeg had ze geen last meer gehad van die rottige hoofdpijnen sinds ze gevangen was genomen, en ze had ook geen donkere dromen meer gehad waardoor ze van streek raakte ook al herinnerde ze zich er niets van, maar ze dacht dat ze vanavond een behoorlijke hoofdpijn kon verwachten. Dat zou het moeilijk maken om ware dromen te ontdekken, en daarvan had ze de laatste tijd een paar goede gehad, over Rhand, Mart, Perijn, zelfs over Gawein, hoewel de meeste dromen over hem niet meer waren dan dat. Leane werd bewaakt door drie Witte zusters die ze vaag kende. Nagora, een slanke vrouw met lichtgekleurd haar in een rol achter in haar nek gedraaid, zat heel rechtop om haar gebrek aan lengte goed te maken. Norine, knap met grote glanzende ogen maar vaak zo vaag als een Bruine, en Miyasi, lang en mollig met ijzergrijs haar, een strenge vrouw die geen onzin pikte en overal onzin zag. Nagora, omgeven door de gloed van saidar, hield het schild rond Leane in stand, maar ze ruzieden over iets wat Egwene niet goed kon verstaan. Ze kon niet eens horen of er twee of drie partijen in de ruzie waren ontstaan. Er was geen stemverheffing, er werd niet met vuisten geschud, en hun gezichten bleven gladde Aes Sedai-maskers. De kilte in hun stemmen liet er echter geen twijfel over bestaan dat als ze geen Aes Sedai waren geweest, ze zouden hebben geschreeuwd of zelfs klappen zouden hebben uitgedeeld. Bij haar binnenkomst negeerden ze haar bijna volledig.

Egwene bekeek de drie vanuit haar ooghoeken en liep zo dicht naar de ijzeren tralies als ze kon. Ze greep zich er met beide handen aan vast om steun te zoeken. Licht, wat was ze moe! ik zag Beonin vandaag,’ zei ze zachtjes. ‘Ze is hier, in de Toren. Ze beweerde dat haar eed aan mij niet meer gold omdat ik niet langer de Amyrlin Zetel ben.’ Leane haalde geschrokken adem en kwam tegen de ijzeren tralies aan staan. ‘Heeft ze ons verraden?’

‘De inherente onmogelijkheid van verborgen structuren is een gegeven,’ zei Nagora ferm. Haar stem klonk als een ijzige hamer. ‘Een gegeven.’

‘Ze ontkent het, en ik geloof haar,’ fluisterde Egwene. ‘Maar ze heeft toegegeven dat ze de fretten heeft verraden. Elaida laat ze nu alleen maar in de gaten houden, maar ik heb Beonin gezegd dat ze ze moet waarschuwen, en ze zei dat ze dat zou doen. Ze zei dat ze Meidani en Jennet al gewaarschuwd had, maar waarom zou ze hen verraden en ze er dan over vertellen? En ze zei dat ze Elaida graag zou zien vallen. Waarom zou ze naar Elaida rennen als ze haar nog steeds afgezet wil zien? Ze gaf ook min of meer aan dat niemand anders onze zaak heeft verlaten. Ik zie iets over het hoofd, en ik ben te moe om te zien wat.’ Haar kaken knapten toen ze gaapte en nog net een hand voor haar mond kon slaan.

‘Verborgen structuren worden geïmpliceerd door vier van de vijf stellingen van de rationaliteit van de zesde orde,’ zei Miyasi even ferm. ‘Sterk geïmpliceerd.’

‘Die zogenaamde rationaliteit van de zesde orde is door iedereen met verstand verworpen als atypisch,’ onderbrak Norine nogal scherp. ‘Maar verborgen structuren zijn fundamenteel voor enig begrip van wat er hier in de Toren elke dag gebeurt. De realiteit zelf verschuift en verandert elke dag.’

Leane wierp een blik op de Witte zusters. ‘Enkelen hebben altijd gedacht dat Elaida verspieders onder ons had. Als Beonin er een van was, zou ze zich aan haar eed aan jou hebben moeten houden totdat ze zichzelf ervan kon overtuigen dat je geen Amyrlin meer was. Maar als haar ontvangst niet zo was als ze zich had voorgesteld, kan dat haar trouw hebben doen omslaan. Beonin is altijd al eerzuchtig geweest. Als ze naar haar mening niet heeft gekregen wat haar toekwam...’ Ze spreidde haar handen. ‘Beonin verwachtte altijd wat haar toekwam en misschien nog wel meer.’

‘Logica is altijd van toepassing op de echte wereld,’ zei Miyasi geringschattend, ‘maar alleen een Novice zou denken dat de echte wereld kan worden toegepast op logica. Idealen móéten de eerste principes zijn. Niét de aardse wereld.’ Nagora liet met een donkere blik haar mond dichtvallen, alsof de woorden haar uit de mond waren genomen. Norine kleurde lichtjes, stond op en schreed van de banken naar Egwene. De andere twee keken haar na en ze scheen hun blikken te voelen, want ze verschoof onbehaaglijk haar stola eerst naar de ene en toen naar de andere kant. ‘Kind, je ziet er uitgeput uit. Ga meteen naar je bed.’

Egwene wilde niets liever, maar ze moest eerst ergens antwoord op hebben. Ze moest echter voorzichtig zijn. De drie Witte zusters letten nu allemaal op haar. ‘Leane, stellen de zusters die je bezoeken nog steeds dezelfde vragen?’

‘Ik zei dat je naar bed moest gaan,’ zei Norine scherp. Ze klapte in haar handen, alsof Egwene daardoor zou gehoorzamen. ‘Ja,’ zei Leane. ik begrijp wat je bedoelt. Misschien kan er een mate van vertrouwen zijn.’

‘Een kleine mate van vertrouwen,’ zei Egwene. Norine zette haar vuisten op haar heupen. Er viel weinig koelte te bespeuren in haar gezicht of haar stem, en vaag was ze al helemaal niet. ‘Aangezien je weigert naar bed te gaan, mag je je bij de Meesteres der Novices melden en haar vertellen dat je ongehoorzaam bent geweest aan een zuster.’