Выбрать главу

Birgitte had twee Kinsvrouwen gebruikt als verkenners, vrouwen die geen Poort konden maken die groot genoeg was voor een paarden-kar. Nu er cirkels van Kinsvrouwen beschikbaar waren om Poorten te maken voor de handel en voor de verplaatsing van soldaten, had zij de overige zes ingelijfd die zelfstandig konden reizen. Een leger om de stad deerde hun niet. Maar Reannes goed gesneden, fijne blauwe wol, onversierd op een roodgeglazuurde pin op de hoge hals na, was bepaald ongeschikt om mee door het land te zwerven. ‘De kapitein-generaal is van mening dat haar verkenners rust nodig hebben. In tegenstelling tot zichzelf,’ voegde Reanne er bot aan toe, en trok een wenkbrauw op naar Birgitte. Door de binding kwam een steek van ergernis. Aviendha lachte ergens om; Elayne begreep de Aielhumor nog steeds niet. ‘Morgen ga ik weer op pad. Het doet me denken aan vroeger tijden, toen ik een kramer was met één muilezel.’ De Kinne voerden in hun lange leven allerlei beroepen uit, en veranderen steeds van vak en van standplaats voordat iemand merkte hoe langzaam ze ouder werden. De oudste onder hen had soms wel zes of meer ambachten onder de knie, en schakelde makkelijk van het ene vak naar het andere om. ik besloot mijn vrije dag te gebruiken om Jillari te helpen een achternaam te kiezen.’ Reanne grimaste.

‘Het is in Seanchan gebruikelijk om een meisje uit de boeken van haar familie te schrappen wanneer ze beteugeld is, en de arme vrouw denkt dat ze geen recht heeft om de naam te houden waarmee ze geboren is. Jillari was haar gegeven met de halsband, maar die wil ze houden.’

‘Er zijn meer redenen om de Seanchanen te haten dan ik kan tellen,’ zei Elayne verhit. Toen, wat laat, besefte ze het belang van dat alles. Leren een kniks te maken. Een nieuwe achternaam kiezen. Het Licht brande haar, als haar zwangerschap haar naast al het andere ook nog traag van begrip maakte...!

‘Wanneer is Jillari van gedachten veranderd over de halsband?’ Er was geen reden om iedereen te laten weten dat ze vandaag dom was.

De andere vrouw vertrok geen spier, maar ze aarzelde net lang genoeg om Elayne te laten weten dat haar bedrog was mislukt. ‘Vanmorgen, nadat u en de kapitein-generaal waren vertrokken, anders was u al op de hoogte gebracht.’ Reanne sprak haastig verder zodat niemand er verder op in kon gaan. ‘En er is nog ander goed nieuws. Tenminste, een beetje goed. Een van de sul’dam, Marli Noichin – weet u nog? – heeft toegegeven dat ze de wevingen kan zien.’

‘O, dat is goed nieuws,’ mompelde Elayne. ‘Heel goed. Nog achtentwintig te gaan, maar misschien gaat het makkelijker nu een van hen gebroken is.’ Ze had toegekeken bij een poging om Marli ervan te overtuigen dat ze kon leren geleiden, dat ze de wevingen van de Kracht al kon zien. De mollige Seanchaanse was koppig en onverzettelijk geweest, zelfs nadat ze begon te huilen. ‘Een beetje goed, zei ik.’ Reanne zuchtte. ‘Marli vindt dat ze net zo goed had kunnen toegeven dat ze kinderen vermoordt. Nu staat ze erop dat ze beteugeld moet worden. Ze smeekt om de a’dam. Ik krijg er kippenvel van. Ik weet niet wat ik met haar aan moet.’

‘Stuur haar zo snel mogelijk terug naar de Seanchanen,’ antwoordde Elayne. Reanne bleef stokstijf staan van schrik en trok haar wenkbrauwen op. Birgitte schraapte luid haar keel – de binding werd vervuld van ongeduld voordat het weer werd onderdrukt – en de Kinsvrouw schrok, en liep toen verder, sneller dan eerst. ‘Maar dan maken ze een damane van haar. Ik kan geen enkele vrouw tot zoiets veroordelen.’

Elayne wierp haar zwaardhand een blik toe die afketste als een dolk op een goede wapenrusting. Birgittes gezichtsuitdrukking was... leeg. Voor de goudharige vrouw was de rol van zwaardhand een beetje die van een oudere zuster. En, erger nog, soms die van een moeder, ik wel,’ zei ze nadrukkelijk, en versnelde haar eigen pas. Nou, het kon geen kwaad om wat sneller op te drogen. ‘Ze heeft genoeg anderen gevangen helpen houden om er zelf iets van te mogen voelen, Reanne. Maar daarom wil ik haar niet terugsturen. Als de anderen willen blijven om te studeren en goed te maken wat zij heeft gedaan, zal ik haar zeker niet aan de Seanchanen overhandigen, maar het is een waarheid als het Licht dat ik hoop dat ze zich allemaal zo voelen als Marli. Ze binden haar een a’dam om, Reanne, maar ze zullen niet geheim kunnen houden wie ze was. Elke voormalige sul’dam die ik naar de Seanchanen kan sturen om te worden beteugeld is een schoffel die tussen hun wortels wroet.’

‘Een hard besluit,’ zei Reanne droevig. Ze plukte verontrust aan haar rokken, streek ze glad en begon weer te plukken. ‘Misschien wilt u er een paar dagen over nadenken? Het is toch vast niets wat onmiddellijk moet gebeuren.’

Elayne knarste op haar tanden. De vrouw had bijna rechtstreeks gezegd dat ze dit besluit had genomen door een van haar stemmingswisselingen! Maar was dat zo? Het leek redelijk en logisch. Ze konden de sul’dam niet eeuwig gevangenhouden. Als ze degenen die niet vrij wilden zijn terugstuurden, waren ze van hen af en deelden ze meteen een klap uit aan de Seanchanen. Het was meer dan haat voor de Seanchanen. Natuurlijk was het meer. Ze mocht branden, maar ze haatte het om te betwijfelen of haar eigen beslissingen wel gefundeerd waren! Ze kon het zich niet veroorloven ongefundeerde beslissingen te nemen. Toch was er geen haast bij. Het was trouwens toch beter om indien mogelijk een hele groep ineens terug te sturen. Dan was er minder kans dat iemand hun een ‘ongelukje’ liet overkomen. Daar zag ze de Seanchanen wel voor aan. ik zal erover nadenken, Reanne, maar ik denk niet dat ik van gedachten zal veranderen.’

Reanne zuchtte weer diep. Ze verlangde naar de haar toegezegde terugkeer naar de Witte Toren en het wit van de Novices – men had haar horen zeggen dat ze Kirstian en Zarya benijdde – en wilde zich heel graag aansluiten bij de Groene Ajah, maar Elayne had haar twijfels. Reanne had een goed hart, een teer hart eigenlijk, en Elayne had nog nooit een Groene zuster ontmoet die je teer kon noemen. Zelfs degenen die aan de buitenkant vrouwelijk of breekbaar leken, waren van binnen van koud staal gemaakt. Voor hen kwam Vandene uit een zijgang schrijden, slank, witharig en elegant in donkergrijze wol met een diepbruine zoom, en ging dezelfde kant uit als zij, schijnbaar zonder hen op te merken. Ze was een Groene zuster, en zo hard als een hamerkop. Jaem, haar zwaardhand, liep naast haar, zijn hoofd vanwege hun gesprek dicht bij dat van haar, en haalde nu en dan een hand door zijn dunner wordende grijze haren. Hij was verweerd en pezig en zijn donkergroene overjas hing los om hem heen. Hij was oud, maar even hard als zij, een oude wortel waarop je een bijl bot kon slaan. Kirstian en Zarya, allebei in het eenvoudige wit van Novices, volgden gedwee met hun handen voor hun buik gevouwen, de een bleek als een Cairhienin, de andere klein en met smalle heupen.

Voor weglopers die erin waren geslaagd om te doen wat zo weinigen lukte, jarenlang vrij blijven van de Witte Toren, meer dan driehonderd jaar in het geval van Kirstian, hadden ze zich opvallend gemakkelijk weer geschikt in hun positie als Novices. Maar de Regel van de Kinne was dan ook een mengeling van de regels voor Novices en die voor Aanvaarden. Misschien waren voor hen de enige echte veranderingen dat ze witte wollen gewaden moesten dragen en niet meer mochten komen en gaan wanneer ze wilden, hoewel de Kinne dat laatste tot op zekere hoogte regelden.