Выбрать главу

Open transfercabines. De poppenbazen waren technologisch heel, heel ver. De schijf was maar een meter breed, en je hoefde er niet helemaal op te staan om hem te laten werken. Eén voet erop en je stapte het volgende aankomstvlak alweer af. Dat was even drigg beter dan roltrottoirs!

Onder het rennen vormde Louis’ geest zich een beeld van een spookpoppenbaas, honderden kilometers lang, die voorzichtig een keten eilanden afliep, en oplette waar hij zijn voeten neerzette, hij mocht eens naast een eiland stappen en een natte voet halen. Nu werd de spookpoppenspeler groter, en zijn stapschijven werden werelden … de poppenspelers waren technologisch heel, heel ver.

Aan de oever van een rustige zwarte zee stapte hij van de laatste schijf af. Voorbij de rand van de wereld rezen vier grote volle manen in een rechte lijn boven elkaar naar de sterren. Halverwege de horizon zag hij een kleiner eiland, felverlicht. Nessus en Spreker stonden hem op te wachten.

‘Waar is Teela?’

‘Ik weet het niet,’ zei Nessus.

‘Neveldemonen! Nessus, hoe komen we te weten waar ze is?’

‘Zij moet ons vinden. Je hoeft je geen zorgen te maken, Louis.’

‘Ze is de weg kwijt op een vreemde wereld! Er kan haar van alles overkomen!’

‘Niet op deze wereld, Louis. Geen wereld is zo veilig als die van ons. Als Teela bij de rand van het eiland komt, merkt ze dat de stapschijven naar de andere eilanden voor haar niet werken. Dan volgt ze de stapschijven het strand langs tot ze er een vindt die wel werkt.’

‘Waar denk je dat we het over hebben? We zijn geen computer kwijt! Teela is een meisje van twintig!’

Teela stapte naast hem uit het niets. ‘Hoi. Ik was even de weg kwijt. Waarom al die opwinding?’

Spreker-tot-Dieren keek hem grijnzend aan, zijn messcherpe tanden spottend bloot. Louis vermeed Teela’s onzekere vragende ogen, en voelde zijn wangen rood worden. Maar Nessus zei alleen maar: ‘Volg me.’

Ze volgden de poppenspeler tot waar er weer een rij stapschijven langs het strand lag. Even later zagen ze een vuilbruin pentagram. Ze gingen er op staan …

En stonden op kale rots, een rotseiland ter grootte van een privé-ruimtehaven, fel verlicht door zonnebuizen. Midden op het eiland stonden één hoog gebouw, en één ruimteschip.

‘Dat daar is ons schip,’ zei Nessus.

Teela en Spreker gaven blijk van hun teleurstelling, want de oren van de Kzin verdwenen in hun huidplooien, terwijl Teela verlangend terugkeek naar het eiland waar ze net vandaan waren gekomen, naar een muur van licht, gevormd door kilometershoge gebouwen, die schouder aan schouder stonden afgetekend tegen de interstellaire nacht. Maar Louis keek, en hij voelde hoe een gevoel van opluchting door zijn wat al te gespannen spieren gleed. Hij had nu wel genoeg gehad van wonderen. De stapschijven, de geweldige, overweldigende stad, de vier werelden die daar als gele pompoenen boven de horizon hingen … dat was allemaal heel indrukwekkend, angstaanjagend bijna Maar het schip was dat niet. Het was een romp No. 2 van Algemene Produkten, ingepast in een driehoekige vleugel, die was volgestouwd met stuw en fusiemotoren. Dat waren allemaal apparaten die hij kende, die niemand hem hoefde uit te leggen.

De Kzin toonde aan dat hij het bij het verkeerde eind had. ‘Dit lijkt toch een eigenaardig ontwerp, Nessus, gezien vanuit het standpunt van een van jullie ontwerpers. Zou je je niet veiliger voelen als het schip zich helemaal binnen jullie romp bevond?’

‘Nee. Dit schip is het resultaat van een belangrijk vernieuwde fabrikagemethode. Kom mee, dan laat ik het je zien.’ En Nessus draafde naar het schip.

De opmerking van de Kzin raakte de spijker precies op de kop. Algemene Produkten, de handelsmaatschappij van de poppenbazen, had heel wat verschillende dingen verkocht in de bekende ruimte, maar had vooral aan de ruimteromp veel verdiend. Er waren vier types: de kleinste was een bol ter grootte van een basketbal, de grootste had een diameter van rond de driehonderd meter. De No. 3, een cilinder met ronde uiteinden en een afgevlakte onderkant, was een type dat heel goed geschikt was voor passagiersvervoer; het had gewoonlijk een bemanning die uit een aantal personen bestond. Een schip van dit type had hen een paar uur geleden op de wereld van de poppenspelers afgezet. Het No. 2 type was een cilinder met een wespetaille, smal, en aan weerszijden uitlopend in een naaldscherpe punt. Meestal was er maar plaats voor één man, de piloot.

De romp van Algemene Produkten liet alle zichtbare licht door. Hij was onkwetsbaar voor alle vormen van elektromagnetische energie, en voor materie in elk vorm. De reputatie van de maatschappij stond achter die garantie, en die garantie was al honderden jaren van kracht, voor miljoenen schepen. Een romp van Algemene Produkten was het laatste woord waar het veiligheid betrof.

Het ruimteschip voor hen was gebaseerd op een romp No. 2. Maar … voorzover Louis kon zien bevonden zich alleen het woongedeelte en de hyperaandrijving binnen de romp. Alles wat hij verder zag — twee platte stuweenheden, naar beneden gericht, twee kleine fusiemotoren, naar voren gericht, grotere fusiemotoren op de schuine kanten van de vleugel, en twee enorme kegels op de vleugelpunten — kegels waar onderzoekapparatuur en een zend en ontvanginrichting in moest zitten, want ergens anders kon hij dat niet ontdekken — dat alles zat aan die grote deltavleugel vast!

De helft van het schip zat aan de vleugel, en was zo blootgesteld aan alle gevaren waar een poppenbaas zich druk om kon maken. Waarom hadden ze geen No. 3 gebruikt, en alles binnenin gestopt?

De poppenspeler was ze voorgegaan, onder de deltavleugel door naar de spits toelopende achterzijde van de romp. ‘Ons doel was de romp op zo weinig mogelijk plaatsen te doorbreken. Zie je dat?’

Door de glasachtige romp zag Louis een buis ter dikte van zijn dij door de romp gaan, naar wat op de vleugel zat bevestigd. Het zag er nogal gecompliceerd uit, tot Louis opeens doorkreeg dat de buis in zijn geheel terug kon schuiven in de romp. En toen zag hij ook de motor die daarvoor zorgde, en de metalen deur die vervolgens de opening zou afsluiten.

‘Een gewoon schip,’ zei de poppenspeler, ‘moet een groot aantal kleinere en grotere openingen in zijn romp hebben: voor sensors die gevoelig zijn voor onzichtbaar licht, voor reactiemotoren als het die gebruikt, voor openingen die naar de brandstoftanks gaan. Hier hebben we maar twee openingen, de buis en de luchtsluis. Door de ene komen passagiers naar binnen, door de andere informatie.

Onze ontwerpers hebben de binnenkant van de romp met een transparante geleider laten bekleden. Als de luchtsluis wordt gesloten en de opening voor de apparatuur buiten op de vleugel eveneens, dan vormt het binnenste van de romp een ononderbroken geleidend oppervlak.’

‘Stasisveld,’ raadde Louis.

‘Precies. Als er gevaar dreigt dan komt het hele woongedeelte enige seconden lang in een stasisveld van het Slavendrijverstype. In stasis staat de tijd stil, daarom kan de passagiers ook niets overkomen. We zijn niet zo dom dat we op de romp alleen vertrouwen. Lasers die gebruik maken van zichtbaar licht kunnen een romp doorboren en de mensen erin doden, terwijl de romp onbeschadigd blijft. Anti-materie kan een romp van Algemene Produkten volkomen desintegreren.’

‘Dat wist ik niet.’

‘We maken het ook niet in paginagrote advertenties bekend.’ Louis liep terug onder de deltavleugel, waar Spreker-tot-Dieren de motoren stond te bekijken. Waarom zoveel motoren?’

De Kzin snoof. ‘Je kunt de Kzinti Les toch nog niet zijn vergeten? Jij, een mens?’

‘O.’ Het lag voor de hand dat elke poppenspeler die de geschiedenis van de Kzinti of van de mensheid had bestudeerd de Kzinti Les zou kennen. Een reactieloze aandrijving is een wapen waarvan de vernietigende kracht recht evenredig is met zijn bruikbaarheid als aandrijving. De stuwmotoren waren voor vreedzaam gebruik, de fusie-aandrijving kon ook als wapen worden ingezet.