Выбрать главу

‘Mijn wat? Louis, mijn vermogen om mij voort te planten staat niet ter discussie. Mijn moed wel.’

‘Waarom?’

De cyclettes vielen door de hemel met hun gewone kruissnelheid, achttienhonderd kilometer per uur.

‘Waarom staat je moed ter discussie? Je bent me een antwoord verplicht. Je waagt onze levens aan die onderneming van je.’

‘Nee. Jullie mogen om het Oog heen.’

‘En hoe vinden we dan later jou weer?’

De Kzin dacht na. ‘Ik geef toe dat je gelijk hebt. Heb je wel eens gehoord van de Kdapt-Prediker Ketterij?’

‘Nee.’

‘in de duistere tijden na de Vierde Wapenstilstand met de Mens, stond de Krankzinnige Kdapt-Prediker aan het hoofd van een nieuwe godsdienst. Hij werd in een duel geëxecuteerd door de Patriarch zelf, omdat hij een gedeeltelijke naam had, maar zijn ketterse godsdienst bestaat ondergronds tot en met de dag van vandaag voort. Kdapt-Prediker geloofde dat God de Schepper de mens naar zijn eigen beeld schiep.’

‘De mens? Maar Kdapt-Prediker was toch een Kzin?’

‘Ja. Jullie wonnen elke keer weer, Louis. Drie eeuwen en vier oorlogen lang wonnen jullie het al van ons. Kdapts discipelen hadden maskers van mensenhuid om als ze baden. Ze hoopten de Schepper net lang genoeg in verwarring te brengen om een oorlog te winnen.’

‘En toen je dat oog zo boven de horizon uit zag komen en naar ons zag kijken …’

‘Lieve help.’

‘Ik geef je in overweging dat mijn eigen theorie waarschijnlijker is dan die van jou. Een toevallige wolkenformatie! Werkelijk, Louis, dat is te dol!’

Louis’ hersens werkten weer. ‘Schrap toevallig maar door. Misschien hebben de bouwers van de Ring het Oog gemaakt voor hun eigen genoegen, of om op iets anders de aandacht te vestigen.’

‘Op wat dan?’

‘Wie zal het zeggen? Iets groots. Een amusementspark, een grote kerk. Het hoofdbureau van de Bond van Opticiens. Met de technologie die ze hadden, en de ruimte, kan het van alles zijn!’

‘Een gevangenis voor gluurders,’ zei Teela, die opeens de smaak te pakken begon te krijgen. ‘Een universiteit voor privé-detectives! Een testbeeld op een reusachtige 3-D set! Ik was even bang als jij, Spreker.’ Teela klonk weer normaal. ‘Ik dacht dat ik — Ik weet niet wat ik dacht. Maar ik doe mee. We gaan er samen doorheen.’

‘Best, Teela.’

‘Als hij met dat oog van ’m knippert, gaan we er allebei aan.’

‘Het gezonde verstand ligt altijd bij de grootste groep,’ zei Louis. ‘Ik ga Nessus oproepen.’

‘Finagle, ja! Hij moet er al doorheen zijn gevlogen, of eromheen!’ Louis lachte harder dan hij anders zou hebben gedaan. Hij was heel bang geweest. ‘Je denkt toch zeker niet dat Nessus nog steeds voor ons uit vliegt?’

‘Huh?’

‘Nessus is een poppenspeler. Hij is in een grote boog om ons heen gevlogen, zit nu achter ons, en heeft waarschijnlijk zijn cyclette gekoppeld aan die van Spreker. Zo kan Spreker hem niet te pakken krijgen, en als er gevaar op onze weg ligt, krijgen wij er het eerste mee te maken.’

‘Je hebt een opmerkelijk talent om te denken als een lafaard, Louis,’ zei Spreker.

‘Kam het maar niet af. We zijn op een wereld die we niet kennen. We hebben de ideeën nodig van een vierde die hem ook niet kent. Samen komen we misschien ergens.’

‘Goed dan, roep hem maar op, want jij en hij schijnen in je denken erg veel op elkaar te lijken. Ik ben van plan naar het Oog te vliegen, en te ontdekken wat erachter ligt. Of erin.’

Louis riep Nessus op.

Het beeld in de intercom gaf alleen maar de rug van de poppenspeler te zien. Zijn manen deinden langzaam met zijn ademhaling mee.

‘Nessus,’ riep Louis. Toen, harder: ‘Nessus!’

De poppenspeler bewoog zich even. Een driehoekig hoofd kwam vragend omhoog.

‘Ik was al bang dat ik de sirene zou moeten gebruiken.’

‘Is er een noodgeval?’ Beide hoofden kwamen omhoog, trillend, oplettend.

Louis was niet meer in staat om de gigantische blauwe starende blik voor hem te verdragen. Zijn ogen gleden steeds weer weg. ‘Een soort noodtoestand. Mijn krankzinnige expeditiegenoten staan op het punt om hun eigen ondergang te bewerkstelligen. Ik geloof niet dat we het ons kunnen permitteren om ze te verliezen.’

‘Vertel eens.’

‘Kijk voor je uit en zeg me dan of je een wolkenformatie kunt zien die de vorm heeft van een menselijk oog.’

Die zie ik.’

‘Enig idee waardoor het wordt veroorzaakt?’

‘Het is duidelijk een soort storm. Je zult al hebben beseft dat er geen wervelstormen op de Ringwereld voor kunnen komen.’

‘O nee?’ Louis had er niet eens aan gedacht.

‘De spiraalvorm van een wervelstorm wordt veroorzaakt door coriolis-krachten, door het verschil in snelheid tussen twee massa’s lucht op verschillende hoogte. Een planeet is een draaiend bolvormig lichaam. Als twee massa’s lucht naar elkaar toe bewegen om een gedeeltelijk vacuum op te vullen, de een naar het zuiden, en de ander naar het noorden, dan trekt het residu van hun snelheid ze langs elkaar heen. Op deze wijze ontstaat een kolk van lucht.’

‘Ik wéét hoe wervelstormen ontstaan.’

Dan moet je beseffen dat op de Ringwereld geen luchtmassa een ingrijpend andere snelheid heeft dan een naburige luchtmassa. Ergo: geen kolk effect.’

Louis keek voor zich, maar de oogvormige storm. ‘Maar wat voor storm zou je dan wél hebben? Helemaal geen, denk ik. Je zou helemaal geen luchtcirculatie krijgen.’

‘Dat is niet juist, Louis. Hete lucht zou stijgen, en koude lucht zou zakken. Maar dat zou niet kunnen zorgen voor een storm als we nu voor ons zien.’

‘Dat is maar al te waar.’

‘Wat dreigt Spreker te doen?’

‘Door het midden van dat Finagle-vervloekte ding te vliegen, met Teela als een trouwe discipel achter hem aan.’

De poppenspeler floot een toon die zo zuiver en mooi was als robijnlaserlicht. Dat lijkt me gevaarlijk. De sonische capsule zou ze beschermen tegen de razernij van een gewone storm. Maar dit ziet er helemaal niet uit als een gewone storm …’

‘Ik zat net te te denken dat het Oog wel eens kunstmatig zou kunnen zijn.’

‘Ja … De Ringwerelders hebben natuurlijk hun eigen luchtcirculatiesysteem opgezet. Maar dat systeem moet zijn opgehouden te werken toen de energievoorziening van de Ring het opgaf. Ik begrijp niet … aha. Ik heb het, Louis.’

‘Wat is het?’

‘We moeten uitgaan van een luchtput, een gebied waar lucht verdwijnt. bij het midden van de storm. De rest komt dan allemaal vanzelf. Kijk maar. De luchtput schept een gedeeltelijk vacuüm.

Luchtmassa’s stromen erheen van draaiwaarts en tegendraaiwaarts …’

‘En van bakboord en stuurboord.’

‘Die kunnen we negeren,’ zei de poppenspeler. ‘Maar lucht die uit draaiwaartse richting komt, wordt een fractie lichter dan de lucht eromheen. En stijgt dus. Lucht die uit de andere richting, tegen draaiwaarts, komt, wordt een fractie zwaarder …’

Louis worstelde met een schema dat hem maar half voor ogen stond. ‘Waarom?’

‘Deze lucht komt van tegendraaiwaartse richting, Louis. De draaisnelheid ervan is iets hoger ten opzichte van de Ring. En door de middelpuntzoekende kracht zakt deze luchtmassa iets, en vormt zo het onderste lid van het oog. De lucht uit draaiwaartse richting stijgt en vormt het bovenste lid. Er is een draaikolk effect, dat zeker, maar de as van de draaikolk is horizontaal, terwijl hij op een planeet verticaal zou liggen.’

‘Maar het is zo’n miniem verschil!’

‘Maar het is de enige factor die van invloed is op de situatie, Louis. Er is niets dat het tegenwerkt, of teniet doet. Het zou duizenden jaren kunnen doorgaan, met als eindresultaat wat je nu ziet.’

‘Misschien. Misschien.’ Het oog maakte nu een minder angstwekkende indruk. Zoals de poppenspeler had gezegd, moest het een soort storm zijn. Het had alle kleuren van een storm: zwarte wolken en daarboven zonverlichte witte wolken, en het donkere ‘oog’ van de storm, dat fungeerde als de iris van het Oog.