‘Papa,’ onderbrak ze hem, ‘er is geen “overeengekomen huwelijk”.’
Hij legde beide handen op zijn bureau en leunde er met zijn volle gewicht op, zoekend naar steun. ‘Valentina, maak alsjeblieft niet nog meer problemen voor me dan ik al heb.’ Hij sprak zo zacht dat het haar nog nerveuzer maakte.
‘Heel goed, papa. Maar zorg eerst voor Liev. Ga alstublieft eerst opbellen.’
Hij stribbelde niet tegen. Hij liep naar de zwarte telefoon die aan de muur van de studeerkamer hing, draaide aan de hendel en vroeg de telefonist om het nummer. Wie het ook mocht zijn met wie hij sprak, het was kort, met een paar norse bevelen. Valentina hoorde de woorden hoofd van politie, maar dat was ook alles. Toen hij terugliep naar zijn bureau ging hij moeizaam zitten, zette zijn ellebogen op het blad en legde zijn kin in zijn handen. Hij keek haar aan met doffe ogen vol ontzetting.
‘Het is geregeld,’ zei hij. ‘Ga nu maar.’
‘Papa, we konden Liev niet in handen van de Ochrana laten.’
Hij gromde even en liet zijn gezicht in zijn handen zakken. Op de kruin van zijn hoofd was te zien waar zijn haar dunner werd, en de aanblik van deze kleine menselijke zwakheid wekte een plotselinge golf van medelijden in haar op.
‘Papa, ik wil dat u begrijpt dat ik niet met kapitein Tsjernov ga trouwen. Er is niets wat mij kan dwingen met hem naar het Keizerlijke Bal in het Winterpaleis te gaan.’
Er klonk opnieuw een gesmoorde kreun, maar hij keek niet op. ‘Ik heb het nodig dat je dat doet.’
Ze schudde haar hoofd. ‘Het spijt me, papa.’ Ze liep naar de deur.
‘Valentina,’ zei haar vader zacht, ‘hij heeft geen geld.’
‘Wie heeft geen geld?’
‘Die ingenieur van je.’
Haar hart begon hevig te bonzen. Ze stond met één hand op de deurkruk. ‘Hij heeft genoeg.’
‘Misschien genoeg voor jou, maar niet genoeg voor mij.’
Zijn zware kin lag in zijn handen, zijn ogen keken haar onderzoekend aan en ze kon zien waar zijn gouden zegelring een deuk in zijn huid had gemaakt.
‘Papa, waarom zou u zijn geld willen?’ Ze gebaarde in de kamer om zich heen, naar het mooie Engelse jachtgeweer aan de muur, naar de schilderijen met Engelse landschappen, naar de in leer gebonden boeken in de kasten. ‘Ik begrijp het niet. Waarom?’
Zijn ogen werden wazig, ze veranderden van bruin in modderkleur. De aderen op zijn wangen met bakkebaarden werden lijkbleek en ze zag hoe zijn mond ging hangen. Even dacht ze dat hij een hartaanval ging krijgen.
‘Papa?’
Het moment leek zich uit te rekken tot het de muren raakte.
‘Papa?’
Ze liep naar hem toe, maar hij hees zich weer overeind.
‘Heel goed. Ik zal je zeggen waarom ik het geld nodig heb, Valentina. Het is heel eenvoudig. Ik ben bankroet. Kijk maar niet zo geschokt. Ik heb schulden. Bij de banken. Bij geldschieters. Zelfs bij diefachtige joodse handelaren. Bij iedereen die mijn promesses maar wilde aannemen.’ Hij zweeg even. ‘Ik moet je vertellen dat als jij niet met kapitein Tsjernov trouwt, ik wegens verduistering naar de gevangenis zal gaan. Je moeder zal van de armen worden begraven en je geliefde zusje zal op straat belanden.’ Hij slaakte een lange, zure zucht, alsof dit zich maandenlang in zijn binnenste had opgebouwd, en hij richtte zijn blik op haar. ‘Is dat wat je wilt, Valentina?’
Arkin lag op de vloer. Zijn bed bestond uit een aantal zakken die op de tegels waren gelegd en zijn deken was een liturgisch priestergewaad. Naast hem brandde een kaars in een blikken dekseltje. Het was heel ironisch, zoals hij zijn toevlucht had gezocht in het huis van de God die hij verachtte, en hij had moeite om Hem niet dankbaar te zijn – net zoals zijn moeder dat altijd was geweest. Hij lag op zijn rug en stelde zich voor hoe de kerk met al zijn iconen en zijn overvloed aan gebeden boven hem verrees. Om hem te beschermen. Spasibo. Dank u. Het woord werd heet in zijn mond en hij deed zijn lippen uiteen om het te laten ontsnappen.
Er rende een rat door het donker, met pootjes die als sabelpunten over de stenen vloer krasten. Hij werd voortdurend gekweld door gedachten aan sabelpunten, of hij wakker was of sliep. De pijn in zijn schouder was nu minder, de wond begon te genezen, maar de pijn in zijn hart werd erger, elk uur dat hij daar lag. Hij staarde omhoog naar de grote zwarte balken boven zijn hoofd en zijn gedachten gingen razendsnel. De ruimte was niet verwarmd en het was er nu zo koud dat hij onmogelijk de slaap kon vatten. Maar daar had hij ook geen behoefte aan, niet nu zijn geest zo onrustig was.
‘Spasibo,’ zei hij hardop. ‘Dank u.’
Ditmaal was het niet God die hij bedankte, maar vader Morozov, omdat die hem een schuilplaats had geboden. Morozov beweerde dat hij een dienaar van God was, maar hij had het mis. Hij was een ware dienaar van het Russische volk, en geen enkele tsaar kon zo’n man overheersen.
Tegen Arkins heup lag het kleine pistool met parelmoeren greep, warm en geladen. Verraad was niet iets wat hij kon vergeven.
‘Viktor Arkin, vchodite, kom binnen.’
Sergejevs vrouw deed open en verwelkomde Arkin met een hartelijke glimlach. Ze zag eruit als… Arkin zocht naar een woord. Ze zag eruit alsof ze een gedaanteverwisseling had ondergaan. Zoals een grijze, vormloze rups in een levendige en stralende vlinder kan veranderen. Haar haar was ongewassen en haar kleren waren even grauw als altijd, en toch schitterde ze. Is dat wat het krijgen van een kind met je deed? Bevredigde het iets wat diep in je binnenste hunkerde? Omwille van haar was hij bereid om zich om te draaien en weg te lopen, maar hij deed het niet.
‘Hallo, privet, Viktor. Wat fijn om je te zien.’
Sergejev stak een hand uit, maar Arkin kon zich er niet toe brengen die aan te nemen. In plaats daarvan boog hij zich over de lade die boven op de tafel pronkte en keek hij naar de roze baby die daar in doeken gewikkeld in lag. Alles leek te klein om van een menselijk wezen te kunnen zijn: de neus, de vingers, het puntige kinnetje. Oren als zachte vogelveertjes en minuscule gouden draadjes als wimpers. Hij voelde een steek in zijn borst en hij haalde moeizaam adem.
‘Ze heet Natasja.’
‘Mooi.’
‘Ze is geweldig.’
‘Gefeliciteerd.’ Hij bekeek de moeder met een wonderlijk gevoel van ontzag. Ze was mager, maar haar borsten waren gezwollen en hij voelde een onverwachte begeerte naar haar. Hij wendde zich snel af naar Sergejev. ‘Kunnen we elkaar even onder vier ogen spreken?’
Ze woonden in slechts één kleine kamer, met een tafel en bed rond de kachel gepropt. Het was er schoon en het rook er naar dennenappels, met fleurige zelfgemaakte poloviki op de vloer, maar het pleisterwerk van de muren brokkelde af en over het plafond liepen scheuren als spoorlijnen. Privacy was niet voorhanden.
‘Alles wat je te zeggen hebt kun je zeggen waar Larisa bij is. Het is te koud om naar buiten te gaan.’ Sergejev ging op een stoel zitten om dit punt te benadrukken. ‘Ze weet waar we mee bezig zijn.’
‘Echt?’
‘Uiteraard.’
Sergejev leek gespannen, onwillig om met hem alleen te zijn.
‘Hoe is het met je arm?’ vroeg Arkin minzaam.
‘Verdomd vervelend.’
Larisa stond naast de lade, zonder ergens anders aandacht aan te besteden, met één hand erop, alsof ze niet los kon laten, een tevreden glimlach om haar mond. Arkin wendde zijn blik af. Het werd hem te machtig.