Opeens viel haar iets op aan de datum naast Nicola’s naam. Er stonden twee data met een vraagteken achter. Behalve in officiële verslagen en verdragen werden maanden zelden vermeld en de dagen werden al helemaal niet geteld. Getekend en bezegeld in bijzijn van getuigen in de stad Illian op de twaalfde dag van Saven in het jaar... En voor verslagen als deze, of als een vrouw in het Boek van Novices werd ingeschreven. Voor de rest was het meestal genoeg om te vermelden hoeveel dagen het voor of na een feestdag was. Egwene vond uitgeschreven data er altijd vreemd uitzien. Ze moest op haar vingers tellen om er zeker van te zijn dat ze het goed gezien had. ‘Nicola is drie of vier dagen geleden weggelopen, Sheriam, en daar komt Tiana nu mee? Weet ze niet eens zeker of het drie of vier dagen geleden was?’
‘Nicola’s nichten hebben het geheimgehouden, Moeder.’ Sheriam schudde bedroefd haar hoofd. Toch leek het door haar glimlachje alsof ze het wel leuk vond. Alsof ze er zelfs bewondering voor had. ‘Niet uit liefde; ze schenen blij te zijn dat ze van het kind af waren. Ze waren bang dat ze weer snel teruggebracht zou worden. Ze was nogal bazig door haar Talent van Voorspellen. Tiana is heel boos op ze. Ze zullen niet lekker in hun klas zitten en dat blijft nog wel een paar dagen zo, vrees ik. Tiana zegt dat ze van plan is ze elke dag een portie zweepslagen bij wijze van ochtendmaal te geven totdat Nicola weer gevonden is. Ik denk dat ze daar nog wel op terug zal komen. Het duurde zo lang voordat Nicola’s vlucht ontdekt werd dat het moeilijk zal worden om haar terug te vinden.’ Egwene huiverde even. Ze kon zich haar bezoekjes aan de werkkamer van de Meesteres der Novices, de vrouw die nu voor haar stond, maar al te goed herinneren. Sheriam had veel kracht in haar armen. Een dagelijkse portie zweepslagen was erg streng. Maar geheimhouden dat iemand weggelopen was, was ernstiger dan na het avonduur naar buiten sluipen of iemand een poets bakken. Ze schoof het verslag opzij.
‘Tiana zal doen wat zij denkt dat nodig is,’ zei ze. ‘Sheriam, is er iets veranderd in de manier waarop de zusters over mijn droom praten?’ Ze had meteen verteld dat ze over een mogelijke Seanchaanse aanval gedroomd had. De zusters die dat hoorden, hadden haar verdwaasd aangekeken. Iedereen was met stomheid geslagen door de dood van Anaiya.
In plaats van te antwoorden schraapte Sheriam haar keel en streek haar blauwgestreepte rok glad. ‘U weet het misschien niet, Moeder, maar een van Nicola’s nichten is Larine Ayellin. Uit Emondsveld,’ zei ze erbij alsof Egwene dat niet wist. ‘Niemand zal denken dat u iemand voortrekt als u de hele familie gratie verleent. Tiana gaat ze heel streng aanpakken. Ze zullen het zwaar krijgen.’ Egwene leunde voorzichtig naar achteren vanwege de wankele stoelpoot en keek fronsend naar Sheriam. Larine was bijna even oud als zij en ze waren vroeger goede vriendinnen geweest. Ze hadden uren met elkaar geroddeld en vlechten in elkaars haar gemaakt om te oefenen voor de tijd dat het van de Vrouwenkring mocht. Ondanks alles was Larine een van de weinige meisjes uit Emondsveld die leek te aanvaarden dat Egwene de Amyrlin Zetel was. Dat liet ze vooral merken door afstand te bewaren. Maar dacht Sheriam nou echt dat ze iemand zou vóórtrekken? Zelfs Siuan was even van haar stuk gebracht. ‘Je zou beter dan wie ook moeten weten, Sheriam, dat de Meesteres der Novices bepaalt hoe Novices gestraft moeten worden. Tenzij ze mishandeld worden natuurlijk, maar daar heb ik je niet over gehoord. Trouwens, als Larine ongestraft een wegloopster mag helpen – een wegloopster, Sheriam! – wat zal ze dan menen dat ze morgen ongestraft mag doen? Ze kan de stola verwerven als ze hard genoeg haar best doet. Ik ga haar niet op het verkeerde pad brengen zodat ze op een dag weggestuurd wordt omdat ze zich misdragen heeft. Welnu, wat zeggen ze over mijn droom?’ Sheriam knipperde met haar groene ogen en keek even naar Siuan. Licht, dacht dat mens dat Egwene streng was omdat Siuan erbij was? Omdat Siuan anders zou gaan roddelen? Ze zou beter moeten weten; ze was per slot van rekening zelf Meesteres der Novices geweest. ‘De mening van de zusters, Moeder,’ zei Sheriam uiteindelijk, ‘is nog altijd dat de Seanchanen duizend span ver weg zijn, dat ze niet weten hoe ze moeten Reizen, en als ze richting Tar Valon marcheren, zullen we dat ruim van tevoren te horen krijgen.’ Siuan vloekte zachtjes, maar ze klonk niet verrast. Egwene wilde ook het liefst vloeken. De zusters waren helemaal niet verdwaasd geweest door de moord op Anaiya. Ze geloofden niet dat Egwene een Droomster was. Anaiya was er zeker van, maar die was nu dood. Siuan en Leane geloofden het, maar zij hadden niet genoeg aanzien om serieus genomen te worden. Sheriam geloofde het duidelijk niet. Ze hield zich zeer nauwgezet aan haar eed van trouw, maar je kon iemand niet bevelen te geloven. Ze luisterden naar wat je zei, maar er veranderde niets.
Toen Sheriam weer weg was, vroeg Egwene zich af waarvoor ze eigenlijk gekomen was. Alleen maar om aan te geven dat Larine straf zou krijgen? Vast niet. Maar ze had op haar antwoorden aan Egwene na niets anders gezegd.
Niet lang daarna verschenen Mijrelle en Morvrin. Egwene voelde hoe ze beiden de Bron loslieten voordat ze de tent binnenkwamen. Ze lieten hun zwaardhanden buiten wachten. Zelfs in de korte tijd dat ze langs de tentflappen te zien waren, kon je zien dat ze alert waren. Nog meer dan zwaardhanden gewoonlijk al waren. Mijrelles donkere ogen vlamden even op en ze sperde haar neusgaten open toen ze Siuan zag. Morvrins ronde gezicht bleef zo glad als een gepolijste steen, maar ze haalde haar handen langs haar donkerbruine rok alsof ze iets weg wilde vegen. Misschien deed ze dat onbewust. In tegenstelling tot Sheriam moesten zij wel Siuans bevelen opvolgen, en dat vonden ze maar niets. Het was niet zo dat Egwene ze op die manier kort probeerde te houden, maar ze vertrouwde Siuan meer dan dat ze hen vertrouwde, ondanks hun eed. Daar kwam bij dat het af en toe onhandig, zo niet onmogelijk was om de zusters die haar trouw gezworen hadden te vertellen wat ze wilde. Siuan kon boodschappen rondbrengen en dan wist Egwene tenminste zeker dat haar bevelen opgevolgd werden.
Ze vroeg meteen wat er over haar droom gezegd werd, maar ze zeiden hetzelfde als Sheriam. De Seanchanen waren ver weg. Ze zouden het op tijd te horen krijgen als daar iets aan veranderde. Dat werd nu al anderhalve week gezegd.
‘Het was misschien anders geweest als Anaiya nog leefde,’ zei Morvrin terwijl ze haar evenwicht probeerde te bewaren op een van de wankele krukken die voor de schrijftafel stonden. Dat ging haar ondanks haar gewicht makkelijk af. ‘Anaiya stond bekend om haar esoterische kennis. Ik dacht altijd dat ze voor de Bruine Ajah zou kiezen. Als zij zegt dat u een Droomster bent...’ Ze hield haar mond toen ze Egwenes scherpe blik zag. Mijrelle had het opeens druk met het warmen van haar handen boven het komfoor. Zij geloofden het ook niet. Met uitzondering van Siuan en Leane geloofde niemand in het kamp dat Egwene een ware droom had gehad. Varilin had de onderhandelingen in Darein overgenomen en Beonin had nu een minder belangrijke rol. Ze verontschuldigde zich er steeds voor dat ze de waarschuwing nog niet had doorgegeven en zei dat het steeds niet uitkwam. Misschien over een paar dagen, als de onderhandelingen wat soepeler verliepen. Alsof er niet een stel zusters waren die voortdurend langs elkaar heen praatten en niets wilden zeggen wat de andere partij als een belediging kon opvatten. Niemand geloofde het behalve Siuan en Leane. Althans, ze dacht dat zij het geloofden.
Mijrelle draaide weg van het komfoor met een blik alsof ze haar hand op de kolen ging leggen. ‘Moeder, ik heb nagedacht over de dag dat Shadar Logoth vernietigd is...’ Ze zweeg abrupt en draaide zich weer om naar het komfoor toen een in donkerblauw geklede zuster met een lang gezicht de tent binnenkwam met een kruk in haar hand.