Выбрать главу

‘Ze ligt onder de deken. We zouden graag willen dat u haar identificeerde voor we haar naar binnen brengen.’

Fijne sneeuw van ammoniakkristallen was op de deken gevallen. Ze waaiden weg toen Burris hem opensloeg. Elise, naakt, scheen het ijs te omhelzen. De plekken op haar borst waar zijn vingertoppen hadden geknepen waren dieprood van kleur geworden. Hij raakte haar aan. Als marmer was ze.

‘Ze stierf ogenblikkelijk,’ zei een stem bij zijn elleboog.

Burris keek op. ‘Ze had deze middag heel wat te slikken gekregen. Misschien is dat de verklaring.’

De rest van de avond en de ochtend die daarop volgde bleef hij op zijn kamer. ’s Middags werd hij verzocht zich naar de ruimtehaven te begeven en nog geen vier uur daarna was hij vertrokken, op weg naar de aarde via Ganymedes. Hij zei de hele reis weinig.

Negenentwintig

Dona nobis pacem

Ze had zich door de golfstroom mee laten voeren en was beland in de Martlet Torens. Daar woonde ze in een eenpersoonskamer, ging zelden uit, deed zelden andere kleren aan, sprak met niemand. Ze wist de waarheid nu, en de waarheid had haar geketend.

…en toen vond hij haar.

Ze stond erbij als een vogel, klaar om op te vliegen. ‘Wie is daar?’

‘Minner.’

‘Wat wil je?’

‘Laat me binnen, Lona. Alsjeblieft.’

‘Hoe heb je me gevonden?’

‘Wat speurwerk. Wat omkoperij. Doe de deur open, Lona.’

Ze deed hem open. Hij was niet veranderd sinds ze hem voor het laatst had gezien. Hij stapte naar binnen, glimlachte niet zijn equivalent van een glimlach, raakte haar niet aan, gaf haar geen zoen. De kamer was bijna duister. Ze maakte aanstalten om het licht aan te steken, maar hij weerhield haar met een bruusk gebaar.

‘Het spijt me dat ’t hier zo slordig is,’ zei ze.

‘Het ziet er goed uit. Het ziet er precies hetzelfde uit als de kamer waar ik heb gewoond. Maar dat was twee flats verder.’

‘Wanneer ben je op aarde teruggekomen, Minner?’

‘Een paar weken geleden. Ik heb erg lopen zoeken.’

‘Heb je Chalk gezien?’

Burris knikte. ‘Ik ben niet veel wijzer uit hem geworden.’

‘Ik ook niet.’ Lona liep naar de voedselpijp. ‘Wil je iets drinken?’

‘Nee dank je.’

Hij ging zitten. Er zat iets zalig vertrouwds in de omstandige manier waarop hij zich in de stoel vouwde en al zijn extra gewrichten zo zorgvuldig bewoog. Dat gezicht alleen al deed haar hart sneller kloppen.

Hij zei: ‘Elise is dood. Ze doodde zichzelf op Titan.’

Lona gaf geen antwoord.

Hij zei: ‘Ik heb haar niet gevraagd om te komen. Ze was erg verward. Nu heeft ze rust.’

‘Ze is beter met zelfmoord dan ik,’ zei Lona.

‘Je hebt toch niet —’

‘Nee. Niet nog een keer. Ik heb rustig en kalm geleefd, Minner. Zal ik je de waarheid bekennen? Ik heb zitten wachten tot je naar me toekwam.’

‘Alles wat je hoefde te doen was iemand zeggen waar je zatl’

‘Zo eenvoudig was ’t niet. Ik kan mezelf niet aanprijzen. Maar ik ben blij dat je er bent. Ik heb je zoveel te vertellen!’

‘Wat bijvoorbeeld?’

‘Chalk is niet van plan me mijn kinderen terug te geven. Ik heb ’t uitgezocht. Ook als hij ’t zou willen zou hij ’t nog niet kunnen, en hij wil ’t niet. Het was gewoon een voor de hand liggend smoesje om me voor hem te laten werken.’

Burris’ ogen flikkerden. ‘Je bedoelt om jou ertoe te brengen om mij gezelschap te houden?’

‘Precies. Ik wil nu niets meer verbergen, Minner. Je weet ’t allemaal al min of meer. Er moest een prijs zijn voordat ik met je mee zou gaan. Die prijs bestond uit de kinderen. Ik hield mijn deel van de afspraak, maar Chalk houdt zich niet aan de zijne.’

‘Ik wist dat je omgekocht was, Lona. Ik werd ook omgekocht. Chalk vond uit voor welke prijs ik uit mijn schuilplaats zou komen voor een interplanetaire romance met een zeker meisje.’

‘Transplantatie in een nieuw lichaam?’

‘Ja,’ zei Burris.

‘Dat zal je niet krijgen, netzomin als ik mijn baby’s krijg,’ zei ze botweg. ‘Ontneem ik je nu je illusies? Chalk heeft jou net zo bedrogen als hij mij bedrogen heeft.’

‘Dat heb ik ontdekt,’ zei Burris, ‘sinds mijn terugkeer. Dat lichaamstransplantatieproject ligt nog minstens twintig jaar voor ons. Geen vijf jaar. Ze kunnen wel een paar problemen oplossen. Ze kunnen hersenen in een ander lichaam zetten en die in leven houden, maar de — wat zal ik zeggen — de ziel verdwijnt. Ze krijgen een levend lijk. Dat wist Chalk allemaal toen hij me zijn voorstel deed.’

‘Hij kreeg zijn romance uit ons. En we hebben niets uit hem gekregen.’ Lona stond op en begon de kamer op en neer te lopen. Ze wreef zachtjes met haar vingertoppen over het stekelige oppervlak van de kleine gepotte cactus die ze eens aan Burris gegeven had. Burris scheen de cactus voor het eerst op te merken. Hij was aangenaam getroffen.

Lona zei: ‘Weet je waarom hij ons bij elkaar bracht, Minner?’

‘Om geld te slaan uit de publiciteit. Hij pikt twee toegetakelde mensen op en brengt ze er op een sluwe manier toe om zich een eindje op de weg terug tot het leven te begeven en verkondigt dat aan de hele wereld en —’

‘Nee. Chalk heeft geld genoeg. Hij gaf geen steek om de winst die hij maakte.’

‘Wat dan?’ vroeg hij.

‘Een idioot vertelde me wat het werkelijk was. Een idioot genaamd Melangio, die een kunstje doet met kalenders. Misschien heb je hem op de vid gezien. Chalk gebruikt hem in sommige shows.’

‘Nee.’

‘Ik heb hem bij Chalk ontmoet. Soms spreekt een gek de waarheid. Hij zei dat Chalk een drinker van emoties is. Hij leeft op pijn, angst, jaloezie, verdriet. Chalk creëert situaties die hij kan uitbuiten. Breng twee mensen bij elkaar die zo stukgeslagen zijn dat ze met geen mogelijkheid toe kunnen laten dat er geluk in hun levens verschijnt, en kijk toe hoe ze lijden. En voed je. En zuig ze leeg.’

Burris was verbijsterd. ‘Zelfs op zo’n grote afstand? Kon hij zich zelfs voeden toen we op Luna Tivoli waren? Of op Titan?’

‘Na elke keer dat we ruzie maakten… voelden we ons zo moe. Alsof we bloed verloren hadden. Alsof we honderden jaren oud waren.’

‘Ja!’

‘Dat was Chalk,’ zei ze. ‘Smullend van ons lijden. Hij wist dat we elkaar zouden gaan haten en dat was ook wat hij wilde. Kan er een vampier van emoties bestaan?’

‘Dus alle beloften waren vals,’ fluisterde hij. ‘We waren marionetten. Als ’t waar is.’

‘Ik weet dat ’t waar is.’

‘Omdat een idioot je dat vertelde?’

‘Een zeer wijze idioot, Minner. Ga ’t trouwens allemaal zelf nog maar eens na. Denk aan alles wat Chalk tegen je heeft gezegd. Denk aan alles wat er gebeurd is. Waarom stond Elise altijd aan de kant te wachten om haar armen om je heen te slaan? Denk je niet dat dit met opzet werd gedaan, als onderdeel van de campagne om mij kwaad te maken? We werden door onze vreemdheid verbonden… door onze haat. En Chalk genoot ervan.’

Burris staarde haar lange tijd zwijgend aan. Toen liep hij zonder een woord te zeggen naar de deur, deed hem open, liep de hal in en besprong iets. Lona kon niet zien wat hij deed totdat hij terugkwam met een spartelende en kermende Aoudad.

‘Ik dacht wel dat je hier ergens rond zou hangen,’ zei Burris. ‘Kom binnen. Kom binnen. We willen even met je praten.’

‘Minner, doe hem geen pijn,’ zei Lona. ‘Hij is louter een stuk gereedschap.’

‘Hij kan een paar vragen beantwoorden. Is ’t niet, Bart?’

Aoudad bevochtigde zijn lippen. Zijn ogen gingen behoedzaam van de een naar de ander.

Burris sloeg hem.

Zijn hand bewoog zich razendsnel. Lona zag hem niet, evenmin als Aoudad, maar het hoofd van de man sloeg achteruit en bonkte met een doffe klap tegen de muur. Burris gaf hem geen kans zich te verdedigen. Aoudad klampte zich jankend aan de muur vast terwijl de klappen vielen. Eindelijk zakte hij onderuit, zijn ogen nog open, zijn gezicht onder het bloed.