Выбрать главу

‘We moeten een nieuw doel hebben,’ zei Spreker. ‘We hebben iets nodig waarmee we de Leugenaar weer de ruimte in kunnen krijgen. Ik moet bekennen dat het mij geheel aan ideeën ontbreekt.’

‘Mij niet,’ zei Louis.

De Kzin leek verrast. ‘Nu al?’

‘Ik wil er nog wat langer over nadenken. Ik weet niet zeker of het wel een zinnig idee is, en of het uitvoerbaar is, daar durf ik al helemaal niets over te zeggen. We zullen in ieder geval een voertuig nodig hebben. Laten we daar eens over nadenken.’

‘Een slede misschien. We kunnen de overgebleven cyclette gebruiken om ’m te trekken. Een grote slede, misschien de muur van een gebouw.’

‘Ik heb een beter idee. Ongetwijfeld kan ik Halrloprillalar zover krijgen dat ze me de machines laat bekijken die dit gebouw in de lucht houden. Misschien kunnen we van het gebouw zelf wel een transportmiddel maken.’

‘Probeer dat maar, ja,’ zei Louis.

‘En jij?’

‘Gun me wat tijd.’

De kern van het gebouw was één grote massa machines. Een deel ervan zorgde ervoor dat het gebouw in de lucht bleef, andere apparaten zorgden voor airconditioning en watercondenseerders en waterkranen, en een geïsoleerd stuk maakte deel uit van de generators voor de elektromagnetische val. Nessus werkte. Louis en Prill stonden te kijken, stijfjes elkaar negerend.

Spreker was nog steeds in de gevangenis. Prill had geweigerd hem naar boven te laten komen.

‘Ze is bang voor je,’ had Nessus gezegd. ‘We zouden haar natuurlijk onder druk kunnen zetten. We zouden jou op een van de cyclettes kunnen zetten. Als ik weigerde mee te gaan tot jij op het podium stond, dan zou ze je cyclette moeten laten opstijgen.’

‘Misschien laat ze me tot halverwege het plafond stijgen om me dan te laten vallen. Nee.’

Maar ze had Louis Wu geaccepteerd.

Hij bestudeerde haar terwijl hij deed of hij haar negeerde. Haar mond was smal, vrijwel liploos. Haar neus was klein en recht en smal. Ze had geen wenkbrauwen.

Geen wonder dat ze een uitdrukkingsloos gezicht leek te hebben. Haar gelaatstrekken leken niet veel meer dan de flauwe lijnen op de dummy van een pruikenmaker.

Na twee uur werken kwamen Nessus’ hoofden uit een reparatiepaneel. ‘Ik kan niet zorgen voor vermogen om ons hier vandaan te brengen. De krachtvelden die ons in de lucht houden, kunnen niet méér dan dat. Maar ik heb een corrigeermechanisme losgekoppeld dat ervoor moest zorgen dat we boven deze plek bleven hangen. Het gebouw is nu aan de wind overgeleverd.’

Louis grinnikte. ‘Of aan een sleepboot. Maak een kabel aan je cyclette vast en trek het gebouw achter je aan.’

‘Dat hoeft niet. De cyclette is voorzien van een reactieloze stuwstraalmotor. Hij kan gewoon binnen het gebouw blijven.’

kwam daar het eerst op, hè? Maar die motor heeft een ontzettend groot vermogen. Als de cyclette hier losslaat …’

‘Ja …’ De poppenspeler wendde zich tot Prill en begon langzaam tegen haar te spreken in de taal van de goden van de Ringwereld. Hij sprak een hele tijd, en ten slotte zei hij tegen Louis: ‘Er is een hoeveelheid elektro-montageplastic. We kunnen de cyclette in plastic vatten, en alleen de bedieningsorganen vrijlaten.’

‘Is dat niet wat drastisch?’

‘Louis, als de cyclette losslaat, kan ik gewond raken.’

‘Hm … misschien. Kun je het gebouw laten landen als dat moet?’

‘Ja, ik kan de vlieghoogte wijzigen.’

‘Dan hebben we geen verkenningsvoertuig nodig. Oké, dan doen we dat.’

Louis rustte, maar hij sliep niet. Hij lag op zijn rug op het grote ovale bed. Zijn ogen waren open en hij staarde door het plexiraam in het plafond.

Over de rand van het schaduwvlak was de gloed van de zonne-corona te zien. De nieuwe dag was niet ver meer, maar de Boog was nog blauw en felverlicht in de zwarte hemel.

‘Ik moet krankzinnig zijn,’ zei Louis Wu.

En: ‘Wat kunnen we dan doen?’

De slaapkamer had waarschijnlijk deel uitgemaakt van de suite van de directeur van de gevangenis. Hij en Nessus hadden de cyclette gemonteerd in een diepe kast, en er plastic over en langs gegoten, en daarna, met Prills hulp, een stroomleiding door het plastic geleid. De kast was er net groot genoeg voor geweest. En de suite was nu een stuurcabine.

Het bed rook oud. Het kreukelde toen hij zich even verroerde. ‘Vuist-van-God,’ zei Louis Wu tegen het duister. ‘Ik zag ’m. Zestienhonderd kilometer hoog. Maar dat klopt niet. Ze zouden nooit een zo hoge berg bouwen, niet als …’ De rest van de zin liet hij onuitgesproken.

En opeens zat hij rechtop in zijn bed en schreeuwde: ‘Schaduw-vlakdraad!’

Een schaduw kwam de slaapkamer binnen.

Louis verstarde. Bij de deur brandde geen licht. Toch was aan de vloeiende bewegingen en de schakering van subtiele tinten licht en donker te zien dat een naakte vrouw op hem toe kwam lopen. Hallucinatie? De geest van Teela Brown? Ze was bij hem voor hij het wist. Volkomen zeker van zichzelf ging ze naast hem op het bed zitten. Haar hand gleed naar hem toe en raakte zijn gezicht aan, en haar vingertoppen streken langs zijn wang.

Ze was bijna kaal. Hoewel haar haar donker, lang en dik was zodat het onder het lopen op en neer golfde, groeide het maar in een tweeëneenhalve centimeter brede strook die van de onderkant van haar schedel naar haar oren liep. In het duister waren haar gelaatstrekken vrijwel onzichtbaar. Maar haar lichaam was heel mooi. Hij zag nu voor het eerst hoe ze was gebouwd. Ze was slank, lenig en gespierd als een beroepsdanser, maar toch rank. Haar borsten waren zwaar en hoog ingeplant.

Als haar gezicht net zo was geweest als haar lichaam …

‘Ga weg,’ zei Louis, er wel voor zorgend het niet onvriendelijk te laten klinken. Hij pakte haar pols vast en maakte zo een eind aan wat haar vingertoppen met zijn gezicht deden. Het had aangevoeld als een gelaatsmassage, oneindig ontspannend. Hij stond op, trok haar zacht overeind, pakte haar bij haar schouders. Als hij haar nu gewoon omdraaide en een tikje op de bil gaf …?

Ze liet haar vingertoppen langs zijn hals glijden. Nu gebruikte ze beide handen. Ze raakte hem op zijn borst aan, en hier, en daar, en opeens was Louis Wu blind van lust. Zijn handen klemden zich als bankschroeven om haar schouders.

Ze liet haar handen zakken. Ze wachtte, deed gein poging om te helpen toen hij zich uit zijn kleren werkte. Maar terwijl hij zich uitkleedde, aaide ze hem hier, en daar, niet altijd op zenuwknooppunten. En elke keer was het of het genots centrum van zijn hersenen werd geraakt.

Hij stond in lichterlaaie. Als ze hem nu wegduwde, zou hij geweld gebruiken. Hij moest en zou haar bezitten …

… Maar ergens wist een koel stuk binnenin hem dat ze hem even snel seksueel kon verkillen als ze hem kon opwinden. Hij voelde zich een jonge sater, maar hij besefte ook vagelijk dat hij als een marionet aan touwtjes danste.

Maar dat kon hem op dit ogenblik heel, heel weinig schelen. En op Prills gezicht lag nog steeds geen uitdrukking.

Ze voerde hem mee tot op de rand van het orgasme, en toen hield ze hem daar, hield hem daar … zodat toen het kwam, het wel leek of hij door de bliksem werd getroffen. Maar de bliksem vlamde door, steeds maar door, een witgloeiende ontlading van de extase.

Toen het voorbij was, besefte hij nog maar nauwelijks dat ze wegliep. Ze moest weten dat ze hem tot op de bodem had opgebruikt. Hij sliep voor ze bij de deur was.

En werd wakker met de gedachte: Waarom deed ze dat nou?

Je bent te drigg analytisch, zei hij tegen zichzelf. Ze is eenzaam. Ze moet hier al een hele tijd zijn. Ze heeft een bepaalde vaardigheid aangeleerd, en ze heeft de laatste tijd niet de gelegenheid gehad om die vaardigheid ook toe te passen …

Vaardigheid. Ze moest meer van anatomie afweten dan de meeste professoren. Een doktoraal examen in Prostitutie gehaald? Achter het oudste beroep zat meer dan je op het eerste gezicht zou vermoeden. Louis Wu kon bedrevenheid op elk gebied onderkennen. Deze vrouw had het op het hare.