Elayne ging weer in haar zadel zitten. Het was gedaan. Nu moest ze er nog achter komen hoe goed het gedaan was. De gevechten stopten natuurlijk niet meteen. Sommigen vochten door, maar ze vochten alleen en stierven of werden neergehaald door mannen rondom hen die niet langer bereid waren te sterven. Uiteindelijk gooiden zelfs de grootste doorzetters hun wapens en wapenrusting af. Ook al riep niet iedereen om genade, het was toch een oorverdovend gebulder. Mannen zonder wapens, helmen en borstplaten of andere wapenrusting liepen wankelend door de rij gardisten, met hun handen boven hun hoofd. Hellebaardiers dreven ze voort als schapen, en zo keken ze ook, verdoofd als schapen in een slachthuis. Hetzelfde moest zich afspelen in tientallen smalle straten in Laag Caemlin en bij de poorten. De enige kreten die ze nog hoorden waren die om genade, en die begonnen af te nemen toen de mannen beseften dat ze die kregen.
De zon was niet meer dan een uur van het hoogste punt verwijderd tegen de tijd dat de edelen onder de vijand allemaal van elkaar gescheiden waren. De lagere edelen werden naar de stad begeleid, waar ze zouden worden vastgehouden voor losgeld. Dat moest worden betaald zodra de troon veilig was.
De eerste van de hogere edelen die naar haar toe werden gebracht, begeleid door Charlz en een tiental gardisten, waren Arymilla, Naean en Elenia. Charlz had een bloedige scheur in zijn linkermouw, en een deuk in zijn glanzende borstplaat die van een hamerslag moest zijn gekomen, maar zijn gezicht stond evenwichtig achter de tralies van zijn helm. Ze zuchtte van verlichting toen ze de drie vrouwen zag. De anderen zouden ze vinden tussen de doden of gevangenen. Ze had haar tegenstand onthoofd. Tenminste, tot Luan en de anderen aankwamen. De gardevrouwen voor haar gingen eindelijk opzij, zodat ze haar gevangenen in de ogen kon kijken. De drie waren gekleed alsof ze die dag nog verwacht hadden Arymilla’s kroning bij te wonen. Arymilla’s roodzijden gewaad was bedekt met zaadparels op de boezem en geborduurd met witte leeuwen over de mouwen. Ze zwaaide in haar zadel, met diezelfde verdoofde blik in haar bruine ogen als haar soldaten. Naean, slank en met een rechte rug, droeg blauw met de zilveren drievoudige sleutel van Arawn op haar mouwen en zilveren borduurwerk op haar boezem, en haar glanzende haren zaten in een zilveren net met saffieren. Ze leek eerder ingetogen dan verdoofd. Ze sneerde zelfs nog, al was het zwakjes. Elenia met haar honingkleurige haren, in groene zijde die druk was geborduurd met gouddraad, keek afwisselend boos naar Arymilla en Elayne. Door de binding kwamen gelijke delen triomf en walging. Birgittes afkeer van deze vrouwen was even persoonlijk als die van Elayne zelf.
‘Jullie zijn voorlopig mijn gasten in het paleis,’ zei Elayne tegen hen. ik hoop dat jullie schatkisten diep zijn. Jullie losgeld zal betalen voor deze oorlog die jullie veroorzaakt hebben.’ Dat was vals van haar, maar ze had plotseling een hatelijke bui. Hun schatkisten waren helemaal niet diep. Ze hadden veel meer geleend dan ze ooit zouden kunnen terugbetalen om huurlingen in te huren. En om huurlingen om te kopen. Ze waren ook zonder losgeld al zo goed als blut. Het losgeld zou hun ondergang zijn.
‘Je denkt toch zeker niet dat het zo afloopt?’ zei Arymilla hees. Ze klonk alsof ze zichzelf probeerde te overtuigen. ‘Jarid is nog steeds daarbuiten met een aanzienlijke troepenmacht. Jarid en anderen. Zeg het haar, Elenia.’
‘Jarid zal proberen te redden van Sarand wat hij kan, van deze rampspoed die jij over ons hebt afgeroepen,’ snauwde Elenia. Ze begonnen tegen elkaar te schreeuwen, maar Elayne negeerde hen. Ze vroeg zich af hoe ze het zouden vinden een bed te delen met Naean. De volgende die onder begeleiding verscheen, was Lir Baryn, en even later Karind Anshar. Lir was zo slank als een kling en even sterk, en keek peinzend in plaats van opstandig of nors. Zijn groene jas, geborduurd met de zilveren gevleugelde hamer van Huis Baryn op de hoge kraag, was nog gekreukeld van de borstplaat die hij niet meer droeg, en zijn donkere haar plakte op zijn hoofd van het zweet. Ook zijn gezicht glansde ervan. Hij was niet zo bezweet geraakt door toe te kijken terwijl anderen vochten. Karind was even uitbundig gekleed als de andere vrouwen, in glanzende blauwe zijde met zwaar zilver-vlechtsel en parels in haar grijzende haren. Haar vierkante gezicht stond gelaten, vooral nadat Elayne hun vertelde over hun losprijzen. Geen van beiden had zoveel geleend als de andere drie, voor zover Elayne wist, maar het losgeld zou er toch in hakken. Toen verschenen er twee gardisten met een vrouw die iets ouder was dan Elayne, in eenvoudig blauw, een vrouw die ze dacht te herkennen. Ze droeg zo te zien alleen een gebrandverfde pin met een rode ster en een zilveren zwaard op een glanzende zwarte achtergrond. Maar waarom werd Sylvase Caeren naar haar toe gebracht? Ze was een knappe vrouw met helderblauwe ogen die recht in Elaynes gezicht keken, maar ze was de erfgename van heer Nasin, niet de Hoogzetel van Caeren.
‘Caeren staat voor Trakand,’ zei Sylvase verrassend genoeg zodra ze inhield. Door de binding kwam dezelfde verbazing die Elayne voelde. Arymilla gaapte Sylvase aan alsof ze gek was. ‘Mijn grootvader heeft een hersenbloeding gehad, Arymilla,’ zei de jonge vrouw kalm, ‘en mijn neven en nichten struikelden bijna over elkaar heen om mij als Hoogzetel aan te wijzen. Ik zal het op schrift zetten, Elayne, als je wilt.’
‘Dat is misschien het beste,’ zei Elayne langzaam. Als het op schrift stond, was het onherroepelijk. Dit zou niet de eerste keer zijn dat een Huis naar de andere kant overliep, zelfs zonder de dood van een Hoogzetel, maar het was beter om er zeker van te zijn. ‘Trakand verwelkomt Caeren warm, Sylvase.’ Ze kon ook maar beter niet te afstandelijk zijn. Ze wist weinig van Sylvase Caeren. Sylvase knikte aanvaardend. Dus ze bezat toch een zekere mate van intelligentie. Ze wist dat ze niet volledig vertrouwd zou worden tot ze haar trouw bewees door verklaringen van haar steun rond te sturen. ‘Als je me een beetje vertrouwt, wil je me dan het voogdijschap geven over Arymilla, Naean en Elenia? In het koninklijk paleis, natuurlijk, of waar je me dan ook wilt onderbrengen. Ik geloof dat mijn nieuwe secretaris, baas Lounalt, ze misschien kan overhalen jou te steunen.’ Om de een of andere reden gaf Naean een harde kreet. Ze zou uit haar zadel zijn gevallen als een gardist haar arm niet had gegrepen en haar had ondersteund. Arymilla en Elenia keken allebei alsof ze moesten overgeven.
‘Ik denk van niet,’ zei Elayne. Het vooruitzicht op een gesprek met een secretaris riep niet dat soort reacties op. Schijnbaar had Sylvase een harde kern. ‘Naean en Elenia hebben hun steun aan Arymilla op schrift gezet. Ze zullen zichzelf toch echt niet te gronde willen richten door die te herroepen.’ Want dat zou er dan namelijk gebeuren. Kleinere Huizen die aan hen gezworen waren, zouden zich terugtrekken tot hun eigen Huis steeds minder belangrijk werd. Zijzelf zouden het als Hoogzetels waarschijnlijk niet lang meer maken nadat ze aankondigden dat ze nu voor Trakand stonden. En wat Arymilla aanging... Elayne zou Arymilla niet eens toestaan haar liedje te veranderen. Ze zou de steun van die vrouw zelfs weigeren als ze hem zelf aanbood!
Er was iets grimmigs in Sylvases blik te zien toen ze naar de drie vrouwen keek. ‘Misschien doen ze het toch, met de juiste aanmoediging.’ O, ja; een heel harde kern. ‘Maar zoals je wenst, Elayne. Pas wel heel goed voor ze op. Verraad zit in hun bloed en beenderen.’
‘Baryn staat voor Trakand,’ kondigde Lir plotseling aan. ik zal het ook op schrift zetten, Elayne.’
‘Anshar staat voor Trakand,’ zei Karind op ferme toon. ik zal de verklaringen vandaag nog versturen.’
‘Verraders!’ riep Arymilla. ‘Dit kost jullie je leven!’ Ze prutste aan haar riem, waar een schede van een dolk hing, bezet met edelstenen maar leeg, alsof ze van plan was de zaak zelf te regelen. Elenia begon te lachen, maar ze klonk niet alsof ze pret had. Het klonk bijna als huilen.