Выбрать главу

De baniergeneraal maakte een vreemd gebaar en mompelde: ‘Wend de Schaduw af. Waar onder het Licht kwam dat vandaan? Ik heb verhalen gehoord over vreemde gebeurtenissen. Of was het een staaltje van meer “overtuiging” van u, Heer?’

‘Nee,’ zei Perijn naar waarheid. Neald had vaardigheden ten aanzien van het weer, zo was gebleken, maar Gradi niet. ‘Wat maakt het uit waar het vandaan kwam?’

Tylee keek hem bedachtzaam aan en knikte toen. ‘Wat maakt het uit?’ zei ze, en klonk alsof ze het niet noodzakelijk met hem eens was. ‘We hebben verhalen over Manetheren. Dat zijn braamstruiken onder je voeten terwijl je geen laarzen draagt. Half Amadicia gonst van de geruchten over u en die banier, om Manetheren weer tot leven te brengen en Amadicia van ons te “redden”. Mishima, blaas de aftocht.’ Zonder aarzelen hief de geelharige man een kleine, rechte hoorn die aan een rood koord om zijn hals hing. Hij blies vier schelle tonen en herhaalde dat tweemaal voordat hij de hoorn weer tegen zijn borst liet vallen. ‘Mijn aandeel is voltooid,’ zei Tylee. Perijn boog zijn hoofd achterover en riep zo hard en duidelijk als hij kon. ‘Danel! Luister! Als de laatste Seanchaan voorbij het eind van de weide is, ga dan met iedereen naar Gradi!’ De baniergeneraal stak haar pink in haar oor en wiebelde ermee, ondanks haar handschoen. ‘U hebt een krachtige stem,’ zei ze droog. Pas toen reikte ze naar de banierstaak, en legde die zorgvuldig over het zadel voor zich. Ze keek er niet meer naar, maar met één hand streelde ze, misschien zonder het te beseffen, over de banier. ‘En wat hebt u dat mijn plan kan helpen, Heer?’ Mishima haakte een enkel achter zijn hoge zadelknop en steeg af om zijn helm te pakken. De wind had hem halverwege naar de rij Seanchaanse soldaten gerold. Tussen de bomen klonk kort het lied van een leeuwerik, toen nog eens en nog eens. De Seanchanen trokken zich terug. Hadden zij de wind ook gevoeld? Het maakte niet uit.

‘Lang niet zoveel mannen als u al hebt,’ gaf Perijn toe, ‘in ieder geval geen geoefende soldaten, maar ik heb Asha’man en Aes Sedai en Wijzen die kunnen geleiden, en u zult ze stuk voor stuk nodig hebben.’

Ze deed haar mond open, maar hij stak een hand op. ik wil uw woord dat u niet zult proberen hun halsbanden om te doen.’ Hij keek nadrukkelijk naar de sul’dam en damane. De sul’dam hield haar blikken op Tylee gericht en wachtte op haar bevelen, maar tegelijkertijd streelde ze over het haar van de andere vrouw zoals je een kat aait. En Norie leek wel bijna te spinnen! Licht! ‘Uw woord dat ze veilig voor u zijn, zij en iedereen in het kamp met een witte mantel. De meesten van hen zijn toch geen Shaido, en de enige Aiel onder hen die ik ken zijn vrienden van me.’

Tylee schudde haar hoofd. ‘U hebt vreemde vrienden, mijn Heer. Hoe dan ook, we hebben mensen uit Cairhien en Amadicia aangetroffen bij troepen Shaido en ze laten gaan, hoewel de meeste Cairhienin te gedesoriënteerd leken om te weten wat ze met zichzelf aan moesten. De enige in het wit die we houden, zijn de Aiel. Die gai’shain zijn geweldige da’covale, in tegenstelling tot de rest. Toch stem ik ermee in uw vrienden te laten gaan. En uw Aes Sedai en Asha’man. Het is heel belangrijk dat deze bijeenkomst wordt beëindigd. Vertel me waar ze zijn, dan kan ik rekening met u houden in mijn plannen.’

Perijn wreef met een vinger langs zijn neus. Het leek onwaarschijnlijk dat veel van die gai’shain Shaido waren, maar dat ging hij haar niet vertellen. Laat ze hun kans op vrijheid wanneer hun jaar en een dag voorbij waren. ‘Het zal mijn plan moeten zijn, vrees ik. Sevanna zal een harde noot zijn om te kraken, maar ik ben eruit hoe het moet. Om te beginnen heeft ze misschien honderdduizend Shaido bij zich, en ze verzamelt er nog meer. Ze zijn niet allemaal algai’d’siswai, maar elke volwassene zal een speer opnemen als het moet.’

‘Sevanna.’ Tylee glimlachte verheugd. ‘Die naam hebben we gehoord. Ik zou Sevanna van de Jumai Shaido graag voorstellen aan de kapitein-generaal.’ Haar glimlach vervaagde. ‘Honderdduizend is veel meer dan ik had verwacht, maar niet meer dan ik aankan. We hebben eerder tegen deze Aiel gevochten, in Amadicia. Of niet, Mishima?’ Mishima reed naar hen terug en lachte, maar het klonk hard, zonder vermaak, inderdaad, baniergeneraal. Het zijn woeste strijders, gedisciplineerd en vakkundig, maar we kunnen ze aan. Je omringt een van hun groepen, hun sibben, met drie of vier damane en hakt op ze in tot ze het opgeven. Het is een nare toestand. Ze hebben hun gezinnen bij zich. Maar daardoor geven ze het wel sneller op.’ ik begrijp dat u een stuk of twaalf damane hebt,’ zei Perijn, ‘maar is dat voldoende om tegenover drie of vierhonderd geleidende Wijzen te staan?’

De baniergeneraal fronste haar voorhoofd. ‘U hebt dat eerder gezegd, Wijzen die geleiden. Elke troep die we hebben gevangen had Wijzen, maar geen van hen kon geleiden.’

‘Dat komt doordat die allemaal bij Sevanna zijn,’ antwoordde Perijn. ‘Minstens driehonderd, misschien vier. De Wijzen bij mij zijn er zeker van.’

Tylee en Mishima keken elkaar aan, en de baniergeneraal zuchtte. Mishima keek bedrukt. ‘Nou,’ zei ze, ‘bevelen of geen bevelen, dit kan dus niet meer stilletjes worden afgehandeld. De Dochter van de Negen Manen zal moeten worden lastiggevallen, ook al zal ik er mijn verontschuldigingen aan de keizerin, moge zij eeuwig leven, voor moeten aanbieden. En dat zal ik waarschijnlijk moeten.’ De Dochter van de Negen Manen? Schijnbaar een of andere hooggeplaatste Seanchaanse. Maar hoezo werd zij door dit alles lastiggevallen? Mishima grimaste, een angstaanjagend tafereel met al die littekens over zijn gezicht. ‘Ik heb gelezen dat er vierhonderd damane aan elke zijde waren bij Semalaren, en dat het een slachting was. De helft van het keizerlijke leger en zeker drie van de vier opstandelingen lagen dood op het slagveld.’

‘Maar toch, Mishima, we moeten het doen. Of liever gezegd, iemand anders moet het doen. Jij hoeft misschien je verontschuldigingen niet aan te bieden, maar ik wel.’ Wat onder het Licht was er zo verontrustend aan een verontschuldiging? De vrouw rook... berustend. ‘Helaas zal het weken, zo niet maanden duren om voldoende soldaten en damane te verzamelen om deze puist door te prikken. Ik dank u voor uw aanbod om te helpen, mijn Heer. Dat zal niet worden vergeten.’ Tylee stak de banier uit. ‘Ik zal u deze teruggeven omdat ik mijn kant van de afspraak niet kan nakomen, maar ik heb wel wat advies voor u. Het Eeuwig Zegevierende Leger heeft misschien nog andere taken voor zich, maar we laten niemand tijdelijk voordeel halen uit de situatie en zichzelf installeren als koning. We zijn van plan dit land terug te eisen, niet om het op te delen.’

‘En wij zijn van plan onze landen te houden,’ zei Berelain vurig, en haar merrie overbrugde de paar passen dood gras tussen haar en de Seanchanen. De merrie wilde graag springen, graag galopperen, weg van die wind, en ze had moeite het dier in toom te houden. Zelfs haar geur was vurig. Geen geduld meer nu. Ze rook als een wolvin die haar gewonde partner verdedigt. ‘Ik heb gehoord dat uw Eeuwig Zegevierende Leger zijn naam niet verdient. Ik heb gehoord dat de Herrezen Draak jullie behoorlijk heeft toegetakeld in het zuiden. Denken jullie maar niet dat Perijn Aybara niet hetzelfde kan doen.’ Licht, en hij had zich druk gemaakt over de heetgebakerdheid van Aram!

‘Ik wil niemand verslaan behalve de Shaido,’ zei Perijn vastberaden, en vocht tegen het beeld dat zich in zijn gedachten probeerde te vormen. Hij vouwde zijn handen op zijn zadelknop ineen. Stapper leek eindelijk te kalmeren. De hengst huiverde af en toe nog een beetje, maar hij rolde niet meer met zijn ogen. ‘Er is een manier om dat te doen en toch iedereen rustig te houden zodat u uw verontschuldigingen niet aan hoeft te bieden.’ Als dat belangrijk voor haar was, maakte hij daar graag gebruik van. ‘De Dochter van de Negen Manen kan zich ontspannen. Ik heb u al verteld dat ik dit heb overdacht. Tallanvor heeft me verteld dat jullie een soort thee hebben waarvan een vrouw die kan geleiden knikkende knieën krijgt.’ Even later liet Tylee de banier weer op haar zadel zakken en keek hem onderzoekend aan. ‘Een vrouw of een man,’ zei ze uiteindelijk, ik heb gehoord dat er op die manier verschillende mannen in hechtenis zijn genomen. Maar hoe stelt u voor dat we het toedienen aan die vierhonderd vrouwen, als ze zijn omringd door honderdduizend Aiel?’