Выбрать главу

Maar de echte marionet, dat ben jij. Je blijft dansen aan de touwtjes van je geluk, je hele verdere leven lang. Finagle weet je zo iets als vrije wil hebt. Je zult in ieder gevoel moeite genoeg hebben om ervan gebruik te maken.’

Zoeker keek naar Louis en Teela, knielde neer, en liet zijn duim langs het lemmet van het zwarte ijzeren zwaard glijden. Hij moest wel beseffen dat wat hier gebeurde Teela ongelukkig maakte. Hij moest ook nog steeds de indruk hebben dat ze aan Louis Wu toebehoorde.

En Louis draaide zich om en keek naar Nessus. En was niet verbaasd toen hij zag dat de poppenbaas zich in een bal had opgerold, zijn hoofden in zijn maag had gestoken, en zich had teruggetrokken uit het universum.

Louis pakte de poppenspeler bij de enkel van diens achterbeen beet. Hij ontdekte dat hij zonder al te veel moeite Nessus op zijn rug kon rollen. Nessus woog niet veel meer dan Louis Wu.

En hij vond het niet prettig. De enkel trilde in Louis’ hand.

‘Jij hebt dit alles teweeggebracht,’ zei Louis Wu, ‘met je monsterlijke egoïsme. Van dat egoïsme heb ik bijna evenveel last als van de monsterlijke fout die je hebt gemaakt. Hoe jullie tegelijkertijd zo machtig, en zo vastberaden en zo stom hebben kunnen zijn, het gaat mijn verstand te boven. Besef je al dat alles wat er hier met ons is gebeurd een zij-effect was van Teela’s geluk?’

De bal die Nessus was, kromp nog verder in elkaar. Zoeker keek gefascineerd toe.

‘Dan kun je teruggaan naar je werelden en je soortgenoten meedelen dat rommelen met de paargewoonten van mensen een riskante bezigheid is. Deel ze maar mee dat als er genoeg Teela Browns zijn, alle wetten over de kansberekening op de vuilnishoop kunnen worden gegooid. Zelfs elementaire fysica is op atomair niveau niet meer dan een welles-nietes spelletje. Deel ze maar mee dat het heelal zo’n gecompliceerd stuk speelgoed is dat een redelijk voorzichtig wezen er niet mee rondhannest.

Deel ze dat maar mee. Als je thuis bent. Maar ondertussen moet je ophouden om voor bal te spelen. Nu meteen. Ik heb het schaduwvlakdraad nodig. En jij moet het voor me te pakken krijgen. We zijn bijna voorbij de Oogstorm. Hou op, Nessus.

poppenspeler rechtte zijn lichaam en stond op. ‘Je maakt me te schande, Louis,’ begon hij.

‘Durf je dat hier te zeggen?’

De poppenbaas zweeg. Even later ging hij voor het grote raam staan en keek naar de storm.

Goden van de Ringwereld

Voor de Ringwerelders die de toren Hemel vereerden, hingen er nu twee torens boven de grond.

Net als de vorige keer wemelde het op het plein voor het altaar van gezichten als gouden bloemen. ‘We zijn weer op een heilige dag gekomen,’ zei Louis. Hij probeerde de geschoren koorleider te ontdekken, maar hij zag hem niet.

Nessus keek verlangend naar de Hemeltoren. De brug van de Onwaarschijnlijk bevond zich op hetzelfde niveau als de kaartenkamer van het kasteel. ‘De eerste keer had ik niet de gelegenheid om dit oord te verkennen,’ zei de poppenbaas treurig. ‘En nu kan ik er niet bij komen.’

‘We kunnen een opening maken met de desintegrator,’ suggereerde Spreker. ‘En je dan laten zakken, met een touw of een ladder.’

‘Ook deze mogelijkheid moet aan mij voorbijgaan.’

‘Het is niet zo gevaarlijk als heel veel andere dingen die je hier hebt gedaan.’

‘Maar toen ik hier risico’s liep, was ik op zoek naar kennis. Nu heb ik genoeg gegevens over de Ringwereld, mijn thuiswereld heeft niet meer nodig. Als ik nu nog mijn leven riskeer, dan zal ik dat alleen doen om ervoor te zorgen dat ik naar huis kan terugkeren, mét die gegevens. Louis, daar is je schaduwvlakdraad.’ Louis knikte stil.

Over de draaiwaartse kant van de stad lag een wolk zwarte rook. Aan de manier waarop het zich dicht tegen de gebouwen aan klemde, was te zien dat het een dikke laag moest zijn, en ook zwaar. Een obelisk met ramen, vlakbij het centrum, stak door de massa heen. De rest was er onder bedolven.

Het moest schaduwvlakdraad zijn. Maar er was zoveel! ‘Hoe kunnen we dat nou vervoeren?’

Louis kon alleen maar zeggen: ‘Ik heb er geen idee van. Laten we eerst maar es naar beneden gaan om het wat beter te bekijken.’

Ze zetten hun gehavende politiegebouw naast het plein met het altaar neer, aan de draaiwaartse kant.

Nessus zette de motoren die het gebouw in de lucht hielden niet af. Hij liet het gebouw de grond maar net raken. Wat een observatiepodium boven gevangeniscellen was geweest, werd nu de loopplank. Als hij het gebouw verder had laten zakken, zou het podium volkomen in elkaar zijn gedrukt.

‘We moeten een manier zien te vinden om met dat spul om te springen,’ zei Louis. ‘Een handschoen van hetzelfde draad zou geschikt kunnen zijn. Of we kunnen het opwinden op een spoel van Ringvloer-materiaal.’

‘We hebben noch handschoenen noch spoel. We moeten met de mensen hier praten,’ zei Spreker. ‘Misschien hebben ze wel oude legenden, oude stukken gereedschap, oude heilige relieken. En wat meer is: ze hebben drie dagen gehad om met het draad om te leren gaan.’

‘Dan moet ik met jullie meegaan.’ De poppenspeler wilde niet erg graag, daar wees zijn plotselinge huiveren wel op. ‘Spreker, jij beheerst de taal niet voldoende. We moeten Halrloprillalar hier laten om het gebouw te laten opstijgen als dat nodig mocht blijken. Tenzij — Louis, zou Teela’s inheemse minnaar ertoe kunnen worden overgehaald om voor ons te onderhandelen?’

Het stak Louis om zo over Zoeker te horen praten. Hij zei: ‘Zelfs Teela wil hem geen genie noemen. Ik zou het onderhandelen niet aan hem durven toevertrouwen.’

‘Ik evenmin. Louis, hebben we werkelijk het schaduwvlakdraad nodig?’

‘Ik wéét het niet. Als ik geen dolle dromen koester, dan hebben we het nodig. Anders …’

‘Laat maar, Louis. Ik ga wel mee.’

‘Je hoeft niet op mijn oordeel te vertrouwen …’

‘Ik ga.’ Weer rilde de poppenspeler. Het vreemdste aan Nessus’ stem was dat hij zo helder kon klinken, zo precies, zonder ooit blijk te geven van een spoor van emotie. ‘Ik weet dat we het draad nodig hebben. Door welke samenloop van omstandigheden is het draad zo keurig in onze omgeving terechtgekomen? Alle toevallige samenlopen van omstandigheden zijn terug te voeren op Teela Brown. Als we het draad niet nodig hadden, zou het niet hier zijn.’

Louis ontspande zich. Niet omdat wat Nessus zei verstandig klonk, want dat was niet het geval. Maar het vormde een ruggesteuntje voor Louis’ eigen tentatieve conclusies. En daarom klampte Louis zich aan de woorden van de poppenspeler vast, en weerhield zich ervan om Nessus te vertellen wat voor onzin hij debiteerde.

Ze liepen achter elkaar de toren uit en het land op, onder de schaduw van de Onwaarschijnlijk uit. Louis had een flitslichtlaser bij zich, Spreker-tot-Dieren de desintegrator. Zijn spieren golfden soepel onder het lopen, en ze waren heel duidelijk te zien door zijn centimeter lange oranje vacht heen. Nessus was blijkbaar ongewapend. Hij gaf de voorkeur aan de tasp, en aan zijn positie in de achterhoede.

Zoeker liep naast hen, zijn zwarte ijzeren zwaard paraat. Zijn grote, zwaar vereelte voeten waren naakt, net als zijn hele lichaam, afgezien van de gele huid die hij droeg als lendedoek. Zijn spieren golfden net als die van de Kzin.

Teela was ongewapend.

De laatste twee zouden nu aan boord van de Onwaarschijnlijk op de afloop van de onderhandelingen hebben zitten wachten, als Louis en Zoeker niet over Teela hadden gepraat, die ochtend. Het was Nessus’ schuld. Louis had de poppenbaas als tolk laten fungeren toen hij Teela Brown te koop aanbood aan Zoeker.

Zoeker had ernstig geknikt, en één capsule Ringwereld-elixer geboden, ter waarde van ongeveer vijftig jaar leven.

‘Akkoord,’ had Louis gezegd. Het was een genereus bod, al was Louis niet van plan om het spul in zijn mond te stoppen. Het was wel zeker dat het elixer nog nooit was uitgeprobeerd op iemand als Louis Wu, die al zo’n honderdzeventig jaar methusalixer gebruikte.