Выбрать главу

‘Jaagt u ook, meneer?’ vroeg Tsjernov in een poging Jens met zich mee te sleuren.

‘Nee, ik jaag niet, kapitein.’ Jens besloot de jongeman een handje te helpen. ‘Maar ik vind het wel interessant om te horen welk geweer u het beste bevalt.’

Valentina’s donkere ogen gingen snel naar Jens, en ze trok één wenkbrauw naar hem op. Maar voor ze de geheimen van de voorkeur van de kapitein te weten kwamen, ging de deur open en kwam Jelizaveta Ivanova binnen, elegant gekleed in lichtblauwe crêpe de Chine. Beide mannen stonden op.

‘Kapitein Tsjernov,’ – ze stak haar hand naar hem uit – ‘mijn man is nu vrij om u te ontvangen. Hij is in zijn studeerkamer. Laat me u de weg wijzen.’

Maar de kapitein hield haar nog even op. ‘Voordat ik vertrek zou ik, met uw permissie, Valentina willen uitnodigen voor een demonstratie zwaardvechten van de huzaren, volgende week vrijdagmiddag.’ Hij wendde zich tot Valentina en boog zo stijlvol dat Jens het liefst zijn benen bij de knieën had afgehakt. ‘Ik zou me bijzonder vereerd voelen als u die gebeurtenis zou willen bijwonen.’

‘Nee, ik…’

‘Natuurlijk wil ze dat,’ zei haar moeder enthousiast. ‘Jullie demonstraties zijn legendarisch. Zoveel vertoon van vaardigheid en… gevaar. Ik weet zeker dat mijn dochter er diep van onder de indruk zal zijn.’

‘Nee mama.’

‘Mevrouw Ivanova.’ Jens stapte naar voren. Ze was klein, net als haar dochter, en hij stak ver boven haar uit, ondanks het hoog opgekapte blonde haar. ‘Valentina heeft reeds eerder ingestemd met plannen voor volgende week vrijdagmiddag.’

‘O ja? En wat mogen die dan wel zijn?’

‘Ik ben vandaag hierheen gekomen om ze te bevestigen. Het gaat om een inspectie van door de tsaar opgedragen constructie werken. Het is een officiële rondleiding en tsaar Nicolaas zal er zelf bij aanwezig zijn, evenals minister Davidov en zijn vrouw.’

Hij zag Valentina’s ogen groter worden. ‘Wat geweldig.’

Haar moeder fronste haar wenkbrauwen.

De kapitein keek misnoegd naar Jens. ‘Dat is toch zeker niet bepaald geschikt vertier voor een jongedame.’

‘En is het kijken naar mannen die doen alsof ze elkaar overhoopsteken dat wel?’ vroeg Valentina.

‘Ik weet zeker dat u tsaar Nicolaas niet teleur zult willen stellen.’ Jens richtte zich tot haar moeder. ‘Hij was verrukt over uw dochter toen ze bij het concert voor hem op de pianoforte speelde. U kunt trots zijn op haar.’

Hij zag haar aarzelen.

‘Met een chaperonne, uiteraard,’ voegde hij eraan toe.

Hij hoorde Valentina haar adem inhouden.

‘Heel goed,’ stemde haar moeder schoorvoetend in. ‘Dan moet ze tot een volgende gelegenheid wachten om een demonstratie zwaardvechten te zien. Maar komt u nu mee, kapitein Tsjernov, mijn man verwacht u. Intussen,’ zei ze kordaat tegen Jens, ‘wens ik u een goedemiddag, meneer.’

Ze vergezelde beide mannen de salon uit, maar voor de deur achter hen dichtviel klonk er even een lach door de opening.

Valentina stond op de rand van het trottoir en keek vol opwinding naar het Sint-Isabellaziekenhuis. Het was groter dan ze had verwacht en de lichte zandsteen was donker verweerd, bladderde af als de huid van een oude man. De hoge ramen waren voorzien van roestige tralies, maar zelfs dat kon haar niet ontmoedigen. De kou was doordringend en ze stopte haar handen diep in haar mof.

… dat je om verpleegster te kunnen worden heel taai moet zijn…

Dat had hij gezegd. Ze rechtte haar schouders, duwde de deur open en stapte een grote hal binnen, waar het naar desinfecterende middelen rook, en naar nog iets anders, iets onaangenaams, iets waar haar maag tegen in opstand kwam. Het interieur was groot en somber, met te veel bruine verf. Er liepen allerlei gangen naar bestemmingen waar ze geen enkele voorstelling van had. Aan één kant was er een kantoor met een glazen luik dat heen en weer kon schuiven, en erachter zat een vrouw. Haar vingers wreven met een munt over haar knokkels toen Valentina dichterbij kwam.

Dobri den, goedemiddag.’ Valentina schonk haar een glimlach maar ze kreeg er geen terug. ‘Ik zoek iemand om over de opleiding tot verpleegster te spreken.’

‘Wilt u een ervaren verpleegster in dienst nemen?’

‘Nee, ik wil te weten komen hoe je verpleegster moet worden.’

‘Nou, dan moet u het meisje zelf sturen. Onze medsestra, onze hoofdzuster, zal zelf met haar willen spreken.’

‘Het gaat om mijzelf,’ verklaarde Valentina. ‘Ik ben diegene.’

‘Wilt u verpleegster worden?’

‘Ja.’

De vrouw wendde zich af en begon in wat papieren te rommelen. Valentina veronderstelde dat ze een formulier zocht, maar toen zag ze de smalle schouders schokken, en ze voelde een felle blos opstijgen.

‘Is er iemand met wie ik moet praten?’

‘Die gang daar in. Derde deur links. Gordanskaja is de naam.’

‘Dank u,’ zei ze. ‘Spasibo.

‘Meisje, mag ik je een goede raad geven?’

‘Ja?’

‘Verspil je tijd niet. En Gordanskaja’s tijd.’

‘Naam?’

‘Valentina Ivanova.’

‘Leeftijd?’

‘Achttien jaar.’

‘Heb je toestemming van je ouders om hier te zijn?’

‘Ja.’

‘Heb je enige ervaring in de verpleging?’

‘Ja.’

‘Wat voor?’

‘Mijn zusje is verlamd. Ik help haar te verzorgen.’

‘Heb je eerder een baan gehad?’

‘Ja.’

‘Wat voor baan?’

‘Ik heb op een kantoor gewerkt.’

‘Waarom ben je weggegaan?’

‘Ik vond het saai.’

‘Dus je denkt dat verplegen niet saai is?’

‘Het zal vast interessanter zijn dan de hele dag formulieren invullen.’

Medsestra Margharita Gordanskaja smeet haar pen op het bureau, leunde met haar zware gestalte tegen de rugleuning van haar stoel tot het houten frame kraakte, en kneep haar ogen half dicht, zodat ze bijna in haar vlezige wangen verdwenen.

‘Maak dat je wegkomt,’ zei ze kortaf. Het weerkaatste tegen de muren van het kamertje.

Valentina liet zich niet uit het veld slaan. ‘Waarom? Hebt u niet nog meer verpleegsters nodig?’

‘Natuurlijk wel. We zitten erom te springen. Maar we zoeken geen meisjes zoals jij.’

‘Wat mankeert er aan mij?’

‘Alles. Dus ga nu maar.’

‘Wilt u me alstublieft vertellen waarom?’

De ogen gingen weer wijdopen. Ze hadden een groezelige kleur die voor bruin moest doorgaan. ‘Je bent om te beginnen een leugenaar. De enige waarheid in dat stel leugens dat je me hebt verteld was je naam en dat over je zusje.’

‘Ik leer snel.’

‘Nee.’

‘Zegt u me dan wat er aan mij mankeert.’

De medsestra schudde haar hoofd, zodat haar onderkinnen angstaanjagend uitpuilden. ‘Kijk jou nou eens in je mooie spullen. Je bent een rijke jonge vrouw met te veel tijd en niets omhanden. Je zult binnen vijf minuten genoeg hebben van het verplegen. Dus verspil mijn tijd alsjeblieft niet.’

Valentina had haar eenvoudigste jurk aangetrokken. Haar oudste jas.

‘Ik zal er niet genoeg van krijgen.’

‘Ik kan het me niet veroorloven de hardwerkende mensen van dit ziekenhuis hun tijd te laten verdoen met het opleiden van wezens als jij.’ Gordanskaja kwam overeind. Haar uniform leverde even strijd met haar indrukwekkende boezem, en won. ‘Nu, voor de laatste keer, jongedame, verdwijn alsjeblieft uit mijn kantoor met je chique kleren en je chique ideeën.’

Valentina keek omlaag naar haar mof van sabelbont, naar de manier waarop haar vingers het ding probeerden te wurgen. Zonder nog één woord te zeggen stond ze op en liep ze de kamer uit.

Arkin lag plat op zijn buik. De grond was nat, zijn jas plakte aan hem vast, zijn blik was op de horizon gericht. Hij had drie jonge leerlingen uit de gieterij van Raspov meegenomen, alle drie zo gretig als jonge honden. Hij was blij met hun gezelschap. De klus was niet moeilijk, maar wel riskant. De trein moest op exact de juiste plaats vaart minderen om de vracht uit te laden, of ze werden ontdekt. Hij had een traject van de spoorbaan uitgezocht dat kaarsrecht was, zodat niemand in de voorste rijtuigen kon zien wat er achteraan gebeurde. Het dennenbos liep hier aan één kant tot vlakbij, zodat de dikke stammen royaal dekking boden. De wind wervelde door de takken boven hun hoofd en de vlagen maakten ijspegels los die beneden in de sneeuw vielen met een plof die hen elke keer weer liet schrikken.