Выбрать главу

‘Dat zou moeten lukken, Vrouwe. Ik zal u over een dag of twee meer kunnen vertellen.’ Ooit zou hij vervuld zijn geweest van afschuw bij de gedachte om iets met verspieden te maken te hebben. Maar schijnbaar veranderde alles in de loop der tijd. Zijn handen verschoven over de map, en hij opende hem bijna, ik vrees dat de riolen in het zuiden van de Nieuwe Stad dringend aandacht behoeven.’ Elayne zuchtte. Niet alles veranderde. Het Licht brande haar, zodra ze heel Andor had, zou ze waarschijnlijk nauwelijks meer een uurtje voor zichzelf hebben. Wat wilden Luan en de anderen? Ongeveer halverwege de ochtend verscheen Melfane Dawlish. Ze liet Elayne door Essande en Neris uitkleden zodat ze kon worden gewogen in een grote weegschaal die de vroedvrouw had meegebracht; een dagelijks ritueel. De koperen schaal was bekleed met een deken, het Licht zij dank! De stevige kleine vrouw luisterde naar haar hart door een holle houten buis die ze tegen Elaynes borst en rug hield, duwde haar oogleden open om haar ogen te onderzoeken en rook aan haar adem. Ze liet Elayne plassen, en hield toen de glazen pot op tegen het licht van een staande lamp om het resultaat te bestuderen. Daar rook ze ook aan; ze stak er zelfs een vinger in en stopte die in haar mond! Ook dit was een dagelijks terugkerend ritueel. Elayne wendde haar ogen af en trok haar zijden mantel met geborduurde bloemen om zich heen, maar ze huiverde toch. Deze keer merkte Melfane het op.

‘Sommige ziekten herken ik aan een verandering van de smaak, Vrouwe. Hoe dan ook, er zijn ergere dingen. Mijn zoon Jaem, degene die de weegschaal voor me droeg, zijn eerste betaalde werk was stallen uitmesten. Hij beweerde destijds dat alles wat hij at smaakte naar...’ Haar ronde buik schudde van het lachen. ‘Nou, u kunt het zich wel voorstellen, Vrouwe.’ Dat kon Elayne, en ze was blij dat ze geen last had van misselijkheid. Ze huiverde echter opnieuw. Essande leek kalm, haar handen om haar middel gevouwen terwijl ze goedkeurend naar haar nicht keek, maar Neris keek alsof ze moest overgeven. ‘Jammer dat hij mijn vak niet kan leren, maar niemand zou kruiden kopen van een man. Of een mannelijke vroedvrouw inhuren.’ Melfane lachte bulderend over die belachelijke gedachte. ‘Hij wil leerling worden bij een wapensmid, notabene. Hij is er wat oud voor, maar dat wil hij. Nu dan, zorg ervoor dat u uw kind voorleest.’ Ze betwijfelde Elaynes bewering dat ze een jongen en een meisje ter wereld zou brengen. Daarvoor zou ze eerst hun hartjes moeten horen, en dat zou nog wel een paar weken duren. ‘Dan leert ze uw stem kennen. En laat muzikanten voor haar spelen. Zo leert ze te houden van lezen en muziek. En het helpt ook nog op andere manieren. Maakt het kind slimmer.’

‘Dat zegt u elke keer, Vrouw Dawlish,’ zei Elayne knorrig, ik kan het wel onthouden, hoor. En ik doe het ook.’ Melfane lachte weer, met twinkelende donkere ogen. Ze aanvaardde Elaynes wisselende stemmingen zoals ze regen en bliksem aanvaardde. ‘U zou ervan staan te kijken hoeveel vrouwen denken dat een kind in hun buik niets kan horen, maar ik zie echt het verschil bij kinderen die worden voorgelezen. Mag ik nog even met mijn tante spreken voor ik vertrek, Vrouwe? Ik heb een pastei voor haar meegebracht en wat zalf voor haar gewrichten.’ Essandes gezicht werd rood. Nou, nu haar leugen was onthuld, zou ze wel Heling aanvaarden, en anders wilde Elayne weten waarom niet. Na afloop van het middagmaal bracht Elayne de bedoelingen van Luan en de anderen ter sprake bij Birgitte. Het was een heerlijke maaltijd, en ze at alles op. Melfane had de koks en iedere andere vrouw die in de buurt stond de mantel uitgeveegd om het eentonige voedsel dat ze haar al die tijd hadden voorgezet. Vandaag kreeg ze tot in de perfectie gegrilde vijverforel, koolrolletjes gevuld met kruimige witte schapenkaas, bonen met pijnappelpitten en een smakelijk appeltaartje. Het eten was des te heerlijker omdat er helemaal niets bedorven was. Ze kreeg goede zwarte thee te drinken met munt, waar ze even van schrok voor ze besefte dat het echt munt was. Het enige wat Melfane haar verboden had was wijn, hoeveel water er ook in werd gedaan. Birgitte dronk ook niet meer, hoewel het onmogelijk leek dat dat effect kon worden doorgegeven via de binding. Elayne wees haar daar maar niet op. Birgitte had te veel gedronken om de pijn van het verlies van haar Gaidal te verdoven. Elayne begreep dat, ook al keurde ze het niet goed. Ze kon zich niet voorstellen wat ze zou doen als Rhand overleed.

‘Ik weet het niet,’ zei Birgitte nadat ze het laatste stuk van haar taartje naar binnen had geschrokt, ik schat dat ze zijn gekomen om je om hulp te vragen bij hun optreden tegen de Grenslanders. Het enige wat zeker is, is dat ze hier niet zijn om hun verdomde steun aan jou te verlenen.’

‘Dat denk ik ook.’ Elayne pikte kaaskruimels van haar bord met een natte vinger en stopte ze in haar mond. Ze lustte nog wel zo’n bord eten, maar Melfane had aangekondigd dat ze vast van plan was haar gewichtstoename binnen de perken te houden. Net genoeg en niet te veel. Misschien voelde een koe die werd vetgemest voor de markt zich ook zo. ‘Tenzij ze eisen dat ik Caemlin overgeef.’

‘Dat kan ook altijd nog,’ zei Birgitte, en klonk bijna vrolijk. Volgens de binding was ze allesbehalve vrolijk. ‘We hebben echter nog steeds uitkijkposten in de torens, en Julanya en Keraille zijn aan het werk als wasvrouwen in hun kamp, dus weten we het al voor de eerste man vertrekt als ze iets tegen de stad gaan ondernemen.’ Elayne wenste dat ze niet zo vaak zuchtte. Het Licht brande haar, ze had Arymilla, Naean en Elenia achter slot en grendel, die er zeker niet blij mee waren een bed te moeten delen – ze wist dat ze daar geen pret om moest hebben, maar ze had het wel – en ze had er drie bondgenoten bij, al waren dat niet noodzakelijk de betrouwbaarste. Ze waren in ieder geval onherroepelijk aan haar gebonden. Ze zou een gevoel van triomf moeten hebben.

Die middag kleedden Essande en Sephanie haar in donkergroene zijde met smaragdgroene banden op de rokken en een zilveren borduurrand langs de zoom, boezem en mouwen. Ze droeg haar Grote Serpent-ring en een grote zilveren pin met blauwe brandverf, waarin de vorm van Trakands Sluitsteen was vrijgelaten. Die pin maakte haar somber. Binnen het Huis werd gezegd dat Trakand de sluitsteen was die Andor bijeenhield. Ze had het er tot nu toe niet erg goed van afgebracht.

Zij en Birgitte lazen om beurten hardop voor aan haar kinderen. Uit geschiedenissen, natuurlijk; als Melfane gelijk had, wilde ze hun geen domme verhaaltjes voorlezen. Het was droge kost. Een mollige man in rood met wit speelde op de fluit, terwijl een slanke vrouw in livrei levendige, vrolijke deuntjes op de twaalfsnarige hanou speelde. Tenminste, wanneer ze niet werden overstemd door donderklappen. Barden groeiden niet aan de bomen, en Birgitte had niet geweten of ze wel iemand van buiten het paleis bij Elayne in de buurt wilde hebben. Maar vrouw Harfor had enkele beroemde muzikanten gevonden, die maar al te graag gebruikmaakten van de kans een livrei te dragen. Ze werden aanzienlijk beter betaald in het paleis dan in een gelagkamer, en hun kleding kregen ze erbij. Elayne overwoog een speelman in te huren, maar dat deed haar denken aan Thom. Leefde hij nog wel? Ze kon alleen maar bidden. Het Licht geve dat hij nog leefde. Alstublieft.

Vrouw Harfor kondigde aan dat Luan, Arathelle en de anderen waren aangekomen, en Elayne zette de coronet van de erfdochter op; een eenvoudige gouden ring met een gouden roos omgeven door doorns op haar voorhoofd. Caseille, samen met acht gardevrouwen, liep achter haar, Birgitte en Essande aan toen ze haar vertrekken verlieten, hun laarzen luid bonzend op de vloer. Negen gardevrouwen waren gestorven toen ze werd gered van de Duistervrienden, en dat leek de band tussen de andere nog sterker te hebben gemaakt. Ze verdwaalden twee keer onderweg naar de Grote Zaal, maar niemand zei er iets over. Wat stelden verschuivende gangen nog voor als je tegenover vuur en bliksems had gestaan die waren gemaakt met de Kracht? De grote gebogen deuren van de Grote Zaal, aan beide zijden besneden met grote leeuwen, stonden open, en Caseille bleef er met de gardevrouwen voor staan terwijl zij, Birgitte en Essande naar binnen gingen.