Выбрать главу

De Renaissance heeft vele vormen van de waanzin genezen, maar niet de waanzin zelf. Geestelijken bepaalden de seksuele moraal en schuld stond als een zeef tussen de mens en zijn God. Liefde stond nog steeds gelijk aan hartstocht en hartstocht aan zonde. Het was zondig wanneer een man zijn vrouw hartstochtelijk liefhad. Rome en het Protestantisme beschouwden seksuele lust als pure zonde. Zelfs in landen die geen staatsgodsdienst hadden, bleef dezelfde onderdrukking, dezelfde schuld bestaan. Seks en religie, de bedoeling van het menselijke bestaan, verloren hun betekenis en werden middelen tot een doel. De onoverbrugbare vijandschap tussen de laatste strijders was het bewijs van de identiteit van hun doel — totale overheersing, totale superioriteit.

* * *

Herb Raile gaat de kinderen welterusten zeggen. Hij knielt voor Karens bed. Davy kijkt toe. Herb kietelt haar zij, kietelt haar buik tot ze begint te gillen en bijt in haar oorlelletje. Davy kijkt toe, met grote ogen. Herb bedekt Karens hoofd met de deken en duikt weg, zodat ze hem niet meer kan zien wanneer ze de deken van haar hoofd trekt. Ze zoekt, ziet hem en giechelt opgewonden. Hij kust haar nog eens, stopt haar zachtjes in en fluistert: ‘Pappa houdt van je.’ Daarna gaat hij naar Davy, die waardig toekijkt.

Herb steekt zijn rechterhand uit en Davy legt de zijne er in. Herb schudt hem. ‘Welterusten, jongen.’ Hij laat zijn hand los. ‘Welterusten, pappa,’ zegt Davy die niet naar Herb kijkt. Herb doet het licht uit en gaat weg. Davy komt zijn bed uit, pakt zijn kussen en smijt dat zo hard mogelijk op Karens gezicht.

‘Ik begrijp niet,’ zegt Herb later wanneer alle tranen gedroogd zijn, ‘waarom hij dat nou deed.’

* * *

Wij Ledomieten zeggen het verleden vaarwel, vervolgde de cerebrostilus. Het enige wat wij uit het verleden willen overhouden is naakte en essentiële menselijkheid.

De speciale omstandigheden waarin wij geboren werden, maakt dat mogelijk. Wij komen van een naamloze berg en wij zijn, evenals alle andere soorten, uniek en vergankelijk. Onze vergankelijkheid is onze voornaamste toewijding. Vergankelijkheid is beweging, dynamiek, verandering, evolutie, mutatie, is leven.

De speciale omstandigheden van onze geboorte omvatten het gezegende feit dat in onze kiem geen indoctrinatie aanwezig is. Had de homo sap. het verstand gehad (hij had de macht) dan zou hij al zijn vergiften en gevaren in één generatie hebben uitgebannen. Had homo sap. het verlangen gehad (hij had verstand en macht genoeg) om een godzoekende godsdienst en een daarmee harmoniërende cultuur te vestigen, dan zou hij tezijnertijd zijn schone generaties gehad hebben.

Homo sap. beweerde een formule te zoeken die een eind aan al zijn rampen zou maken. Dit is de formule: een godzoekende godsdienst en een overeenstemmende cultuur. De Apostelen van Jezus hebben die gevonden. Vóór hen de Grieken en daarvoor de oude Kretenzers. Daarna de Catharen, de Quakers en de Angel Dancers. Zowel in de Oriënt als in Afrika werd deze formule herhaaldelijk gevonden — en telkens weer raakte het alleen die mensen die er direct door bewogen werden. Mensen — of althans degenen die anderen leidden — merkten altijd weer dat deze godsdienst geen doctrines verdraagt. Maar zonder doctrines zijn mensen machteloos — dat wil zeggen niet superieur. Aan het onafhankelijk zoeken naar God valt niets te verdienen.

Behalve, natuurlijk, kennis van de ziel en eeuwigdurend leven. Een patriarchaal volk met een patriarchale cultuur heeft een patriarchale godsdienst: een mannelijke godheid, een autoritaire schrift, een sterk centraal gezag, een onderdrukt seksueel gedragspatroon, een sterk conservatisme (want men mag niet veranderen wat Vader heeft opgebouwd), een scherpe scheiding tussen de seksen in gedrag en kleding en een diepe afkeer van homoseksualiteit. Matriarchale volkeren met matriarchale culturen hebben matriarchale godsdiensten: een vrouwelijke god, door priesteressen gediend, een vrij bestuur, grote tolerantie inzake experimenteel denken, een toegevende houding inzake seks, een vaag onderscheid tussen de seksen en een afkeer van incest.

Een patriarchale cultuur probeert altijd anderen te domineren. De andere niet. Soms komt deze in opstand, en meestal wordt zij gedood. De patriarchalen vergiftigen zichzelf. De andere neigt naar verval, een andere vorm van vergif. Soms ontmoet je iemand die gelijkelijk door zijn vader en door zijn moeder is beïnvloed en waarin het beste van deze twee wedijveren. Maar meestal zijn mensen of het een of het ander, en dat is een gevaarlijke zaak.

In Ledom komt dit niet voor.

Wij zijn vrij in kunsten en wetenschap. In sommige dingen zijn wij onwrikbaar conservatief: in onze overtuiging nooit de bedrevenheid van hand en land te mogen vergeten. Wij voeden onze kinderen op zonder moeder- of vaderbeeld maar met het beeld van de ouders en onze godheid is het Kind. Wij doen afstand van het verleden. Wij hebben alleen onszelf. Toch weten we dat er veel schoons was, maar dat is de prijs die wij betalen voor quarantaine en gezondheid, de muur tussen ons en de dode hand. Dit is het enige taboe dat wij kennen.

Want, evenals de homo sap. werden wij uit de aarde en uit de wezens op aarde geboren. Wij werden geboren uit half-beesten, half-wilden — homo sap. baarde ons. Zoals homo sap. weten wij niet uit wie we voortkwamen, hoewel wij de bewijzen van vele mogelijkheden hebben. Onze voorouders bouwden een nest voor ons en zorgden voor ons tot wij konden uitvliegen, maar wij mochten hen niet kennen, want, in tegenstelling tot de meeste mensen, kenden zij zichzelf wel en daarom wilden zij niet vereerd en aanbeden worden. En niemand, behalve zij en de moeders, kenden ons, wisten dat wij hier waren, iets nieuws op aarde. Zij wilden ons niet aan homo sap. verraden, want wij waren anders en diep in zijn hart gelooft homo sap. dat alles wat anders is gevaarlijk is en daarom vernietigd moet worden.

Vooral ook wanneer een ras in menselijk en technisch opzicht verder blijkt te zijn. (Denk aan de Sputnik, Charlie. Je reactie?) maar zeker wanneer de seksuele activiteiten buiten de gewone normen vallen. Want dit is de sleutel tot alle onredelijkheid, van jaloezie tot woede. In een kannibalistische maatschappij is het immoreel om geen mensenvlees te eten.

Het knopje zei klik! en Charlie keek in Philos’ sardonisch lachende ogen. ‘Wel, allemachtig!’ zei hij ontzet.

* * *

‘Wordt er niet gekegeld vanavond, liefje?’

‘Nee, liefje. Ik heb Tillie afgezegd. Zij was blij en ik was blij.’

‘Hebben de meisjes ruzie?’

‘Natuurlijk niet, liefje! Maar... Tillie is op het ogenblik erg overgevoelig. Zij weet het en ze weet dat ik het weet. Ze gaat liever niet kegelen dan met mij woorden te krijgen en ze weet dat dat onvermijdelijk is.’

‘Het klinkt of die prostaatgeschiedenis weer aan de orde is.’

‘Je kletst. Ze heeft bovendien geen prostaat.’

‘Ze heeft Smitty’s prostaat niet. Dat is de ellende.’

‘Misschien. Je zoekt weer schandaaltjes.’

‘Seks... Net broeken.’

‘Wat? O, liefje! Nu word je weer filosofisch! Vooruit, zeg het maar!’

‘Helemaal niet filosofisch. Meer... het heeft iets met fabels te maken.’

‘Fabuleus.’

‘Ik ben dus fabuleus. Seks is net een broek. Goed. Ik loop de straat uit en ga sigaretten kopen. Ik kom terug, zie een heleboel mensen, maar niemand ziet mij.’

‘Iedereen ziet je, jij grote, mooie...’

‘Wacht even! Niemand ziet me werkelijk. Ik kom terug en vraag al die mensen die ik ben tegengekomen of ze me gezien hebben. De een zegt nee, de ander ja. Vraag nou eens wat voor broek ik aan had. Een grijze, een blauwe, een gestreepte.’

‘Wat heeft dat nou met seks te maken!’

‘Wacht nou even! Nu ga ik zonder broek sigaretten halen.’

‘Zonder...’