Выбрать главу

‘Dan was ze niet uitgekozen om met ons mee te gaan. Als haar geluk ook maar af en toe betrouwbaar was geweest dan zou Nessus haar nooit hebben gevonden. Dan zou ze de Aarde niet hebben verlaten.’

De bliksem schitterde, verlichtte de lange, lange tunnel kolkende stormwolken. Een snelle rechte streep wees recht voor hen uit: het waterdampspoor van Teela’s cyclette. Maar van de cyclette zelf was niets te zien.

‘Louis, dan zouden we nooit op de Ringwereld zijn neergestort!’

‘Daar ben ik nog over aan ’t denken.’

‘Misschien kun je beter denken over hoe we haar leven kunnen redden.’

Louis knikte. Zonder echt te voelen dat het dringend was, drukte hij de oproepknop voor Nessus in — iets dat Spreker niet kon.

De poppenbaas reageerde onmiddellijk alsof hij erop had zitten wachten. Louis zag tot zijn verrassing dat Spreker de verbinding niet verbrak. Hij gaf snel een overzicht van de gebeurtenis.

‘Het lijkt erop dat we ons allebei hebben vergist met Teela.’

‘Jah.’

‘Haar cyclette vliegt nu op noodsnelheid. Haar voorhoofd zou niet voldoende zijn om die in te schakelen. Eerst moet ze de activeerpen uittrekken. Ik begrijp niet goed hoe dat per ongeluk gebeurd kan zijn.’

Waar zit die pen?’ En toen de poppenspeler het hem had laten zien, zei Louis: ‘Misschien heeft ze hem wel uit pure nieuwsgierigheid uitgetrokken, om te kijken wat erachter zat.’

‘Echt?’

Spreker kwam ertussen. ‘Maar wat kunnen we doen?’

‘Laat haar als ze weer bijkomt contact met mij opnemen,’ zei Nessus zakelijk. ‘Ik kan haar laten zien hoe ze de normale aandrijving weer in moet schakelen, en hoe ze ons daarna terug kan vinden.’

‘Maar in de tussentijd kunnen we dus niets doen?’

‘Inderdaad. Het gevaar bestaat dat onderdelen van het voortstuwingssysteem uitbranden, maar haar voertuig zal obstakels vermijden en ze stort ook niet neer. Ze vliegt van ons vandaan met ongeveer viermaal de snelheid van het geluid. Het grootste gevaar dat haar bedreigde is anoxenie. Dat kan hersenbeschadiging tot gevolg hebben, maar ik vermoed dat we ons daar geen zorgen om hoeven te maken.’

Waarom niet? Anoxenie is gevaarlijk.’

‘Ze heeft te veel geluk,’ zei Nessus.

Gevaarlijk avontuur van Teela Brown

De nacht was zwart toen ze de iris van de oogstorm uitkwamen. Er waren geen sterren, maar af en toe was er een gat in het wolkendek, waar het zwakke blauwe licht van de Boog door scheen. ‘Ik heb er nog eens over nagedacht,’ zei Spreker. ‘Nessus, je mag je weer bij ons voegen als je wilt.’

‘Dat zal ik doen,’ zei de poppenspeler.

‘We hebben je niet-Kzinti, niet-menselijke ideeën nodig. Je hebt blijk gegeven van groot vernuft. Maar je moet beseffen dat ik de misdaad die jouw ras tegen het mijne heeft begaan, niet zal vergeten.’

‘Ik koester geen enkel verlangen om met je geheugen te knoeien, Spreker.’

Louis Wu merkte maar nauwelijks iets van deze triomf van praktisch inzicht over eerbesef, van intelligentie over xenofobie. Waar de wolkenvelden en de oneindigheidshorizon elkaar ontmoetten, zocht hij alles af naar een spoor van de pijl van waterdamp, die Teela’s cyclette achter zich had gelaten. Maar die was volkomen verdwenen.

Teela was nog steeds buiten bewustzijn. Haar intercombeeld bewoog zich rusteloos, en Louis schreeuwde: ‘Teela!’ Maar ze reageerde niet.

‘We hadden ongelijk waar het Teela betrof,’ zei Nessus. ‘Maar ik kan niet begrijpen waarom. Waarom zijn we neergestort, als haar geluk zo sterk is?’

‘Dat is precies wat ik Louis al een hele tijd probeer te laten beseffen!’

‘Maar,’ zei de poppenspeler, ‘als haar geluk geen kracht heeft, hoe kan ze dan de noodaandrijving hebben aangezet? Ik geloof dat ik steeds gelijk heb gehad. Teela Brown heeft psychisch geluk.’ Waarom werd zij dan juist gekozen? Waarom is dan de Leugenaar neergestort? Geef daar maar eens antwoord op!’

‘Hou op,’ zei Louis.

Ze negeerden hem. ‘Haar geluk is niet steeds betrouwbaar, dat is wel duidelijk.’

‘Als haar geluk haar één keer in de steek had gelaten, dan zou ze nu dood zijn.’

‘Als ze dood of gekwetst was geraakt, dan had ik haar niet uitgekozen. We moeten rekening houden met toevallige samenlopen van omstandigheden. Je moet beseffen, Spreker, dat bij kansberekeningen het toeval wel degelijk meetelt.’

‘Maar tovenarij niet. Ik kan niet geloven dat mensen met een extra-geluksfactor kweken mogelijk is.’

‘Je zult wel moeten,’ zei Louis.

Dit keer hoorden ze hem wel. ‘Ik had het al veel eerder moeten beseffen,’ ging hij verder. ‘Niet omdat ze steeds weer ontsnapte aan een ramp. Het waren de kleine dingen, dingen in haar persoonlijkheid. Ze heeft geluk, Spreker. Geloof het nou maar.’

‘Louis, hoe kun jij geloof hechten aan deze nonsens?’

‘Ze heeft nooit pijn meegemaakt. Bij haarzelf. Nooit.’

‘Hoe kun je dat nou weten?’

‘Ik weet ’t. Ze heeft steeds weer blijk gegeven alles te weten van genoegen, en niets van pijn. Net na de noodlanding bijvoorbeeld. Ze probeerde op blote voeten een lavahelling op te lopen die net niet meer vloeibaar was van de hitte.’

‘Ze is niet erg intelligent, Louis.’

‘Ze is wél intelligent, driggit!’ snauwde Louis. ‘Ze heeft gewoon nog nooit pijn meegemaakt, pijn ondervonden. Toen ze haar voeten begon te schroeien, draafde ze regelrecht de helling af en een oppervlak op dat tien keer zo glad is als ijs — zonder te vallen!’ Aarzelend zei Spreker: ‘Zelfs als wat je zegt waar is, Louis, dan vind ik het toch bijna onmogelijk om te geloven in psychisch geluk.’

‘Ik geloof er wel in. Ik moet wel.’

‘Als haar geluk betrouwbaar is,’ zei Nessus, ‘dan zou ze nooit hebben geprobeerd om op pas gesmolten rots te lopen. Maar het geluk van Teela Brown beschermt ons sporadisch. Geruststellend, vinden jullie niet? Jullie drieën zouden dood zijn geweest als jullie niet door wolken waren beschermd toen je over dat veld zonnebloemen gleed.’

‘Jah,’ zei Louis, maar hij herinnerde zich dat de wolken lang genoeg open waren gegaan om Spreker-tot-Dieren van top tot teen te verschroeien. Hij herinnerde zich de trappen in de Hemel, die Teela Brown negen verdiepingen hoger hadden getransporteerd, terwijl Louis Wu had moeten lopen. Hij voelde het verband om zijn hand, en herinnerde zich Sprekers hand, tot op het bot weggebrand, terwijl Teela’s schijf een gat had gemaakt in de huls waarmee hij aan het zadel van haar cyclette zat. ‘Haar geluk schijnt haar wat beter te beschermen dan ons.’

‘En waarom ook niet, Louis. Maar je lijkt een beetje uit je gewone doen.’

‘Misschien ben ik dat ook wel …’ Haar vrienden zouden al lang zijn opgehouden haar te vertellen over hun problemen. Teela Brown begreep niets van problemen. Proberen Teela Brown duidelijk te maken wat pijn was, zou gelijk staan aan het beschrijven van het kleurengamma aan een blinde.

Maar sporadisch of niet … Teela’s vreemde eigenschap maakte haar … iets anders dan menselijk, misschien. Wel een vrouw, dat zeker, maar met verschillende sterke punten, andere talenten, andere blinde vlekken ook … En dit was de vrouw van wie Louis Wu had gehouden. Heel eigenaardig allemaal.

‘Zij hield ook van mij,’ zei hij in gedachten. ‘Vreemd. Ik ben haar type niet. En als ze niet van mij had gehouden, dan …’

‘Wat? Louis, heb je het tegen mij?’

‘Nee, Nessus, tegen mezelf …’ Was dat haar ware reden om zich bij Louis Wu en zijn Zootje Ongeregeld aan te sluiten? Dat maakte het mysterie nog eens zo ingewikkeld. Geluk zorgde ervoor dat Teela verliefd werd op een man die niet geschikt voor haar was, bracht haar ertoe zich aan te sluiten bij een expeditie die van meet af aan niet al te best was verlopen en op rampzalige wijze was geëindigd, zodat ze een paar keer dicht bij een gewelddadige dood was geweest. En dat klopte niet.