Выбрать главу

‘Maar het is zo onecht. Ik die pretendeer een lekkerbek te zijn.’

‘Pretendeer niets. Eet en geniet. Gehakte proteïnebiefstuk is niet het enige voedsel in het universum.’

Zijn kalmte deed haar goed, omhulde haar, maar sloeg niet helemaal op haar over. Hij bestelde voor allebei. Lona was trots op zijn vaardigheid. Het was maar een klein ding om wijs te kunnen worden uit een menu in een dergelijke gelegenheid; maar toch, hij wist zoveel. Hij was imponerend. Ze merkte opeens dat ze zat te denken: had ik hem maar ontmoet voordat ze… en brak die gedachte af. Geen enkele samenloop van omstandigheden was denkbaar die haar in contact gebracht zou hebben met de nog niet verminkte Minner Burris. Hij zou haar niet opgemerkt hebben; hij moest zich toen bezig gehouden hebben met vrouwen als die deinende oude Elise. Die hem nog steeds achterna liep, maar hem nu niet kon krijgen. Hij is van mij, dacht Lona fel. Hij is van mij! Ze schoven me een gebroken stukje mens toe, en ik help hem weer te maken, en niemand zal hem van me afnemen.

‘Wil je soep en hors d’oeuvres?’ vroeg hij. ‘Ik heb niet zo’n honger.’

‘Proef er in elk geval iets van.’

‘Ik zou ’t alleen maar laten staan.’

‘Niemand hier geeft iets om eten dat niet opgegeten wordt. En we betalen er tenslotte niet voor. Probeer ‘t.’

Er begonnen schalen te verschijnen. Elk daarvan was een specialiteit van een verre wereld, ofwel echt geïmporteerd, ofwel nagemaakt met de allergrootste omzichtigheid. Spoedig stond de tafel vol exotische gerechten. Schotels, schalen, kommen met rariteiten, geserveerd in verbijsterende overvloed. Burris noemde haar de namen en probeerde uit te leggen wat het allemaal was, maar ze was nu zo goed als verdoofd en nauwelijks in staat om ook maar iets te begrijpen. Wat was dit schilferende witte vlees? Die gouden bessen, gedoopt in honing? Die soep, bleek en besprenkeld met kruidige kaas? De aarde alleen al produceerde al zoveel keukens; om te kiezen uit een melkweg was een zo duizelingwekkende gedachte dat de eetlust haar verging.

Lona knabbelde. Ze raakte steeds meer in de war. Een hapje van dit, een slokje van dat. Ze verwachtte de hele tijd dat de volgende hap nog ’t een of andere levende schepsel bevatte. Lang voordat de hoofdschotel was opgediend, was ze verzadigd. Er waren twee soorten wijn gebracht. Burris mengde ze en ze veranderden van kleur, turquoise en robijnrood smolten samen tot een onverwachte opalen tint. ‘Katalytische respons,’ zei hij. ‘Ze calculeren zowel de esthetica van het oog als van de smaak. Hier.’ Maar ze kon er maar een klein beetje van drinken.

Bewogen de sterren zich nu in warrige cirkels?

Ze hoorde overal om zich heen geroezemoes. Meer dan een uur lang was ze in staat geweest om te doen alsof Burris en zij geïsoleerd waren in hun privéhoekje, maar nu begon de aanwezigheid van de andere gasten er doorheen te breken. Ze keken. Gaven commentaar. Gaan en komen, van tafel tot tafel glijdend op hun gravitronplaat. Heb je ’t gezien? Wat denk je ervan? Wat betoverend! Wat vreemd! Wat grotesk!

‘Minner, laten we hier weggaan.’

‘Maar we hebben ons dessert nog niet gehad.’

‘Ik weet ‘t. Het kan me niet schelen.’

‘Likeur van de Procyon-groep. Café Galactique.’

‘Minner, nee.’ Ze zag zijn ogen opengaan tot de volle luikbreedte en ze wist dat de een of andere uitdrukking op haar gezicht hem diep moest hebben geraakt. Ze stond op ’t punt om misselijk te worden. Misschien was hem dat duidelijk.

‘We gaan,’ zei hij tegen haar. ‘We komen een andere keer wel terug voor het dessert.’

‘Het spijt me zo, Minner,’ murmelde ze. ‘Ik wilde het diner niet bederven. Maar hier… Ik voel me gewoon niet op mijn plaats in zo’n gelegenheid. Het maakt me bang. Al die vreemde gerechten. Die starende ogen. Ze zitten allemaal naar ons te kijken, nietwaar? Als we terug konden gaan naar de kamer, zou ’t veel beter gaan.’

Hij ontbood de draagschijf. Haar stoel liet haar los uit zijn intieme greep. Haar benen waren wankel toen ze opstond. Ze wist niet hoe ze een stap moest doen zonder te vallen. Een vreemde, tunnelachtige helderheid van geest toonde haar geïsoleerde beelden terwijl ze aarzelde. De dikke met juwelen omhangen vrouw met een hele reeks onderkinnen. Het vergulde meisje in transparante kledij, niet veel ouder dan zij, maar oneindig veel zekerder van zichzelf. De tuin van kleine gevorkte bomen twee niveaus lager. De koorden van levend licht als guirlandes in de lucht. Een dienblad dat door de open ruimte scheerde met daarop drie kroezen donker glanzende onbekendheid. Lona zwaaide op haar benen. Burris hield haar vast en tilde haar praktisch op de schijf, hoewel het er voor een toeschouwer niet op leek dat hij haar zozeer ondersteunde.

Ze staarde recht voor zich uit toen ze de kloof naar het ingangsplatform overstaken.

Haar gezicht was hoogrood gekleurd en baadde in het zweet. In haar maag, leek het haar, waren de vreemde creaturen tot leven gekomen en zwommen ze geduldig rond in digestieve sausen. Op de een of andere manier kwamen Burris en zij langs de kristallen deuren. Omlaag naar de lobby met een snelle lift; dan weer naar boven, een andere schacht, naar hun suite. Ze ving een blik op van Aoudad die in de gang rondhing en snel achter een dikke pilaar verdween.

Burris morrelde aan de deur. Hij opende zich voor hen.

‘Ben je misselijk?’ vroeg hij.

‘Ik weet ’t niet. Ik ben blij dat ik daar weg ben. Het is hier zoveel rustiger. Heb je de deur op slot gedaan?’

‘Natuurlijk. Kan ik iets voor je doen, Lona?’

‘Laat me uitrusten. Een paar minuten, alleen.’ Hij bracht haar naar haar slaapkamer en vleide haar op het ronde bed. Daarna ging hij de kamer uit. Lona was verrast hoe snel ze haar evenwicht hervond nu ze uit het restaurant was. Op ’t eind had het geleken alsof de hemel zelf een reusachtig spiedend oog was geworden.

Nu ze wat gekalmeerd was stond ze op, vastbesloten om de rest van haar valse glamour af te werpen. Ze ging onder de vibraspray staan. Ogenblikkelijk verdween haar pompeuze jurk. Ze voelde zich tegelijkertijd kleiner en jonger. Ze stapte naakt in bed.

Ze deed een schemerlamp aan, schakelde de rest van de verlichting uit en gleed tussen de lakens. Ze voelden koel en aangenaam aan. Een bedieningspaneel regelde naar wens de bewegingen en vormen van het bed, maar Lona keek er niet naar om. Zachtjes zei ze door de intercom naast haar kussen: ‘Minner, wil je nu komen?’

Hij kwam meteen binnen. Hij droeg nog steeds zijn opzichtige dinerkostuum, met cape en al. De uitstaande ribachtige strepen waren zo vreemd dat ze al het andere vreemde aan zijn lichaam bijna teniet deden.

Het diner was een ramp geweest, dacht ze. Het restaurant, zo flonkerend, was als een martelkamer voor haar geweest. Maar de avond kon nog gered worden.

‘Houd me vast,’ zei ze met een zwak stemmetje. ‘Ik ben nog steeds een beetje rillerig, Minner.’

Burris liep op haar toe. Hij ging naast haar zitten en ze kwam iets overeind, waarbij ze het laken van zich af liet glijden zodat haar borsten zichtbaar werden. Hij strekte zich naar haar uit, maar de ribben van zijn kostuum vormden een onbuigzame barrière die alle contact verhinderde.

‘Ik kan me beter van deze plunje ontdoen,’ zei hij.

‘De vibraspray is daar.’

‘Zal ik het licht uitdoen?’

‘Nee, nee.’

Haar blik liet hem niet los toen hij door de kamer liep. Hij ging op de verhoging van de vibraspray staan en schakelde hem in. De vibraspray was bedoeld om de huid te reinigen van alles wat er niet op hoorde te zitten en een spraykostuum zou natuurlijk het eerste weggewassen worden. Burris’ buitennissige pak verdween.

Lona had nog nooit zijn lichaam gezien.

Vastberaden, voorbereid op elke mogelijke rampzalige onthulling, keek ze naar de naakte man tot hij zich naar haar omdraaide. Haar gezicht had een gefixeerde uitdrukking, net als het zijne, want dit was een dubbele test, die uit zou wijzen of ze de schok kon doorstaan als ze oog in oog met het onbekende kwam te staan, en die voor hem uit zou wijzen of hij de schok kon doorstaan van de reactie in haar ogen.