‘Jij en ik weten beiden dat ze het mis hebben.’
‘Dus waarom bekommer je je dan om hem?’
Hij keek haar recht in het gezicht, naar de arrogante trek rond de mond, naar de kilte achter de blauwe ogen, en er ging een flits van woede door hem heen.
‘Omdat als ik het niet doe,’ zei hij, ‘niemand anders het zal doen.’
Jens verloor alle besef van tijd. De muziek betoverde hem. Toen ze ten slotte ophield, haalde hij diep adem. Hij voelde zich als na een lange, zware rit door het bos. Uitbundig, meer levend.
‘Dat was geweldig, Valentina. Dank je wel.’
Ze bleef heel stil op de pianokruk zitten en hij kon haar borst zien bewegen bij het ademhalen. Zonder hem aan te kijken vroeg ze: ‘Hoe gaat het met de opzichter?’
‘Hij herstelt goed.’ Hij zei het opgewekt. ‘Ik houd hem in dienst, omdat er geen reden is waarom de man geen kantoorwerk kan doen.’
Ze draaide zich opzij en keek hem onderzoekend aan. Wat had ze achter zijn zorgvuldig gekozen woorden gehoord? Met een abrupte wisseling van stemming draaide ze zich weer terug naar de piano en barstte los in een vrolijk Russisch volksliedje vol energie.
‘Kijk!’ zei Katja, en ze wees uit het raam.
‘Lieve hemel!’ Jens viel bijna van zijn stoel.
Buiten in de sneeuw was een forse jongeman bezig een wilde kozakkendans uit te voeren. Hij zat op zijn hurken en schopte in de traditionele stijl met zijn benen, met zijn armen over zijn borst gevouwen. Daarna op één been op zijn tenen terwijl hij rondtolde en schopte en sprong.
‘Het is Liev Popkov,’ lachte Valentina.
Toen het eindigde met veel gelach en applaus, boog de kozak beleefd en vertrok, waarna de vallende sneeuw zijn voetafdrukken vulde.
Ze keken elkaar glimlachend aan. Jens kon zich geen moment herinneren waarop de rest van de wereld zo ver weg had geleken. Valentina’s wangen hadden kleur gekregen en ze lachte. Toen ging de deur abrupt open en Jelizaveta Ivanova kwam de kamer binnen.
‘Ach,’ zei ze stijfjes, toen haar blik op Jens viel. ‘Ik had geen idee dat u hier was.’
‘Goedemorgen.’ Hij ging staan en boog.
‘Jens kwam naar Valentina’s gezondheid informeren,’ zei Katja snel.
‘Ik ben blij te zien dat het zo goed met haar gaat,’ glimlachte hij. ‘Er is erg goed voor haar gezorgd.’
Jelizaveta Ivanova merkte de kleur op de wangen van haar dochter op. ‘Er is bezoek voor je,’ kondigde ze aan.
‘Wilt u diegene alstublieft zeggen dat ik bezig ben, mama?’
‘Dat zal ik beslist niet doen. Het is kapitein Tsjernov. Hij zit in de salon op je te wachten.’
Valentina verstrakte.
Heel even verwachtte Jens dat ze het verzoek van haar moeder zou afwijzen. Ze had hem beloofd dat ze niets met kapitein Tsjernov van doen zou hebben. Maar hij zag het oneindig klei ne moment in haar donkere ogen, toen ze het besluit nam haar belofte te breken.
‘Wat een onverwacht genoegen,’ zei ze koel, en ze liep de kamer uit. ‘Dank je wel voor de ananas.’ Een korte zin die achter haar bleef hangen.
18
Donkere harmonieparallellen.
In de muziek. In het leven. Valentina kon het in haar vingertoppen voelen, in de geheime uithoeken van haar hart. Vibrerende geluiden die bij elkaar hoorden maar elkaar ook bestreden, elkaar verdrongen. Ze zat kaarsrecht op de rand van haar stoel in de salon en haar wangen deden pijn van de inspanning van het glimlachen. Ja, kapitein. Nee, kapitein. Wat interessant, kapitein. Wat verbazingwekkend. Wat bent u knap.
Wat onvergeeflijk om u zo in mijn leven in te dringen.
Vastgehaakt in haar hoofd zat de uitdrukking van Jens’ gezicht toen haar moeder de muziekkamer was binnengekomen met de naam van kapitein Tsjernov op haar lippen. Daar was geen harmonie, parallel of hoe dan ook. Alleen maar duisternis. Zijn brede schouders naar achteren getrokken, alsof ze hem wegsleurden van haar omdat haar aanblik aan hem knaagde, zijn zenuwen irriteerde. Een botsing van akkoorden. Ze vouwde een plooi in haar rok, kneep de stof fijn tussen haar vingers.
‘Voelt u zich niet goed?’
De bezorgde blik in de ogen van de knappe kapitein Tsjernov deed weinig om de randen van haar gedachten te verzachten.
‘Nee, ik voel me veel beter, spasibo.’
‘Ik ben bijzonder blij dat te horen. Ik was zeer geschokt toen…’
‘Ik ben nu hersteld.’
‘Mooi.’
Hij wist geen woorden meer te bedenken. Misschien kon zijn hoofd alleen maar een beperkt aantal tegelijk bevatten, omdat het zo vol zat met sabels en geweren en militaire regels. Zijn uniform was stijf en glanzend, felrood en vol fonkelende strepen en koperwerk, zijn laarzen waren gepoetst tot ze blonken als spiegels. Zijn witte handschoenen lagen als een extra paar handen naast hem op de zitting van de sofa en hij raakte ze voortdurend aan, bewoog ze, alsof hij ze daarmee tot leven kon wekken. Hij was zenuwachtig. Zijn mond ging schuil onder de blonde snor en verschafte haar geen aanknopingspunt.
Kleine stiltes. Broze onderbrekingen in het gesprek. Ze kon ze bijna met haar vingers doormidden breken.
‘Kapitein, vertelt u me eens. Als er iets is wat u wilt, wat u echt graag wilt, hoe zorgt u dan dat u het bereikt?’
‘Dat is gemakkelijk. Ik neem het me stellig voor en ga er dan achteraan alsof het een charge met de sabel is. Geen afleiding. Vastberaden. Recht op de prooi af.’
‘Dat kan ik me voorstellen.’
Hij plukte aan een handschoen. ‘Ik bedoelde niet…’
Ze glimlachte. ‘Ik begrijp wat u bedoelt.’
Hij bloosde en leek net een schooljongen in plaats van een officier van drieëntwintig in het grote Russische leger van tsaar Nicolaas.
‘En vrouwen. Moeten zij het op dezelfde manier doen?’
Hij sloeg zich lachend op de dij. ‘Nee, als een vrouw iets erg graag wil, moet ze het een man vragen.’
Valentina sloeg haar ogen neer en staarde naar haar handen.
‘Is er iets wat u zou willen dat ik voor u doe?’ vroeg Tsjernov gretig. ‘Ik zou me zeer vereerd voelen.’
‘Nee.’ Ze dwong zich hem aan te kijken. ‘Een paar weken geleden heb ik de stakers over Morskaja zien optrekken.’
‘Herrieschoppers, allemaal. We hebben orders gekregen tot harder optreden. We zullen ze vertrappen wanneer ze het nog eens proberen. Laat u niet door hen overstuur maken, het zijn maar onnozele boerenpummels.’
Ze wachtte even tot hij was uitgesproken. ‘Onder de demonstranten was ook een aantal vrouwen.’
‘Dat heb ik me laten vertellen.’
‘Vrouwen die vastberaden waren. Zich niet lieten afleiden. Recht op het doel af om hun zin te krijgen.’ Ze sprak op milde toon en ging iets gemakkelijker in haar stoel zitten, eindelijk in hem geïnteresseerd.
‘Ze doen wat hun mannen hun opdragen. Maakt u zich geen zorgen – u zult geen last meer van hen hebben. We kunnen niet toestaan dat de stabiliteit van ons land door anarchie wordt bedreigd. Hoeveel meer gaan deze stakers nog eisen? Ze hebben hun eigen Doema gekregen, en dat zou genoeg voor hen moeten zijn. Maar in plaats daarvan blijkt, zoals mijn vader al had voorspeld, dat hoe meer je hun geeft, hoe meer ze willen.’
‘Dank u wel dat u me dat heeft uitgelegd, kapitein. Dus wanneer u bij de volgende demonstratie tegen hen optrekt, zult u uw sabel en geweer ook tegen vrouwen hanteren?’
Zijn gezicht werd plotseling somber. ‘Ik geloof niet dat dit een geschikt gesprek is om met u te voeren. Een jongedame zou niet naar gepraat over zulke dingen moeten luisteren.’ Zijn vingers staakten hun gefriemel. ‘Een jongedame zou aangenamer zaken aan haar hoofd moeten hebben. Ik ben vandaag hier gekomen om u uit te nodigen voor een souper.’
‘Kapitein,’ zei ze zedig, ‘ik voel me zeer vereerd.’
‘Hij is hier niet.’
‘Ik dacht dat hij zou wachten.’
‘Waarom had je dat gedacht?’ vroeg Katja.