Выбрать главу

Egwene dwong zichzelf kalm te blijven. De Verzakers en een weving die half Tar Valon kon vernietigen. Zou ze de zusters ervan kunnen overtuigen te blijven als Malind voorstelde om te vluchten? Kon ze Tar Valon aan zijn lot overlaten, en de Toren en het Licht wist hoeveel duizenden mensen? ‘Heeft iemand nog een vraag?’ vroeg ze. ik heb een vraag,’ zei Romanda droogjes. Zij was even kalm als altijd. ‘Maar niet voor deze zusters. Als er geen vragen meer voor ze zijn, zullen ze vast niet meer door de Zaal aangestaard willen worden.’

Het was niet echt aan haar om dat voor te stellen. Het was echter ook niet zo dat het niet mocht, dus besloot Egwene niets te zeggen. Niemand had nog vragen voor Akarrin en haar metgezellen en Romanda bedankte ze verrassend hartelijk voor hun inspanningen. Ook dat was niets voor haar.

‘Wie wilde je iets vragen?’ vroeg Egwene terwijl Akarrin en de andere vijf bij de steeds groter wordende groep zusters tussen de staande lampen en komforen gingen staan. Ze wilden misschien niet meer in de aandacht van de Zaal staan, zoals Romanda het uitdrukte, maar ze wilden wel weten wat de gevolgen van hun onderzoek waren. Het lukte Egwene niet helemaal om vriendelijk te klinken, maar Romanda deed of ze er niets van merkte. Of misschien merkte ze het echt niet.

‘Moria,’ zei ze. ‘Van het begin af aan dachten we al dat de Verzakers hierachter zaten. We wisten al dat het erg krachtig was en dat het ver weg was. Het enige nieuws is dat Shadar Logoth weg is, en dat is wat mij betreft een zeer goede zaak.’ Ze keek de Blauwe Gezetene aan met een blik waar menig Aes Sedai van ineen zou krimpen. ‘Dit is mijn vraag: is er iets voor ons veranderd?’

‘Dat moet wel,’ antwoordde Moria terwijl ze de andere Gezetene strak aankeek. Ze zat misschien niet zo lang als Romanda in de Zaal maar in principe waren Gezetenen gelijk aan elkaar. ‘We zijn al een hele tijd voorbereid op een mogelijke aanval van de Verzakers. Elke zuster weet hoe ze een cirkel moet vormen of hoe ze zich bij een cirkel kan aansluiten totdat een cirkel uit dertien personen bestaat. Iedereen doet mee, zelfs de Novices, zelfs de nieuwelingen.’ Lelaine keek boos naar Moria alsof ze haar graag had willen berispen, maar ze waren van dezelfde Ajah. Ze moesten in ieder geval naar buiten toe één front vormen. Aan Lelaines lippen was echter te zien dat ze moeite had om haar mond te houden.

Romanda hoefde zich niet in te houden. ‘Je hoeft niet uit te leggen wat iedereen hier al weet. Wij zijn degenen die die regels gemaakt hebben. Was je dat misschien vergeten?’ Deze keer was haar toon vlijmscherp. Het was verboden om openlijk boos te zijn in de Zaal, maar je mocht wel laten zien dat je geïrriteerd was. Moria had misschien wel de steek gevoeld, maar liet daar niets van merken. ‘Ik moet het vanaf het begin uitleggen, want anders snapt niemand het. Malind, zijn onze cirkels bestand tegen datgene wat Akarrin en Insein beschreven hebben?’

Ondanks haar felle ogen zag Malind er altijd uit alsof ze op het punt stond te glimlachen. Maar nu zag ze er streng uit en ze keek elke Gezetene aan alsof ze hen van haar woorden wilde doordringen. ‘Dat zijn ze niet, nee. Zelfs als we alles zo regelen dat de sterkste zusters in dezelfde cirkel zitten – wat erop neerkomt dat ze samen moeten leven, eten en slapen als ze op elk ogenblik willen kunnen koppelen – zelfs dan is het alsof muizen een kat aanvallen. Genoeg muizen kunnen een grote, hongerige kat verslaan, maar dat kost wel een hoop muizenlevens. En als er te veel muizen sterven, sterft de Witte Toren.’ Opnieuw ging er een golf van zuchten het paviljoen rond. Het lukte Egwene om haar gezicht rustig te houden, maar ze moest zichzelf dwingen haar rok los te laten en haar handen te ontspannen. Gingen ze voorstellen de stad te bestormen of te vluchten? Licht, hoe kón ze hen tegenhouden?

Dezelfde Ajah of niet, Lelaine kon zich niet meer inhouden. ‘Wat wil je nou zeggen, Moria?’ snauwde ze. ‘Zelfs als we de Toren vandaag nog herenigen, verandert dat niets aan de feiten.’ Moria glimlachte alsof de andere Blauwe zuster precies had gezegd waar ze op gehoopt had. ‘We moeten zorgen dat de feiten veranderen. Nu zijn onze sterkste cirkels te zwak. We hebben geen angrealen en al helemaal geen sa’angrealen, dus hoeven we het daar niet over te hebben. Ik denk trouwens dat er niets in de Toren is wat een groot verschil zou maken. Hoe kunnen we onze cirkels dan wel sterker maken? Sterk genoeg om te voorkomen wat er bij Shadar Logoth gebeurd is? Wat denk jij, Escaralde?’

Egwene was verrast en leunde voorover. Ze werkten inderdaad samen. Maar wat was hun doel?

Ze was niet de enige die doorhad dat de drie Gezetenen die de Zaal bijeen hadden laten komen, allemaal stonden. Moria en Malind gaven door te blijven staan een duidelijk signaal af. Escaralde stond als een koningin, maar de kleine Bruine zuster was zich maar al te bewust van de ogen die steeds van haar naar Malind en Moria gingen, en van de gefronste voorhoofden en de te kalme gezichten. Ze verschoof twee keer haar stola voordat ze sprak. Het leek of ze les aan het geven was. Haar stem was zwak, maar klonk vastberaden. ‘De oude geschriften zijn er vrij duidelijk over, hoewel ik vrees dat ze weinig bestudeerd worden. Er zit steeds meer stof op de boeken. In geschriften uit de begintijd van de Toren staat dat cirkels in de Eeuw der Legenden niet beperkt werden tot dertien personen. De precieze techniek, of beter gezegd, de precieze balans, is niet bekend, maar het moet niet moeilijk zijn om daarachter te komen. Ik zal het uitleggen voor diegenen die niet zoveel tijd in de librije van de Toren hebben doorgebracht. Om een cirkel te kunnen vergroten heb je...’ Ze haperde en moest zichzelf dwingen door te gaan. ‘... heb je mannen nodig die kunnen geleiden.’

Faiselle sprong omhoog. ‘Wat probeer je te zeggen?’ vroeg ze en ging meteen weer zitten zodat niemand zou denken dat ze het voorstel steunde.

‘Ik verzoek de Zaal te laten ontruimen!’ zei Magla terwijl ze opstond. Ze kwam net als Moria uit Illian en haar accent werd versterkt door haar ergernis. ‘Dit kan alleen in een besloten zitting van de Zaal besproken worden.’ Ook zij ging meteen weer zitten nadat ze uitgesproken was. Ze keek boos en zat met gebogen schouders terwijl ze met haar handen steeds haar rok vastpakte.

‘Ik vrees dat het daar te laat voor is,’ zei Moria luid. Ze moest haar stem verheffen om boven het geroezemoes van de zusters achter de banken uit te komen. Het leek wel een gonzende bijenkorf. ‘Wat gezegd is, is gezegd, en het is door te veel zusters gehoord om nog geheim te kunnen houden.’ Haar boezem kwam omhoog terwijl ze diep ademhaalde en ze sprak met nog luidere stem. ik stel de Zaal voor een verdrag te sluiten met de Zwarte Toren, opdat mannen zich indien nodig bij onze cirkels kunnen aansluiten.’ Het was niet vreemd dat haar stem op het einde van de zin een tikkeltje geknepen klonk. Slechts een paar Aes Sedai konden die naam zonder emotie, afschuw of haat uitspreken. Het had effect op het gegons en drie hartslagen lang was het volkomen stil.

‘Dit is waanzin!’ Sheriams gil doorbrak niet alleen de stilte. Een Hoedster nam geen deel aan de debatten in de Zaal. Ze mocht de Zaal niet eens in zonder de Amyrlin. Sheriams gezicht werd vuurrood. Ze rechtte haar rug tegen de onvermijdelijke berisping, of misschien wel om zichzelf te verdedigen. De Zaal had echter wel wat anders te doen dan haar te berispen.

Gezetenen sprongen op van hun bank om meteen weer te gaan zitten zodra ze klaar waren met schreeuwen.

‘Waanzin is nog zacht uitgedrukt!’ schreeuwde Faiselle. Tegelijkertijd gilde Varilin: ‘Hoe kunnen we een verbond sluiten met mannen die kunnen geleiden?’

‘Die zogenaamde Asha’man zijn besmet!’ riep Saroiya zonder zich te bekommeren om de onverstoorbaarheid waar de Witte Ajah altijd zo mee liep te pochen. Ze had haar stola zo stevig vast dat de witte rand zichtbaar trilde. ‘Aangeraakt door de Duistere!’

‘Het voorstel alleen al gaat tegen alles in waar de Toren voor staat,’ zei Takima onbehouwen. ‘We zouden geminacht worden door elke vrouw die zich Aes Sedai noemt, door Aes Sedai die al lang in hun graf liggen!’