Выбрать главу

‘Laat haar bij me en wacht buiten,’ zei Silviana met diepe, vastberaden stem.

‘Haar achterlaten?’ zei Katerine ongelovig.

‘Wat is er zo moeilijk te begrijpen, Katerine? Moet ik mezelf herhalen?’

Blijkbaar niet. Katerine werd rood maar deed er het zwijgen toe. De gloed van saidar omgaf Silviana en ze nam soepeitjes het schild over, zonder Egwene de kleinste kans te geven zelf de Kracht te omhelzen. Ze was er zeker van dat ze dat nu wel zou kunnen. Maar behalve dat Silviana verre van zwak was, was er geen hoop dat ze het schild van de vrouw kon verbreken. Op hetzelfde ogenblik verdween de prop Lucht uit haar mond, en ze greep een zakdoek uit haar buidel en veegde er kalm haar kin mee af. De buidel was al doorzocht -haar zakdoek lag altijd bovenop – maar ze zou nog even moeten wachten voor ze wist wat er behalve haar ring nog meer van haar was afgepakt. Er had toch niet veel in gezeten waar een gevangene veel aan zou hebben. Een kam, een pakje naalden, een schaartje, kleine dingetjes.

De stola van de Amyrlin. Hoe ze haar waardigheid zou kunnen vasthouden als ze werd afgeranseld, wist ze niet, maar dat was de toekomst; dit was nu.

Silviana keek haar onderzoekend aan, haar armen over haar borst gevouwen, tot de deur achter de andere twee Rode zusters was gesloten. ‘Je bent tenminste niet hysterisch,’ zei ze toen. ‘Dat maakt de zaken makkelijker, maar waaróm ben je niet hysterisch?’

‘Zou het iets uithalen?’ antwoordde Egwene, en stopte de zakdoek terug in haar buidel. ‘Ik denk het niet.’

Silviana beende naar de schrijftafel en las van een stuk papier, terwijl ze af en toe opkeek. Haar uitdrukking was een perfect masker van Aes Sedai-sereniteit, onpeilbaar. Egwene wachtte geduldig, haar handen gevouwen voor haar middel. Zelfs op de kop herkende ze het opvallende handschrift van Elaida, al kon ze niet lezen wat er stond. De vrouw hoefde niet te denken dat ze zenuwachtig zou worden van het wachten. Geduld was een van de weinige wapens die ze nog over had.

‘Het schijnt dat de Amyrlin al een tijdje peinst over wat ze met je aan moet,’ zei Silviana uiteindelijk. Als ze had verwacht dat Egwene zou gaan schuifelen of handenwringen, liet ze niet blijken dat ze teleurgesteld was.

‘Ze heeft een uitgewerkt plan voor je klaar. Ze wil niet dat de Toren jou kwijtraakt. En dat wil ik ook niet. Elaida heeft besloten dat je de dupe bent geworden van anderen, en dat je niet verantwoordelijk moet worden gehouden. Dus je wordt niet aangeklaagd omdat je hebt beweerd dat je Amyrlin was. Ze heeft je naam uit de lijst van Aanvaarden geschrapt en weer in het Boek van Novices ingeschreven. Eerlijk gezegd ben ik het daarmee eens, hoewel het nog nooit eerder zo is gedaan. Hoe sterk je Kracht ook is, je hebt bijna alles gemist wat je als Novice had moeten leren. Je hoeft echter niet bang te zijn dat je de proeve opnieuw hoeft af te leggen. Ik zou niemand dwingen dat twee keer te doorstaan.’

‘Ik ben Aes Sedai omdat ik ben verheven tot de Amyrlin Zetel,’ antwoordde Egwene kalm. Het was ongerijmd om te strijden voor een titel terwijl het claimen ervan nog steeds tot haar dood kon leiden. Als ze zich bij dit vonnis neerlegde, was dat een even grote klap voor de opstand als haar dood. Misschien wel groter. Weer een Novice? Dat was belachelijk! ik kan de betreffende artikelen uit de wet voor je citeren, als je wilt.’

Silviana trok een wenkbrauw op en sloeg een groot in leer gebonden boek open. Het boek met straffen. Ze doopte haar pen in de eenvoudige glazen inktpot en maakte een aantekening. ‘Je hebt net je eerste bezoek aan mij verdiend. Ik geef je vanavond nog om erover na te denken in plaats van je meteen over de knie te leggen. Laten we hopen dat wat overpeinzing een heilzame uitwerking op je heeft.’

‘Denk je dat je me kunt laten ontkennen wie ik ben door me te slaan?’ Egwene moest moeite doen het ongeloof uit haar stem te houden. Ze wist niet zeker of ze daarin was geslaagd.

‘Er is slaan en slaan,’ antwoordde de andere vrouw. Ze veegde de pen schoon aan een doekje, zette hem terug in de glazen houder en keek Egwene aan. ‘Je bent gewend aan Sheriam Bayanar als Meesteres der Novices.’ Silviana schudde haar hoofd geringschattend, ik heb door haar straffenboek gebladerd. Ze liet de meisjes veel te veel de vrije hand en was veel te mild met haar lievelingen. Daardoor moest ze vaker corrigeren dan nodig was. Ik deel per maand maar een derde van de straffen uit die Sheriam uitdeelde, omdat ik ervoor zorg dat iedereen die ik straf hier weggaat met als grootste wens om nooit meer naar me toe te worden gestuurd.’

‘Wat je ook doet, je zult me nooit kunnen laten ontkennen wie ik ben,’ zei Egwene vastberaden. ‘Hoe kun je toch denken dat dit kan werken? Moet ik naar de lessen worden begeleid, de hele tijd afgeschermd?’

Silviana leunde achterover en legde haar handen op de rand van de tafel. ‘Dus je wilt je zo lang mogelijk verzetten?’ ik zal doen wat ik doen moet.’

‘En ik zal doen wat ik doen moet. Overdag zul je helemaal niet afgeschermd zijn. Maar elk uur krijg je een mild brouwsel van dolkwortel.’ Silviana vertrok haar mond. Ze pakte het vel papier met Elaida’s aantekeningen op alsof ze het wilde lezen, maar liet het toen weer op tafel vallen en wreef met haar vingertoppen over elkaar alsof er iets aan was blijven plakken, ik hou niet van dat spul. Het lijkt direct tegen Aes Sedai gericht. Iemand die niet kan geleiden, kan vijf keer zoveel van die rommel drinken dan waar een zuster al van flauwvalt, en er nauwelijks duizelig van worden. Een walgelijk brouwsel. Maar bruikbaar, zo schijnt het. Misschien kunnen we het gebruiken op die Asha’man. De tinctuur zal je niet duizelig maken, maar je zult niet voldoende kunnen geleiden om problemen te veroorzaken. Het is telkens maar een beetje. Als je weigert te drinken, wordt het door je keel gegoten. Je zult ook nauwlettend in de gaten worden gehouden, dus probeer maar niette voet weg te komen, ’s Nachts word je wel afgeschermd, want als we je genoeg dolkwortel moeten geven om je de hele nacht te laten slapen, loop je de volgende dag dubbel van de maagkramp. Je bent een Novice, Egwene, en je zult een Novice blijven. Veel zusters beschouwen je nog steeds als een wegloper, wat voor bevelen Siuan Sanche ook heeft gegeven, en anderen zullen het ongetwijfeld een foute beslissing van Elaida vinden om je niet te laten onthoofden. Ze zullen je in de gaten houden en elke overtreding, elke fout melden. Misschien dat je nu nog smalend doet over een pak slaag voordat je hem hebt ontvangen, maar als je vijf, zes keer per dag naar me toe wordt gestuurd? We zullen wel zien hoe lang het duurt voor je van gedachten verandert.’ Egwene verbaasde zichzelf door kort te lachen, en Silviana’s wenkbrauwen schoten omhoog. Haar hand bewoog alsof ze haar pen wilde pakken.

‘Heb ik iets grappigs gezegd, kind?’

‘Helemaal niet,’ antwoordde Egwene naar waarheid. Er was haar te binnen geschoten dat ze op de wijze van de Aiel de pijn kon omhelzen. Ze hoopte dat het werkte, maar daar ging alle hoop op waardigheid. Terwijl ze werd gestraft, althans. Voor de rest kon ze alleen maar doen wat ze kon.

Silviana keek naar haar per. maar stond uiteindelijk op zonder hem aan te raken. ‘Dan ben ik klaar met je. Voor vanavond. Ik zie je echter voor het ontbijt. Kom mee.’ Ze liep naar de deur, ervan overtuigd dat Egwene zou volgen, en dat deed Egwene ook. Als ze de vrouw lijfelijk aanviel, zou haar dat niet meer opleveren dan nog een regel in het boek. Dolkwortel. Nou, ze zou er wel iets op vinden. En zo niet... Ze weigerde daarover na te denken.

Katerine en Barasine schrokken toen ze hoorden van Elaida’s plannen met Egwene, en waren verre van gelukkig toen ze hoorden dat zij haar in de gaten moesten houden en afschermen terwijl ze sliep, hoewel Silviana hun vertelde dat ze over een uur of twee andere zusters zou sturen om hen af te lossen.

‘Waarom wij beiden?’ wilde Katerine weten, wat haar een droge blik van Barasine opleverde. Als maar een van hen die taak kreeg, zou het zeker niet Katerine zijn, die hoger stond.